Speciale Functies - Comelit 1424 Manual Tecnico

Ocultar thumbs Ver también para 1424:
Tabla de contenido
Werking van de deurselector art. 1424
Met de deurselector art. 1424 kunnen Simplebus-systemen worden
aangelegd met meer dan 240 gebruikers tot een maximum van
120.000 en kan de topologie van het deel van de installatie vóór de
mixers art. 4888 en art. 4888C worden geoptimaliseerd. Bovendien
kunnen multi-villa-installaties met deuren en portierscentrale worden
gerealiseerd waarmee tot 500 Simplebus Comelit-kits centraal kunnen
worden geregeld. Het is ook mogelijk om meerdere centrales te
beheren en om de alarmsignaleringsfunctie* naar de centrales op de
installatie toe te passen.
* Voor deze functie moeten het type en de revisie-index van de
producten voldoen aan de gegevens in de tabel.
WERKING
De deurselector art. 1424 heeft 4 werkwijzen, de werkwijze moet op
basis van het type en de plaats van de deurselector in het systeem
worden gekozen:
STANDAARD (gelijk aan die van art. 1224A)
TOP 1 (deurselector voor één zone in systemen zonder centrale of met
één centrale)
TOP 2 (deurselector voor één zone in systemen met meerdere centrales)
TOP 3 (deurselector voor meerdere zones).
STANDAARDMODUS (zie schema pag. 22):
Zet de dipswitches van S3 op OFF om de STANDAARD-modus in
te stellen.
Elke selector is uitgevoerd met 2 dipswitches met ieder 8 schakelaars
(zie afb. op pag. 3):
- S1 is de minimale waarde MIN van het bereik
- S2 is de maximale waarde MAX van het bereik van de gebruikerscodes
die door elke stamleiding worden beheerd.
Om de waarden in te stellen verwijzen wij naar de tabel op pag. 12.
LET OP! Bij meerdere selectors mogen de codes elkaar niet overlappen.
TOP 1 -MODUS (zie schema's pag. 13, 14, 16, 19, 20, 22):
Standaardmodus.
Om de TOP 1 -modus in te stellen moeten de dipswitches van S3
als volgt worden geplaatst:
DIP 1- ON
DIP 2- OFF
De deurselector bepaalt een gebied van de installatie (ZONE genoemd).
Dit gebied wordt gekenmerkt door het adres dat op de schakelaars van
de dipswitch S1 is ingesteld en door de stand van JP2.
Het adres is een nummer tussen 1 en 500 en kan geen bereik zijn; het
zone-adres wordt ingesteld met de dipswitch S1 (volgens de tabel
op pag. 12) en JP2. De dipswitch moet op A worden gezet om de
adressen van 1 tot 250 te beheren of op B om de adressen van 251
tot 500 te beheren.
Op de uitgang LM-LM van elke deurselector kunnen tot 240
gebruikers aangesloten worden (zoals voor een normaal Simplebus
Color-systeem) met mixers art. 4888C en accessoires (art. 1256, art.
1259C, 1224A, 1257); NIET de portierscentrale art. 1998A of art.
1998V. Op de ingang LS-LS van de deurselector kunnen deuren in de
STANDAARD-modus aangesloten worden en accessoires (art. 1256,
art. 1259C, 1224A, 1257).
Op de ingang LPin-LPin moeten de bedrade deuren in de TOP*-
modus worden ingesteld en kan één centrale art. 1998A of art.
1998V worden ingesteld (in de modus ENKEL, SERIE of PARALLEL
zie MT/SB/01). Alle oproepen vanaf een deurtelefoon of een monitor
naar de centrale worden naar de enig aanwezige centrale in het
systeem gezonden. Het is NIET mogelijk de interne activering naar
bedrade deuren op de ingang LPin-LPin van de deurselector art. 1424
te beheren.
LET OP! In één systeem kunnen niet 2 deurselectors art. 1424 met
hetzelfde ZONE-adres bestaan.
TOP 2 -MODUS (zie schema's pag. 18, 23):
Om de TOP 2 -modus in te stellen moeten de dipswitches van S3
als volgt worden geplaatst:
DIP 1- ON
DIP 2- ON
De deurselector bepaalt een gebied van de installatie (ZONE genoemd).
Dit gebied wordt gekenmerkt door het adres dat op de schakelaars
van de dipswitch S1 is ingesteld en door de stand van JP2.
Het adres is een nummer tussen 1 en 500 en kan geen bereik zijn; het
zone-adres wordt ingesteld met de dipswitch S1 (volgens de tabel
8
op pag. 12) en JP2. De dipswitch moet op A worden gezet om de
adressen van 1 tot 250 te beheren of op B om de adressen van 251
tot 500 te beheren.
Op de uitgang LM-LM van elke deurselector kunnen tot 240
gebruikers aangesloten worden met mixers art. 4888C, accessoires
(art. 1256, art. 1259, 1224A, 1257) en OOK een portierscentrale art.
1998A of art. 1998V.
Op de ingang LS-LS van de deurselector kunnen secundaire deuren
in de STANDAARD-modus aangesloten worden en accessoires.
Op de ingang LPin-LPin moeten de bedrade deuren in de TOP*-
modus worden ingesteld en kunnen maximaal twee hoofdcentrales
* art. 1998A of art. 1998V worden geïnstalleerd (in de modus SERIE
of PARALLEL zie MT/SB/01). De deurtelefoons en monitors kunnen
een gedifferentieerde oproep* naar de secundaire centrale van de
stamleiding of de hoofdcentrale zenden. Het is NIET mogelijk de
interne activering naar bedrade deuren op de ingang LPin-LPin van
de deurselector art. 1424 te beheren.
LET OP! In één systeem kunnen niet 2 deurselectors art. 1424 met
hetzelfde ZONE-adres bestaan.
* Voor deze functie moeten het type en de revisie-index van de
producten voldoen aan de gegevens in de tabel.
TOP 3 -MODUS (zie schema's pag. 19, 23):
Om de TOP 3 -modus in te stellen moeten de dipswitches van S3
als volgt worden geplaatst:
DIP 1- OFF
DIP 2- ON
De deurselector moet gebruikt worden om alle hoofdingangen te
bedraden in het deel van de installatie bij de ingang van de klemmen
LPin-LPin van de deurselectors art. 1424 in de TOP 1 - of TOP
2-modus. De deurselector art. 1424 in de TOP 3 -modus beheert de
ZONES in het ingestelde bereik. De bereiken worden ingesteld met de
dipswitch S1, S2 (volgens de tabel op pag. 12) en JP2.
Het bereik kan worden UITGEBREID (van 1 tot 500 door de
dipswitches van S1 op OFF te zetten, de dipswitches van S2 op
ON en JP2 op A) of BEPERKT, maar alleen in de intervallen tussen 1
en 250 (door het MIN bereik op S1, het MAX bereik op S2 en JP2
op A in te stellen) of van 251 tot 500 (door het MIN bereik op S1, het
MAX bereik op S2 en JP2 op B in te stellen).
LET OP! Bij meerdere selectors mogen de codes elkaar niet overlappen.
Op de TOP 3 -deurselector kunnen alleen entreepanelen in de TOP*-
modus worden aangesloten. Bij hoofdportierscentrales art. 1998A of
art. 1998V mag de TOP 3 -deurselector alleen VÓÓR de hoofdcentrale
geïnstalleerd worden. Het is NIET mogelijk de interne activering naar
bedrade deuren op de ingang LPin-LPin van de deurselector art. 1424
te beheren.

SPECIALE FUNCTIES

Voor elk van de voorgaande 4 werkwijzen is het volgende mogelijk:
- de distributie in cascade van de busleiding. JP3 moet alleen op de laatste
deurselector ingeschakeld blijven (zie SBTOP/018PX op pag. 20).
- de zelfvoedende functie van de ingang LS-LS waarmee de
stamleiding bij de uitgang van de klemmen LM-LM kan worden
beheerd zonder dat een speciaal secundair entreepaneel nodig is.
JP1 moet op A worden gezet om de functie in te schakelen (zie
SBTOP/010PX op pag. 22).
Tabel artikelen Simplebus TOP
Art. 5714C R.I. 007 - Art. 5814C R.I. 002 - Art. 6114C R.I. 015
GRONDPLATEN
Art. 2608 R.I. 006 - Art. 2610 R.I. 008 - Art. 2619 R.I. 000
DEURTELEFOONS
Art. 2628 R.I. 005 - Art. 2638 R.I. 006
Art. 1424 R.I. 002
DEURSELECTORS
Art. 4888C R.I. 013
MIXERS
Art. 1602 R.I. 027 - Art. 1602VCF R.I. 002
Art. 3340 R.I. 021 - Art. 3342 R.I. 021 - Art. 3070/A R.I. 010
ENTREEPANELEN
Art. 3072/A R.I. 010 - Art. 4660C R.I. 013
Art. 1998A R.I. 006 - Art. 1998V R.I. 001 - Art. 1998VC R
CENTRALES
Art. 1249/A R.I. 002
SOFTWARE
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido