Inbedrijfstelling
Een stoftrechter gebruiken om verontreinigin-
gen te vermijden.
De tankdop (10) er na het tanken handvast
opschroeven.
INBEDRIJFSTELLING
LET OP!
Voor inbedrijfstelling altijd een visuele in-
spectie uitvoeren.
Met een los zittend, beschadigd of versleten
snijmechanisme en/of bevestigingsonderde-
len mag het apparaat niet gebruikt worden.
De motor steeds gebruiken met bescherm-
plaat.
Snij voor gebruik op beschadigingen of
scheuren, te vervangen als ze beschadigd of
versleten onderdelen met originele onderde-
len.
Motor starten
WAARSCHUWING!
De motor nooit in afgesloten ruimten la-
ten lopen. Vergiftigingsgevaar!
Snijdkoorden voor het starten inkorten tot op
13 cm, om de motor niet te overbelasten.
Neem de specifieke voorschriften voor de ge-
bruikstijden in uw land in acht.
Instelling startklep (choke):
zie figuur 6
CHOKE
Koude start
LET OP!
Risico op terugslag!
Het startkoord steeds recht naar buiten
trekken. Niet abrupt laten terugvliegen.
zie figuur 7
1. De Start/Stop-schakelaar (2) in de stand
"Start" zetten.
2. De gashendel loslaten. De gashendel klikt op
halfgasstand vast.
zie figuur 10
469721_a
3. De startklep (7) in de stand „CHOKE" zetten.
4. De brandstoftoevoerknop (8) meermaals in-
5. Telkens vooraleer aan het startkoord te trek-
zie Afb. 11
6. Het startkoord (1) 3-4 keer rechtuit uittrekken
7. De startklep (7) op „RUN" zetten.
8. Het startkoord uittrekken tot de motor aans-
9. Als de motor niet aanslaat, stappen 1 tot 8
Warme start
1. De Start/Stop-schakelaar op "Start" zetten.
2. Chokehendel in de stand „RUN" zetten.
3. Telkens vooraleer aan het startkoord te trek-
RUN
4. Het startkoord maximaal 6 keer snel uittrek-
Motor slaat niet aan
1. Chokehendel in de stand „RUN" zetten.
2. Startkoord 5 keer uittrekken.
Als motor ook nu niet aanslaat
1. 5 minuten wachten en vervolgens nogmaals
drukken, tot brandstof zichtbaar wordt in de
kunststof ballon.
ken, het decompressieventiel (6) indrukken.
Het decompressieventiel (6) springt zelfstan-
dig in de normale positie terug
LET OP!
De bosmaaier vlak en zonder belemme-
ringen op de grond leggen en erop letten
dat het snijgereedschap geen voorwer-
pen en ook niet de grond aanraakt.
Bij het starten niet op het steelbuisstuk
staan of knielen, omdat anders de as
of de buis beschadigd kunnen worden.
Zorg dat u veilig staat, houd het apparaat
met de linkerhand veilig aan de flens van
de behuizing vast.
totdat de motor hoorbaar kort even ontsteekt.
laat.
herhalen.
ken, het decompressieventiel indrukken, (na
het trekken aan het startkoord springt het de-
compressieventiel zelfstandig terug in de nor-
male stand).
ken - de motor slaat aan. De gashendel hele-
maal aangedrukt houden totdat de motor rus-
tig loopt.
proberen met doorgedrukte gashendel.
39