1
Veiligheidsrichtlijnen
1.
Houd de installatiehandleiding aan.
2.
Gebruik de apparatuur
• waarvoor het is bedoeld
• in goede conditie
• met aandacht voor de veiligheid en risico's.
3.
Houd er rekening mee dat de apparatuur exclusief is
bedoeld voor de applicaties zoals beschreven in deze
installatiehandleiding (zie 2 Technische Data). Elk
ander gebruik wordt gezien als gebruik niet conform
de bedoeling en doet de garantie komen te vervallen.
4.
De montage, de inbedrijfstelling, het onderhoud en de
instelling mogen alleen door geautoriseerd personeel
worden uitgevoerd.
5.
Storingen die de veiligheid kunnen beïnvloeden
dienen direct te worden opgelost.
2
Technische Data
Media
Standaard medium:
Aansluitingen/afmetingen
Aansluitmaten:
Drukwaarden
Min. bedrijfsdruk:
Max. inlaatdruk met
transparant filterhuis:
Uitgangsdruk:
Bedrijfstemperatuur
Max. bedrijfstemperatuur
medium volgens EN 1567:
Specificaties
Installatie positie:
Wenk:
Het filter is ontwikkeld voor drinkwaterinstallaties. In
geval van een bedrijfswatertoepassing, moet het filter
van geval tot geval op geschiktheid worden
gecontroleerd.
3
Opties
Voor opties bezoek homecomfort.resideo.com/europe
4
Montage
4.1 Installatie Richtlijnen
•
Installeer in horizontaal leidingwerk met filterhuis naar
beneden gericht
– Deze positie waarborgt een optimale filterwerking
•
Installeren afsluiters
MU1H-1130GE23 R0220
Drinkwater
1
/
" - 2"
2
1,5 bar (dynamische druk)
16 bar
1,5 - 6 bar
30 °C
Horizontaal met filterhuis
naar beneden
NL
•
Waarborg een goede toegankelijkheid
– Drukmeter kan goed worden afgelezen
– De mate van vervuiling kan goed worden
waargenomen met een schoon filterhuis
– Gemakkelijker onderhoud en inspectie
•
De plaats van inbouw moet tegen vorst beschermd
•
Conform EN 806-2 wordt geadviseerd het filter direct
na de watermeter te installeren
•
Teneinde overstroming te voorkomen, wordt
geadviseerd voor een permanente, professioneel
gedimensioneerde afvalwateraansluiting te zorgen
4.2 Montage-instructies
1.
Spoel het leidingwerk grondig door
2.
De filtercombinatie aanbrengen
• Markeer de doorstroomrichting
• Installeer zonder trek- of buigkrachten
3.
Manometer indichten
4.
Stel de uitlaatdruk in
4.3 Terugspoelwaterafvoer
Het terugspoelwater moet zo naar het afvoerkanaal worden
geleid, dat er geen opstuwing kan ontstaan.
Daarvoor zijn er 3 mogelijkheden:
1.
Directe aansluiting:
• Overgangsstuk DN 50/70 en vereiste buizen en
sifon (3 bochtstukken 90°) in DN 70.
2.
Afvoer vrij naar bestaand afvoerputje
3.
Afvoer in open reservoir.
Filtergrootte
1/2" en 3/4"
1" en 1 1/4"
1 1/2" en 2"
*bij 4 bar inlaatdruk en 3 x 3 seconden terugspoelduur
5
Opstarten
5.1 Uitlaatdruk instellen
Stel de uitlaatdruk in op min. 1 bar onder de
inlaatdruk.
1.
Afsluiters op inlaat sluiten
2.
Laat de druk af aan de uitlaatzijde (bijvoorbeeld via
een waterkraan)
3.
Afsluiters op uitlaat sluiten
4.
Sleufschroef losdraaien.
• Verwijder de sleufschroef niet
5.
Verlaag de spanning in de drukveer
• Draai de afstelhendel linksom (-) totdat deze niet
meer beweegt
6.
Afsluitstuk ingangskant langzaam openen
7.
Verstelgreep draaien, tot de instelschaal de gewenste
waarde aangeeft
13
Terugspoelhoeveelheid*
12 liter
15 liter
18 liter