MSA Workman Manual Del Usuario página 34

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 24
NEDERLANDS
P/N 10112828
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
1. Functie en toepassing: De MSA kop van de Workman driepoot is een aluminium legering en de poten gemaakt zijn van een hoogwaardige aluminium legering. Die
driepoot voldoet aan de EN 795 klasse B norm. De driepoot is een transporteerbaar tijdelijk verankeringapparaat voor bescherming tegen vallen en een reddingssysteem.
Het kan worden gebruikt voor valbescherming, redding, terughalen, evacuatie - afhankelijk van welke aangebrachte elementen zijn meegeleverd. In afbeelding 32
wordt de configuratie van de optionele accessoires en de typische toepassingen van deze systemen weergegeven.
2. Gebruik van de bevestigingen aan de MSA Workman driepoot: (1) Het centrale spiloog dient te worden gebruikt voor persoonlijke valbescherming, zoals de flexibele
verankeringlijn (EN 353-2) of de aan de MSA bevestigde armtakel (afb. 28&29). Raadpleeg de apart meegeleverde gebruiksaanwijzing voor het installeren en gebruik
van deze optionele onderdelen (Afb. 7). (2) De aan de zijkant bevestigde spilogen worden gebruikt om accessoires te bevestigen zoals de MSA splitmontage katrol,
P/N 506222, voor de MSA aan de zijkant bevestigde takel (afb. 26&27), en de MSA redding RTFA (terugtrekbaar type valbescherming) (afb. 6). (3) De MSA aan de
zijkant bevestigde takel is gemonteerd op de driepoot in samenhang met de MSA splitmontage katrol, P/N 506222, en karabijnhaak, P/N 10089207. (4) De MSA
RTFA en redding RTFA zijn bevestigd aan de driepoot door middel van pootbevestiging consoles, P/N 506216 of 506232. (5) Er is één borgpen in iedere uitschuifbare
poot. Iedere pen wordt aangebracht in de hiervoor bestemde gaten in de bovenste en onderste poten nadat de poot naar wens is uitgeschoven (Afb. 8). (6) De band
pootsteun is noodzakelijk om de poten van de driepoot in positie te houden en de toegepaste belasting tijdens het gebruik van het systeem te verdelen (afb. 52).
Driepoten hebben hulpstukken aan de onderkant van iedere onderste poot, waardoor de bodemriem van de poot doorheen wordt gehaald. De montage is volledig
geassembleerd wanneer het einde door alle drie de hulpstukken wordt gehaald en met de gesp is verbonden en vastgemaakt. (7) De pootriem kan ook worden
verbonden aan de kop van de driepoot met karabijnhaak P/N 10089207, en worden gebruikt als een draagriem (Afb. 9). (8) De nylon draagtas wordt gebruikt om de
driepoot tijdens transport en opslag te beschermen (Afb. 10). (9) Karabijnhaak P/N 10089207 wordt gebruikt om de optionele MSA Split-Mount katrol P/N 506222 aan
de hulpstukken, aan de zijkant van de kop van de driepoot te monteren. (10) De splitmontage katrol is ontworpen om te functioneren in samenhang met een redding
RTFA of MSA zijbevestiging takel, waarbij de kabel van de redding RTFA of takel door de aan de zijkant bevestigde katrol beweegt en afdaalt in het midden van het
werkgebied. (11) De optionele MSA armtakel of een MSA RTFA kunnen worden bevestigd aan het centrale bevestigingspunt van de kop van de driepoot. (12) Neem
contact op met MSA voor informatie over de aansluiting van de optionele onderdelen van de driepoot of bekijk de aparte gebruiksaanwijzingen die bij ieder onderdeel
meegeleverd zijn.
3. Bedieningsinstructies: Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker van de MSA Workman driepoot om ervoor te zorgen dat hij/zij bekend is met deze
gebruikersinstructies en door een ter zake kundig persoon is getraind. Verzeker u ervan dat u voldoende bent opgeleid met het gebruik van deze MSA Workman
driepoot en verzeker u ervan dat u volledig begrijpt hoe de uitrusting werkt.
4. Bedieningshandleiding: Open de beperkte ruimte van de gesloten ruimte niet voordat de installatie van de driepoot en alle andere systeemonderdelen zijn voltooid.
De driepoot opzetten en aanpassen (Afb. 13-18): Stap 1: Zet de driepoot in een staande positie met de poten naar beneden. Stap 2: Scharnier iedere poot afzonderlijk
aan de buitenste en vergrendelde positie vast. Let op dat iedere poot automatisch naar boven sluit wanneer het scharnier zich vergrendeld. Controleer dat het
scharnier zeker vergrendeld is. Stap 3: Plaats de poten op het luikdeksel in overeenstemming met de afmetingen van het werkgebied en de oppervlaktesituaties. Zie
6: Ontwerpverklaringen: paragraaf 4 voor spelingvereisten. Stap 4: Optionele onderdelen voor bevestiging aan de kop van de driepoot, zoals de Split-Mount katrol,
moeten nu aan de kop van de driepoot worden bevestigd. Volg de gebruikersaanwijzingen voor elk optioneel onderdeel dat aan de driepoot bevestigd moet worden.
Stap 5: Schuif iedere poot van de driepoot afzonderlijk omhoog door de pen uit te trekken (bevestigd aan het bovenste deel), schuif het onderste deel incrementeel
uit en bevestig de pen weer. Herhaal dit voor iedere poot totdat de kop van de driepoot op de gewenste hoogte is. De kop van de driepoot moet waterpas zijn als
de installatie is voltooid. Schuif iedere afzonderlijke poot niet te ver uit daar dit de driepoot kan laten omvallen. De poten van de driepoot mogen niet verder worden
uitgestrekt dan de maximale markering, zie afb. 8. Stap 6: Indien de juiste hoogte is bereikt, controleert u dan dat de driepoot stabiel en loodrecht staat. Haal de
bodemriem door de poten aan de onderkant van de driepoot poten. Controleer dat alle pootpennen goed vastzitten en zet het voetstuk in de staande positie. Verbind
de riem door alle verbindingstukken door het losse einde van het web door de gesp heen te trekken. Als de hele uitrusting voor de driepoot op zijn plaats is, controleert
u dan nogmaals dat deze loodrecht staat en stabiel staat. Voer de laatste correcties nog uit. Verwijder vervolgens het luik en de mangatdeksel.
Ga omgekeerd te werk om de driepoot te transporteren of om op te bergen. Om de scharniervergrendeling van de poten te ontsluiten, trekt u de poot naar beneden en
scharniert u hem naar binnen. Maak de driepoot poten goed samen vast met de onderste riem zoals aangegeven (Afb. 18).
5. Richtlijnen voor inspectie: Stap 1: Inspecteer de driepoot etiketten om te verifiëren dat ze aanwezig en leesbaar zijn. Controleer het formele inspectierooster om u
ervan te verzekeren dat een formele inspectie in de afgelopen 6 maanden is uitgevoerd. Indien er niet is aangegeven dat er in de afgelopen 6 maanden een formele
inspectie is uitgevoerd (uitgeponst), of als er etiketten ontbreken of onleesbaar zijn, gebruikt u de driepoot dan niet en markeert u deze als "ONBRUIKBAAR" totdat
er een officiële inspectie is uitgevoerd door een bevoegd persoon. Stap 2: Inspecteer de kopmontage op corrosie, barsten, vervormingen, breuken, veranderde of
ontbrekende elementen, tekenen van verbranding, overmatige verhitting en chemische aantasting. Stap 3: Inspecteer alle metalen onderdelen (zoals de kop, poten,
pootpennen, bevestigingspennen, voetstuk) op vervorming, breuken, barsten, corrosie, putvorming, bramen, scherpe randen, kloven, diepe inkepingen, ontbrekende
of losse onderdelen, onjuist functioneren en op tekenen van overmatige hitte of chemische blootstelling. Stap 4: Inspecteer alle niet-metalen onderdelen (zoals
antislipvoetstukken, etiketten en riemen onderaan de poot) op kloven, breuken, overmatige slijtage, ontbrekende en loszittende onderdelen. Inspecteer op tekenen van
verbranding, overmatige hitte en chemische aantasting. Stap 5: Controleer de functie van de poten van de driepoot. De poten moeten gemakkelijk bewegen indien ze
in de pootzakken zitten en stevig vastzitten als ze helemaal uitgeschoven zijn. De onderste poten moeten gemakkelijk over de gehele lengte binnen de bovenste poten
schuiven. De basis van de driepoot moet gemakkelijk kunnen draaien en vlak op de grond staan indien de driepoot is opgezet. Stap 6: Inspecteer ieder onderdeel en
subsysteem van het volledige systeem in overeenstemming met de geldende instructies van de fabrikant. Gedetailleerde inspecties moeten worden genoteerd in de
Inspectie controlelijst. Na de inspectie, markeer of pons het inspectielabel om aan te geven dat een volledige formele inspectie is voltooid.
6. Ontwerpverklaringen: (1) De oppervlakte (verankering) waar een driepoot is geïnstalleerd mag de helling van 152 mm over 3 m afstand niet overschrijden. Een
helling die groter is dan 2,8° kan de driepoot doen verschuiven of laten omvallen.
(2) De stevigheid van de ondergrond (basis, vloer) waarop de driepoot wordt geplaatst, mag niet minder dan 10KN bedragen. De driepoot is bedoeld voor gebruik door één
persoon. Ander personeel dat in deze directe omgeving werkzaam is als onderdeel van een begeleidend team zal afzonderlijke en onafhankelijke veiligheidssystemen
voor hun doel en werkfunctie moeten gebruiken.
(3) Noodzakelijke minimale vrije ruimte onder de gebruiker MOET altijd aanwezig zijn om een botsing met een gebouw/constructie of aanraking met de grond te
voorkomen. De hoeveelheid ruimte is afhankelijk van het gebruikte type verbindingssubsysteem en de locatie van de verankering of ankerverbinding. Voorkom vallen
door schommelen en voorkom dat er in of dichtbij het valpad objecten staan. Werk te allen tijde onder de verankering/ankerverbinding. Indien deze waarschuwing niet
© 2011 MSA
Page 33
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido