installatie
1. Plak het installatiesjabloon op de juiste locatie op het montageoppervlak. Boor acht gaten op de gemarkeerde
plaatsen (Fig. 1).
2. Verwijder het sjabloon en plaats acht plastic ankers (meegeleverd) in de geboorde gaten (Fig. 2).
3. Plaats acht schroeven (meegeleverd) om de achterplaat in de bovenste plastic ankers te bevestigen (Fig. 3).
4. Hang de droger op de basisplaat (Fig. 4).
5. Gebruik de inbussleutel (meegeleverd) om de filtertoegangslade te ontgrendelen en te verwijderen. Draai de
borgschroef vast via het gat aan de onderkant van de droger. Plaats de filtertoegangslade terug in de droger en
vergrendel de beveiligingsschroef. (Fig. 5).
6. a. Sluit de bekabelde stroomvoorziening op de KO-locatie aan op het klemmenblok achter het afdekpaneel (RH-
bodem), achter de filtertoegangslade. Schakel de stroomonderbreker in om de status 'gereed voor gebruik' te
activeren.
A. Sluit de stroomdraad (bruin) aan op het klemmenblok gemarkeerd met "L".
B. Sluit de nuldraad (blauw) aan op het klemmenblok gemarkeerd met "N".
C. Sluit de aardingsdraad aan op het klemmenblok gemarkeerd met "
omhuld met groene en gele buizen. De kleuren van stroomvoerende en neutrale draden zijn afhankelijk van de
netspanning en de vereisten van het elektrisch reglement.
6. b. Schakel de voedingseenheid in om de status 'gereed voor gebruik' in te stellen.
7. Vervang de filtertoegangslade en zorg ervoor dat u de beveiligingsschroef niet te vast aandraait.
8. Zie de afzonderlijke paragrafen voor eigenaaropties bij het gebruik van de verwarming en bij het aanpassen van
de luchtsnelheid.
Verbindingen :
". De blote aardingsdraden moeten worden
41