KEGELSPEL (zie tekening op bladzijde B)
WIE HEEFT HET EERST ALLE KEGELS OMGEGOOID?
Bowling words gespeelt met de bewerkingen +, N, Q, en P.
Elke speler heeft een potlood.
Je moet een groep van 5 sommen oplossen die de LITTLE
PROFESSOR opgeeft.
Je moet beginner met de bewerking die aan het begin van de
baan op je kaartje staat.
Je mag per opgave maar één antwoord geven.
De eerste speler begins met bewerking + op de eerste baan. Je
moet dan de optelsommen oplossen.
Voor elk goed antwoord mag je een plaats opschuiven en mag je
aan de volgende opgave beginnen.
Als je de laatste plaats bereikt hebt en de kegel hebt omgegooid
mag je naar de volgende baan.
Nu is de volgende speler aan de beurt.
Als het antwoord fout ls mag je geen plaats verder en moet je
wachten op de volgende beurt.
Diegene die het eerst alle kegels heeft omgegooid is de wlnnaar.
41