MONTAGEHANDLEIDING
Meetinzet-watermeter
NL
m-bus S III (MID)
Meter met:
• TE1-geometrie
• CE-markering
Serienummer
•
• Metrologische eigenschappen
• Metrologische markering inclusief nummer van
typekeuring testcertificaat
• Koudwater-(T30)/warmwaterversie (T90)
• m-bus-interface
Omvang van de levering:
• Gebruikshandleiding met conformiteitsverklaring
• 1 watermeter met afsluitkap
• Verzegeling
Belangrijke instructies
Doelgroep
• Gekwalificeerde vakmensen
• Door Techem opgeleid vakpersoneel
Reglementair gebruik
• Watermeters dienen uitsluitend voor de ver-
bruiksregistratie van drinkwater. Naargelang de
uitvoering zijn ze geschikt voor koud of warm
water. Wijzigingen aan de watermeter zijn niet
toegestaan.
!
Als een verzegelde meter wordt beschadigd
of verwijderd door een persoon die niet door
Techem is gemachtigd, dan is de ijking niet
langer geldig.
!
Het transport gebeurt in de originele verpak-
king.
Veiligheids- en gevareninstructies
Hygiëne in het drinkwatergebied in acht nemen:
De meter pas vlak voor de inbouw uit de verpak-
king nemen.
Aanraking en verontreiniging van de met drink-
water in contact komende oppervlakken moet
absoluut worden vermeden.
Enkel voor drinkwater toegelaten smeermidde-
len, bijv. Techem-vet (artikelnr. 160958) gebru-
iken!
Beschadiging vermijden:
• Meetinzet niet overmatig aandraaien.
• Dichtingsvlakken controleren en evt. reinigen.
• Schroefdraad controleren.
Afrekenfouten vermijden:
• Watermeter niet in circulatieleidingen monteren.
• Op de stromingsrichting letten!
Opslag
• max. 50 °C
• droog en vorstvrij
Montage
Toegelaten inbouwposities
Nauwkeurigheidsklasse R xxxH / xxxV
Voorwaarden:
• Afstand tot stroomleidingen ≥ 300 mm.
• Afsluiters voor een latere metervervanging
• Op het leidingennet aangesloten apparaten uit-
schakelen om beschadigingen door een te hoge
druk of een te hoge temperatuur te vermijden.
Montage van nieuwe meters:
1
Leidingen grondig spoelen.
2
Afsluiter voor het aansluitstuk sluiten.
3
Voorzorgsmaatregelen treffen zodat de eventu-
eel op de leidingen aangesloten apparaten niet
worden beschadigd (bijv. boiler/zekeringen uit-
schakelen)
Leidingen ledigen.
4
Alleen bij montage in het UP-aansluitstuk met de
5
geschuimde inbouwhulp:
Inbouwhulp op de vereiste lengte inkorten.
6
Demontagesleutel met zeskant op de blinde
deksel plaatsen en uitdraaien.
9
Dichtingsvlakken van het aansluitstuk en schro-
efdraad van de meetinzet lichtjes invetten.
10
Meetinzet in het aansluitstuk schroeven tot de
O-ring op het dichtingsvlak ligt.
11
Meetinzet met de montagesleu-
tel (artikelnr.: 160 007) met een
omwenteling van
met de hand vastdraaien.
12
Afsluiter langzaam openen en de
leiding via het tappunt ontluch-
ten.
13
Boiler of zekeringen opnieuw inschakelen.
14
Functietest uitvoeren.
15
Tappunten sluiten en dichtheid van de meetinzet
controleren.
1
/
tot max.
1
/
8
4
8