Installatiehandleiding
3
Montage van de interne IFM-modules
Raadpleeg de Afbeelding 2 - PRCAB + IFM, pagina 1.
De interne modules (IFM24160, IFM2L, IFM4R, IFM4IO, IFMDIAL, IFM16IO, IFMNET, IFMLAN, IFMEXT) moeten in
de voorziene ruimte in de kast worden gemonteerd. Aan de beide zijkanten van deze ruimte plaatst men twee
staven voor de bevestiging en de aansluiting van de modules, tot maximum 8 modules per kast.
1.
Bepaal de positie van de module ter hoogte van een van de connectoren op de PCB-staaf voor de montage
van de interne modules vanbinnen in deze ruimte.
De IFM24160-voedingsmodule moet gemonteerd worden met behulp van de eerste connector bovenaan.
De andere interne modules kunnen zowel deze als een willekeurige andere vrije connector gebruiken.
2.
Plaats de module zodat de connector aan de zijkant ter hoogte zit van de gekozen connector op de staaf
en bevestig door naar links te drukken.
3.
Maak de module vast op een van de gaten van de aardingsstaaf met een van de geleverde schroeven.
4.
Voer de bekabelingen van de interne module uit.
4
Bekabeling
De IFMEXT-module beschikt over 7 aansluitklemmen voor het aansluiten van inrichtingen voor signalering,
activering en controle van de inrichtingen van de blusinstallatie.
• 3 aansluitklemmen voor ingang:
- PRESSOS. (paragraaf 2 - [C])
- STOP-EXT (paragraaf 2 - [D])
- MAN-EXT (paragraaf 2 - [E])
• 4 aansluitklemmen voor uitgang:
- VALVE (paragraaf 2 - [F])
- HOLD (paragraaf 2 - [G])
- PRE-EXT (paragraaf 2 - [H])
- RELEASED (paragraaf 2 - [I])
Kables:
Afgeschermde kabel met 2 geleiders
Geschikte diameter (minimum 0.5mm², maximum 2.5 mm²)
Conform met de plaatselijke normen
Nota:
In naleving van de voorschriften van de norm EN12094-1, moet men indien meer dan één
bluskanaal door één enkele Previdia Max-centrale wordt beheerd (meer dan één IFMEXT-
module geïnstalleerd in één enkele centrale), een FPMCPU-eenheid als back-up installeren,
om een middel te bieden voor het manoeuvreren op de functionaliteiten van de
bluskanalen in geval de hoofd-FPMCPU-eenheid buiten dienst is.
Aansluiting van de aansluitklemmen voor ingang
Refer to Afbeelding 3 - Input, pagina 32.
Het schema geeft de aansluiting aan die men op de aansluitklemmen voor ingang moet uitvoeren. De aan te
sluiten inrichtingen zijn de uitgang normaal open van een drukregelaar [A], een uitgang normaal open van een
commando voor onderbreking van het blussen [B] en een uitgang normaal open van een commando voor
activering van het alarm [C]. De weerstanden die men moet gebruiken, zijn dezelfde voor elk kanaal.
Aansluiting van de uitgangkanalen
Refer to Afbeelding 4 - Output, pagina 32.
Het schema geeft de aansluiting aan die men op de ingangkanalen moet uitvoeren. De aan te sluiten
inrichtingen zijn een klep voor vrijgave van het blusgas [A], een inrichting voor signalering van de opschorting
van het blussen [B], een inrichting voor de signalering van de activering van de voorblustijd [C] en een inrichting
voor de signalering van de voltooiing van de vrijgave van het blusgas [D]. De weerstanden die men moet
gebruiken, zijn dezelfde voor elk kanaal.
Montage van de interne IFM-modules
29