U
I
S
2.8
Vullen van de installatie
Controleer tijdens het starten van de installatie of de houder
op de hydraulische unit geopend is. Indien men zich in de
situatie bevindt waarin de elektrische voeding ontbreekt
2.9
Afvoer van de lucht tijdens het vullen van de installatie
-
Open alle onderbrekingssystemen van de installatie
(manuele of automatische);
-
Begin het vullen door de watervulkraan van de installatie
langzaam te openen;
-
dient men (met gebruik van een schroevendraaier) in te
grijpen op het onluchtgat van de hoger geplaatste batterij.
-
Wanneer er water uit de ontluchtingskleppen van het
apparaat komt, moeten de kleppen gesloten worden en
A
Ontluchten van de batterij
2.10
Elektrische aansluitingen
Voer de elektrische aansluitingen uit volgens de voorschriften
vermeld in de hoofdstukken Algemene waarschuwingen
en Fundamentele veiligheidsvoorschriften, raadpleeg de
schema's in het hoofdstuk montage, instelling en aansluitingen
van het bedieningspaneel aan boord van de machine.
Vooraleer interventies uit te voeren, moet men ervoor zorgen
2.11
Onderhoud
Het periodieke onderhoud is onmisbaar voor een altijd efficiënte,
veilige en betrouwbare werking van de ventilatorconvector
Air Leaf op lange termijn. Enkele onderhoudingrepen kunnen
uitgevoerd worden op zesmaandelijkse basis, enkele andere
Externe reiniging
2.12
Voordat een reiniging of onderhoud plaatsvindt, moet
de unit afgesloten worden van het elektriciteitsnet door
de hoofdschakelaar van de voeding uit te schakelen.
Wacht tot de componenten afgekoeld zijn om het
gevaar voor brandwonden te voorkomen.
terwijl de thermoklep reeds eerder gevoed werd, zal het
nodig zijn om het speciale kapje te moeten gebruiken om
op de sluiter van de klep te drukken om deze te openen.
moet het vullen voortgezet worden tot de nominale waarde
bereikt wordt die voor de installatie voorgeschreven is.
Controleer de hydraulische afdichting van de pakkingen.
Er wordt aangeraden deze handelingen te herhalen nadat het
apparaat enkele uren gewerkt heeft en om regelmatig de druk
van de installatie te controleren.
A
dat de elektrische stroomtoevoer is uitgeschakeld.
Het apparaat moet worden aangesloten op de netspanning met
een omnipolaire schakelaar met een minimum 3 mm opening
tussen de contacten of met een systeem dat de volledige
ontkoppeling van het apparaat volgens de voorwaarden van
de overspanning categorie III mogelijk maakt.
op jaarbasis en weer andere onderhoudsingrepen moeten
uitgevoerd worden door de Technische Service die de
technische competentie en voorbereiding heeft en bovendien
over originele reserveonderdelen beschikt.
Gebruik geen schuursponsjes of schurende of
corroderende reinigingsmiddelen waardoor de gelakte
oppervlakken beschadigd kunnen raken.
Wanneer dit nodig is, moeten de externe oppervlakken
van de ventilatorconvector Air Leaf gereinigd worden met
een zachte en met water bevochtigde doek.
INSTALLATIE
NL
9