Afstellen van het zuigmondstuk
(fig. H)
De keuzeschakelaar voor het vloeroppervlak
(12) kan worden ingesteld om het het
zuigmondstuk (11) op het gewenste
vloeroppervlak af te stemmen. De
keuzeschakelaar voor het vloeroppervlak (12)
kan met de hand of met de voet worden
bediend.
•
Druk voor stofzuigen op laminaat, tegels,
etc. het bijbehorende gedeelte (A) van de
keuzeschakelaar voor het vloeroppervlak
(12) in.
•
Druk voor stofzuigen op tapijten het
bijbehorende gedeelte (B) van de keuze
schakelaar voor het vloeroppervlak (12) in.
In- en uitschakelen (fig. A)
De aan/uitknop (1) kan met de hand of met
de voet worden bediend.
•
Druk op de aan/uitknop (1) om het
apparaat in te schakelen.
•
Druk nogmaals op de aan/uitknop (1) om
het apparaat uit te schakelen.
Afstellen van de zuigkracht (fig. A)
De snelheidsschakelaar (3) kan worden
gebruikt om de zuigkracht af te stellen.
•
Zet de snelheidsschakelaar (3) in de
gewenste positie:
Stel voor stofzuigen op harde
oppervlakken (bijv. vloeren) een grote
zuigkracht in.
Stel voor stofzuigen op zachte
oppervlakken (bijv. bekleding) een kleine
zuigkracht in.
Afstellen van de luchtstroom
(fig. A)
De luchtstroom kan worden afgesteld met
behulp van de luchtstroomschakelaar (10).
•
Zet voor het afstellen van de luchtstroom
de luchtstroomschakelaar (10) in de
gewenste positie.
Tijdelijk parkeren van de
zuigmond (fig. I)
•
Gebruik de parkeerstand zoals afgebeeld
om de zuigmond tijdelijk te parkeren.
Reiniging en onderhoud
Waarschuwing!
Verwijder voor reiniging en onderhoud de
netstekker uit het stopcontact en wacht
totdat het apparaat is afgekoeld.
Dompel het apparaat voor reiniging niet
onder in water of andere vloeistoffen.
Voorzichtig!
Gebruik geen bijtende of schurende
reinigingsmiddelen om het apparaat te
reinigen.
Gebruik geen scherpe voorwerpen om het
apparaat te reinigen.
•
Controleer het apparaat regelmatig op
mogelijke schade.
•
Reinig regelmatig de ventilatiesleuven met
behulp van een zachte borstel.
•
Berg het apparaat op op een droge plaats,
buiten bereik van kinderen.
Vervangen van de stofzak
(fig. B - D)
De stofzak (20) moet worden vervangen
wanneer de ‚stofzak vol'indicator (4) gaat
branden. Vervangende stofzakken zijn
verkrijgbaar bij ons servicestation. Indien u
vragen heeft omtrent de stofzak, wendt u zich
dan tot het servicestation.
•
Zie voor het verwijderen van de volle
stofzak (20) het gedeelte "Monteren en
verwijderen van de stofzak".
•
Zie voor het monteren van de lege stofzak
(20) het gedeelte "Monteren en verwijderen
van de stofzak".
Reinigen en vervangen van het
motorfilter (fig. B, C, D & J)
Voorzichtig!
Was het motorfilter niet en spoel het
motorfilter niet af.
Het motorfilter (33) beperkt de hoeveelheid
stof die de motorunit binnendringt tot het
mimimum. Het motorfilter (33) moet regelmatig
worden gereinigd. Het motorfilter (33) moet na
enkele maanden worden vervangen of
wanneer het versleten of beschadigd is.
Vervangende motorfilters zijn verkrijgbaar bij
ons servicestation.
10