RHYTHM DESIGNER RD-8 Bediening
(NL) Bediening
Volume sectie
(1)
(2)
(1) MEESTER – Regelt het belangrijkste uitgangsniveau.
(2) TELEFOONS – Past het hoofdtelefoonniveau aan. Merk op dat het
koptelefoonsignaal voor bewakingsdoeleinden voor de golfontwerper en
filterbus wordt genomen.
FX-SECTIE
Analoog Filter
(3)
(4)
(5) (6)
(3) AFSNIJDEN – Past de afsnijfrequentie van het filter aan.
(4) HPF – Schakel het filter tussen hoogdoorlaatfilter (HPF) en
laagdoorlaatfilter (LPF).
(5) AAN – Zet het filter in het circuit als het verlicht is.
(6) RESONANTIE – Past de resonantie van het filter aan. Dit benadrukt de
frequenties rond het afsnijpunt.
Wave-ontwerper
(7) (8)
(9)
(10)
(7) AANVAL – Bestuurt het aanvalsgedeelte van het wave-ontwerpcircuit.
Draai tegen de klok in (CCW) om het aanvalsgedeelte van het signaal te
verminderen en met de klok mee (CW) om het aanvalsgedeelte van het
geselecteerde signaal te versterken.
(8) SIG – Geeft aan dat er een signaal aanwezig is in het golfontwerpcircuit.
(9) STUREN – Activeert het toewijzingsmenu van de wave-ontwerper. De
knop is verlicht als er een of meer stemmen aan deze bus zijn toegewezen.
DUURZAAM – Regelt het sustaingedeelte van het wave-ontwerpcircuit.
(10)
Draai CCW om het sustaingedeelte van het signaal te verminderen en draai
CW om de sustain te verlengen.
Bewerk sectie
(11)
(12)
(13)
(14)
SPAREN – Sla een nummer of patroon op een geheugenlocatie op.
(11)
KOPIËREN – Kopieer een nummer of patroon naar een andere
(12)
geheugenlocatie.
WISSEN – Verwijder het geselecteerde nummer of patroon.
(13)
DUMP – Voert een MIDI SysEx-dump van patroon / song uit.
(14)
Mode Sectie
(15)
(16)
(17)
LIED – Ga naar de liedmodus. Cue 1 van 16 nummers.
(15)
PATROON – Ga naar de patroonmodus. Gebruik de 16 beschikbare
(16)
patronen om je nummer op te bouwen.
STAP – Toont elke beschikbare stap voor de geselecteerde voice
(17)
(maximaal 64 stappen per patroon).
Sync-sectie
(18) (19) (20) (21) (22)
FIETS- Loopt door de verschillende SYNC-opties. Interne, MIDI, USB of
(18)
externe klok.
INTERN – De eenheid is de synchronisatiemaster.
(19)
MIDI – De synchronisatie is afkomstig van MIDI in de poort.
(20)
USB – Synchronisatie wordt overgenomen van de USB-poort.
(21)
CLK – De synchronisatie wordt overgenomen van de externe klokingang.
(22)
39
Quick Start Guide