Ricon S Serie Manual De Instrucciones página 29

B. DOORSMEREN
Afhankelijk van het gebruik moet het doorsmeren minstens elke zes maanden of vaker uitgevoerd worden. Zie
Figuur 13 en het onderhoudsschema op de volgende pagina. Smeer het hefplateau op de aangegeven
smeerpunten. Als het hefplateau een gescheiden platform heeft, overtuig u er dan van dat de platformtrekstangen
vrij, schoon en gesmeerd zijn.
C. ONDERHOUDSSCHEMA
Onder normale werkomstandigheden zijn er tenminste elke zes maanden (1750 bewegingen) onderhoudsinspecties
nodig, en moet er een grondige inspectie worden uitgevoerd volgens de intervallen aangegeven in Tabel 2. Het
onderhoudsschema moet worden geïntensiveerd bij omstandigheden van overmatig gebruik en/of zware
toepassingen (meer dan 10 bewegingen per dag).
SERVICEPUNT
Algemene staat
Bedieningsunit
Voertuigonderstel
Elektrische kabels
Voertuigvergrendeling
Stickers
Railingen
Hefplateau-
bevestigingen en
steunpunten
Hoofdhefscharnieren
Platform en platform-
bevestigingspunten
Binnenste drempel
(brugplaat)
Platformdrempel
2 - 12
TABEL 2: ONDERHOUDSSCHEMA
ACTIVITEIT
DAGELIJKSE VEILIGHEIDSINSPECTIE
Controleer op enigerlei ongewone geluiden terwijl het hefplateau functioneert
(bijv. knarsen of vastlopen).
• Controleer of de bedieningsunit niet beschadigd is
• Controleer of de kabelaansluitingen goed vastzitten.
VEERTIENDAAGSE VEILIGHEIDSINSPECTIE
• Inspecteer de bodem van het voertuig voor ongewone toestanden.
Inspecteer de elektrische kabels op gerafelde of versleten draden, losse
aansluitingen, enz.
Plaats het voertuig in de NIET-VERGRENDELDE modus en probeer het
hefplateau te bedienen.
Controleer of alle stickers goed vastzitten op het hefplateau, en of ze goed
zichtbaar en leesbaar zijn. Vervang ze indien nodig.
Controleer of alle railingen goed bevestigd zijn.
• Controleer of alle bevestigings- en steunpunten van het hefplateau goed in
orde en niet beschadigd zijn.
• Controleer of alle bevestigingsbouten goed vastzitten.
Controleer of alle bewegende framepennen juist geïnstalleerd, niet
beschadigd en vergrendeld zijn.
Controleer of het platform tijdens alle heffuncties juist en zonder obstructies
functioneert.
• Controleer of de binnenste drempel tijdens alle heffuncties juist en zonder
obstructies functioneert.
• Controleer of de binnenste drempel volledig omhoog komt als het platform
op het juiste niveau van de voertuigvloer stopt.
• Controleer of de platformdrempel volledig opent zodra het platform de
begane grond raakt.
• Controleer of de platformdrempel sluit en vergrendelt wanneer het platform
van de begane grond loskomt.
32DS0001.C