2. LANTERN
-Trek de lichtstaaf (3) gedeeltelijk uit
de hendel. Dit gereedschap is in de
middelste positie.
- Druk de functiewisselknop (5) een
tweede maal. De lichtstaaf wordt
ingeschakeld.
OPMERKING: Als het licht van de
lantaarn te fel is, druk dan een gedeelte
van de lichtstaaf terug in de hendel.
WAARSCHUWING! Druk de
lichtstaaf voorzichtig terug in
de hendel, zodat u niet uw hand of
vingers vastknelt.
3.1 BUREAULAMP HI
-Trek de lichtstaaf (3) uit de hendel
tot de draaibare koppeling (4). Dit
gereedschap is in de bovenste positie.
- Roteer de draaibare koppeling naar de
gewenste positie.
- Druk de functiewisselknop (5) voor de
derde keer in, en de helft van de staaf
straalt wit licht uit.
OPMERKING: Zet de draaibare
koppeling in de gewenste positie met
betrekking tot de werkomstandigheden.
De maximale hoek van de draaibare
kop is ±72°.
3.2 BUREAULAMP LO
- Druk voor een vierde maal de
functiewisselknop (5) in, de helft van
de lichtstaaf is aan en straalt zacht licht
uit. Dit gereedschap is in de bovenste
positie.
OPMERKING: Zet de draaibare
koppeling in de gewenste
positie met betrekking tot de
werkomstandigheden. De maximale
hoek van de draaibare kop is ±72°.
OPMERKING: Nadat de draaibare
koppeling in de gewenste stand is gezet,
kan de lichtstaaf nog steeds draaien. Die
fijnafstelling van de lichtstaaf (3) is±45°.
WAARSCHUWING: Stel de
draaibare kop voorzichtig
in om hand of vingers niet vast te
knellen.
LED 4 in 1-lamp
4. SOS
-Druk de draaibare koppeling (4) in de
hendel, houd de lichtstaaf (3) erbuiten. Dit
gereedschap is in de middelste positie.
-Druk een vijfde keer op de
functiewisselknop (5) en de lichtstaaf is in
Zie Fig.
SOS-modus.
D1,D2
WAARSCHUWING: Druk de
lichtstaaf voorzichtig terug in
de hendel, zodat u niet uw hand of
vingers vastknelt.
SCHAKEL DE LAMP UIT
Druk de functiewisselknop (5)3
seconden in, en de lamp is uit.
WAARSCHUWING: Vergeet niet
om de lamp uit te doen als u de
lichtstaaf in de hendel drukt.
WAARSCHUWING: Gebruik
dit gereedschap niet in natte
Zie Fig.
omstandigheden of in water.
E1, E2,
E3
ONDERHOUD
Uw gereedschap vereist geen smering of
onderhoud. Dit gereedschap bevat geen
onderdelen die door de gebruiker dienen te worden
onderhouden. Gebruik nooit water of chemische
reinigingsmiddelen voor het schoonmaken van
uw elektrische gereedschap. Veeg schoon met een
droge doek. Bewaar uw elektrische gereedschap
altijd op een droge plaats.
Zie Fig.
E4
Zie Fig.
E5
Zie Fig. F
Zie Fig. G
33
NL