2.3
Beperkingen als voorzien in EN 250: 2000
Een duiktoestel kan bestaan uit afzonderlijke componenten: cilinder(s), ademautomaat(maten),
manometer. De SCUBAPRO ademautomaten die in deze handleiding worden beschreven,
kunnen worden gebruikt met componenten die overeenkomstig richtlijn 89/686/EEG en de
norm EN 250: 2000 zijn gecertifi ceerd. De lucht in de cilinder moet voldoen aan de eisen die
in norm EN 12021 worden gesteld aan ademlucht. De maximale duikdiepte is 50 meter (164
foot), maar duikers dienen de limieten te respecteren die in de plaatselijke regelgeving voor
de desbetreffende duiklocatie zijn gesteld.
! WAARSCHUWING
Een duikset die voldoet aan de eisen van de EN 250-norm, is niet bedoeld om meer
dan één duiker op hetzelfde moment van lucht te voorzien.
Als de duikset op hetzelfde moment door meerdere duikers wordt gebruikt, voldoen
de luchtopbrengst en de prestaties in koud water mogelijk niet meer aan de eisen als
gesteld in de EN 250-norm.
3. BELANGRIJKE AANDACHTSPUNTEN
Wij vragen voor uw veiligheid bij het gebruik van SCUBAPRO® levensondersteunende
apparatuur uw aandacht voor het volgende:
1. Gebruik de apparatuur overeenkomstig de aanwijzingen die in deze handleiding staan
vermeld, en pas zodra u alle aanwijzingen en waarschuwingen heeft gelezen en begrepen.
2. Gebruik van de apparatuur is beperkt tot de toepassingen als vermeld in deze
handleiding en tot toepassingen die SCUBAPRO schriftelijk heeft goedgekeurd.
3. Cilinders mogen uitsluitend gevuld worden met gecomprimeerde atmosferische lucht
conform de norm EN 12021. Indien zich vocht in de cilinder bevindt, kan dit niet alleen
leiden tot corrosie van de cilinder, maar ook tot bevriezing en als gevolg daarvan een
slechte werking van de ademautomaat tijdens duiken die bij lage temperaturen worden
gemaakt (lager dan 10°C (50°F)). Cilinders moeten conform de lokale regelgeving
ten aanzien het transport van gevaarlijke goederen worden vervoerd. Op het gebruik
van de cilinder is de wetgeving van toepassing waarin het gebruik van gassen en
gecomprimeerde lucht is geregeld.
4. De apparatuur dient door gekwalifi ceerd personeel met de voorgeschreven frequentie
geïnspecteerd en onderhouden te worden. Reparatie en onderhoud dient te worden
verricht door een erkende SCUBAPRO dealer. Hierbij dient uitsluitend gebruikte worden
gemaakt van originele SCUBAPRO onderdelen.
5. Indien de apparatuur onderhouden of gerepareerd wordt zonder dat hierbij de
procedures zoals goedgekeurd door SCUBAPRO worden nageleefd, indien de
werkzaamheden worden verricht door niet-opgeleid of niet door SCUBAPRO
gecertifi ceerd personeel of indien de apparatuur op een andere wijze of voor een ander
doel wordt gebruikt dan specifi ek aangegeven, wordt de aansprakelijkheid voor de juiste
en veilige werking van de apparatuur overgedragen aan de eigenaar/gebruiker.
6. Indien de apparatuur wordt gebruikt in koud water (temperatuur onder 10°C (50°F)),
dient u een ademautomaat te gebruiken die voor dergelijke temperaturen geschikt is.
! WAARSCHUWING
Voor duiken in koud water heeft u speciale apparatuur en technieken nodig. Voordat
u in koud water gaat duiken, raden wij u met klem aan hiervoor een opleiding te
volgen bij een erkende opleidingsorganisatie.
86