Ariston DEOS 16s Manual De Uso página 49

De ontvochtiger kan het condenswater op twee manieren afvoeren:
1. AFVOER IN CONDENSVERZAMELVAATJE
Het condenswater wordt direct in een condensverzamelvaatje verza-
meld, dat zich onderin de ontvochtiger bevindt. Wanneer dit reservoir
vol is, komt het toestel automatisch tot stilstand, het controlelampje
"Condensverzamelvaatje vol" licht op en op het display verschijnt de
tekst "P2".
LEGEN VAN HET CONDENSVERZAMELVAATJE
- Trek het vaatje voorzichtig naar buiten met behulp van de handgre-
pen aan de zijkanten (afb . A).
- Trek het vaatje volledig naar buiten en let er daarbij op dat u geen
condenswater morst.
- Plaats het vaatje niet op de grond; aangezien het aan de onderkant
onregelmatig van vorm is, zou het kunnen omvallen, waardoor het
condenswater kan wegstromen.
- Voer het water af.
- Zet het vaatje weer terug in de ontvochtiger. Deze zal automatisch
opnieuw in werking treden.
LET OP:
- Zorg dat de vlotter die in het vaatje zit, er niet uitspoelt terwijl
men het water laat weglopen.
- Plaats het vaatje (na het legen) op de juiste manier weer in de
ontvochtiger.
- Bij foutieve plaatsing kan het gebeuren dat de ontvochtiger niet
wil opstarten. Controleer dat het controlelampje "Condensverza-
melvaatje vol" uit is. Men raadt aan om op het bovenste gedeelte
van de ontvochtiger te kloppen voordat men het condensverza-
melvaatje eruit haalt, op die manier weet men zeker dat al het
water in het vaatje loopt. Het is niet uitgesloten dat er enkele
druppels water vallen nadat men het condensverzamelvaatje er-
uit heeft gehaald.
- Voordat men een willekeurige ingreep op het apparaat uitvoert,
moet men eerst de voedingsspanning uitschakelen.
2. CONTINUE AFVOER
Dit laat toe om het condenswater af te voeren zonder dat het verza-
meld wordt in het condensverzamelvaatje. Dit is bijzonder interessant
wanneer het nodig is om de ontvochtiger lange tijd te laten werken,
zonder dat het mogelijk is om het condensverzamelvaatje herhaaldelijk
te legen.
INSTRUCTIES
- Verwijder de rubberen dop uit het gat rechts aan de achterkant van
de eenheid (afb . B).
- Sluit een slang (niet meegeleverd) met binnendiameter 10 mm aan
op het gat (afb . C). Zorg ervoor dat het andere uiteinde van de slang
eindigt in een waterverzamelpunt dat lager ligt dan het niveau van
het afvoergat.
- Schakel de eenheid in.
CONDENSAFVOER
BE
fi g.A
fi g.B
fi g.C
49