nl
NEDERLANDS
2. Schakelaarvergrendeling (5) drukken en
ingedrukt houden.
3. Voor het inschakelen de schakelaar (6)
indrukken. Het toerental kan door het indrukken
worden veranderd.
7.3
Gereedschap stoppen
Schakelaar (6) loslaten. Gereedschap met beide
handen aan de handgrepen vasthouden en
wachten, totdat het gereedschap volledig tot
stilstand is gekomen.
7.4
Maaien
De draadkop (14) altijd dicht bij de grond bewegen.
Draadkop (14) gelijkmatig heen en weer bewegen.
Langzaam en voorzichtig naar voren gaan.
7.5
Snijddraad opnieuw instellen
Met draaiend gereedschap de draadkop (14) kort
tegen de grond tikken: er wordt ongeveer 3 cm
draad aangevoerd. Een te lange draad wordt
automatisch afgesneden door de draadafkorter
(12).
Als de draden direct bij de kop afscheuren of te kort
zijn, moeten ze met de hand eruit worden
getrokken:
WAARSCHUWING! Accupack (9)
verwijderen. Ongewenst starten kan ernstig
letsel veroorzaken. Het gereedschap moet
stilstaan.
- Gereedschap uitschakelen, motor tot stilstand
laten komen, accupack (9) verwijderen.
- Kap (17) drukken en gedrukt houden.
- Draad met de hand eruit trekken.
- Indien de snijddraad op is: zie hoofdstuk 6.4.
8. Reinigen, transporteren,
opbergen
WAARSCHUWING! Accupack (9)
verwijderen. Ongewenst starten kan ernstig
letsel veroorzaken. Het gereedschap moet
stilstaan.
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel door
scherpe snijdrand aan de draafafkorter (12).
Draag veiligheidshandschoenen.
8.1
Reinigen
• Na elk gebruik reinigen: verwijder grasresten,
bladeren, verontreinigingen en andere
afzettingen.
8.2
Transporteren, opbergen
• Het gereedschap voor het opbergen reinigen en
onderhouden.
• De snijddraad altijd vochtig houden. Een droge
snijddraad scheurt sneller en verslijt sneller.
Bijvoorbeeld de snijddraad uit de spoel halen en
in een kom met water leggen.
• Controleer dat de machine geen losse of
beschadigde onderdelen bezit.
Indien noodzakelijk:
- Vervang de beschadigde onderdelen.
32
- Draai de schroeven vast.
- Indien nodig door een gespecialiseerde
werkplaats laten repareren.
• Machine op een droge plek bewaren.
• Zorg ervoor dat kinderen niet in de buurt van de
machine kunnen komen.
• Voor het ruimtebesparend transporteren of
opbergen kan de stang (1) in twee delen worden
gedeeld. Zie hoofdstuk 6.1.
• Voor het transporteren in een veilige positie
zekeren.
9. Onderhoud
WAARSCHUWING! Accupack (9)
verwijderen. Ongewenst starten kan ernstig
letsel veroorzaken. Het gereedschap moet
stilstaan.
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel door
scherpe snijdrand aan de draafafkorter (12).
Draag veiligheidshandschoenen.
9.1
Algemeen onderhoud
• Controleer de machine voor elk gebruik op
beschadigde, ontbrekende of losse onderdelen
zoals schroeven, moeren, bouten en doppen.
• Het gereedschap na elk gebruik op beschadiging
en slijtage controleren en, indien nodig, in een
gespecialiseerde werkplaats laten herstellen.
• Draai alle bevestigingen en doppen goed vast.
• Reinig de machine met een droge doek. Gebruik
geen water
• Voer nooit onderhoudswerkzaamheden aan
beschadigde accu's uit. Er mag uitsluitend
door de fabrikant of erkende
servicewerkplaatsen onderhoud aan de accu's
worden uitgevoerd.
9.2
Snijddraad vervangen
Zie hoofdstuk 6.4.
Bestelnummer zie hoofdstuk 11.
9.3
Smeren
Smeren is niet nodig.
10. Problemen en storingen
Een lichtdiode van de capaciteitsweergave (10)
knippert.
Accupack leeg.
- Accupack opladen.
Gereedschap wordt erg luid.
Snijddraad is te kort
- Snijddraad opnieuw instellen (zie hoofdstuk 7.5)
Alle lichtdioden van de capaciteits- en
signaalindicatie (10) knipperen.
Overbelasting.
- Laat het gereedschap afkoelen.
- Beweeg langzamer naar voren.