Istrucciónes de montaje
E
Consejos preliminares
•
L'instalación debe ser hecha por técnicos especializados que sepan
atenerse a las normas de seguridad vigentes.
•
No instalar el producto à una altura inferior de 2,5 metros del suelo
y garantizarne un facil acceso.
•
Para remplazar el cable de alimentacción del motor, dirigirse a
técnicos especializados
•
No pinchar y no introducir tornillos por todo el largo del motor.
•
No poner el motor en contacto con liquidos.
•
Evitar golpes, aplastamientos y caidas del motor.
•
Eventuales daños o connexiónes equivocadas anularan la garantía.
Instalación
•
Fijar los soportes
a la pared o a la caja de soporte.
•
Insertar la corona
sobre el ingranaje
•
Insertar la polea
sobre el pernio del motor
•
Insertar la pieza
sobre la polea
•
Introducir completamente el motor en el tubo enrollable.
•
Fijar el tubo enrollable con la polea de arrastramiento con tornillo
4 x 10 (fig.2)
Montagerichtlijnen
NL
Voorafgaande tips
•
De installatie dient te gebeuren door een technicus in
overeenstemming met de geldende veiligheidsnormen.
Raadpleeg richtlijn NFC15-100 voor de elektrische installatie.
•
Installeer het product niet lager dan 2,5 meter boven de grond en
zorg ervoor dat u er gemakkelijk bij kunt.
•
Doe uitsluitend beroep op bevoegd personeel voor de vervanging van
de voedingskabel van de motor.
•
De motor nergens niet doorboren, noch er schroeven in aanbrengen.
•
Zorg ervoor dat de motor nooit in contact komt met vlo eistoffen.
•
Zorg ervoor dat de motor niet wordt ingedrukt of niet op de grond valt.
•
Verkeerde handelingen of verkeerde aansluitingen worden niet door
de waarborg gedekt.
Installatie
•
Bevestig de beugel
op de muur.
•
Bevestig de kroon
in het drijfwiel
schakelaar (afb.1).
•
Bevestig de riemschijf
•
Bevestig de koperen pin
•
Steek de motor volledig in de haspel (afb.2).
•
Bevestig de haspel op het drijfwiel met schroeven 4 x 10 (afb.2).
del final de carrera (fig. 1).
(fig.1).
.
van de eindeloop
op de spil van de motor
(afb.1).
op de riemschijf
.
Conexion eléctrica
•
Prever al comienzo del circuito un secciónador bipolar con una
distancia de abertura por lo meno de 3 mm.
•
No connectar más de un motor por cada tecla de comando.
•
Para cambiar la dirección de rotación , invertir los conductores
marrón y negro (fig.3).
Regulación final de carrera
•
El sistema de final de carrera es de tipo electromecanico y por el
medio de un micro-switch corta l'alimentación del motor en el
momento que la persiana enrollable y la cortina alcanzan el limite de
abertura y cierre.
•
El sistema de final de carrera es fijado en fabrica mas o meno a 5
vueltas de corona.
•
Para regular el limite de abertura y de cierre hay que intervenir sobre
los tornillos de regulación puestos en la cabeza del motor por medio
de un destornillador de plastico surtido en dotación (fig. 4).
•
Alimentar el motor y averiguar la direción de rotación de la polea y/o
de la corona, obrar sobre el tornillo de regulación que tiene la flecha
puesta en la misma dirección de la rotación del motor (fig.4).
•
Obrar sobre el tornillo de regulación en el sentido + para aumentar la
carrera del motor y obrar en el sentido – para bajar la carrera del
motor (fig.4).
•
Invertir el sentido de rotación del motor y obrar sobre el segundo
final de carrera (fig.4).
Elektrische aansluitingen
•
Aan het begin van het circuit een tweepolige veiligheidsschakelaar
met een opening van ten minste 3 mm voorzien (afb. 3).
•
Niet meer dan één motor aansluiten op eenzelfde bedieningsknop.
•
De bruine en zwarte kabels omkeren om de draairichting van de
motor om te keren (afb. 3)
Afstellen van de eindeloopschakelaar
•
De eindeloopschakelaars zijn van het elektromechanische type. Deze
microschakelaars onderbreken de voeding van de motor van zodra
het rolluik of de zonwering de ingestelde openings- of sluitingslimiet
bereikt.
•
De eindeloopschakelaars zijn voorgeprogrammeerd op ongeveer 5
kroonomwentelingen.
•
Om de openings- en sluitingsafstand af te stellen, de afstelschroef
op de kop van de motor draaien met de meegeleverde plastic
schroevendraaier (afb. 4).
•
De motor opstarten en kijken naar de draairichting van het drijfwiel
en/of de kroon. De afstelschroef naar (+) draaien om het toerental
van de motor te verhogen, de afstelschroef naar (-) draaien om het
toerental te verlagen (afb. 4).
•
De draairichting van de motor omkeren en de tweede
eindeloopschakelaar afstellen(afb. 4).