Aftapplug
Afvoeropening
Maak de afvoeropening aan de
achterkant van het koelvak regelmatig
schoon om het overlopen van het
ontdooide water te voorkomen. Gebruik
de aftapplug om de afvoeropening te
reinigen.
Als u het apparaat gedurende langere tijd
niet gebruikt, dient u de stekker uit het
stopcontact te halen en het apparaat te
reinigen. Laat de deuren op een kier
staan om schimmelvorming en
onaangename geuren te voorkomen.
Ontdooien van de koelkast
De koelkast is zelfontdooiend. Eventueel
opgehoopt water wordt uit de koelkast
afgevoerd via de goot aan de achterkant
van de koelkast, tenzij de afvoeropening
geblokkeerd is. Het is belangrijk om de
goot vrij te houden,
en deze regelmatig te reinigen met het
meegeleverde gereedschap. Het
ontdooide water komt in het
verdampingsplateau terecht aan de
achterzijde van het apparaat en wordt
afgevoerd door verdamping.
Ontdooien van de vriezer
De vriezer heeft een 'no frost'-systeem
dat is ontworpen om grote opeenhoping
van ijs te voorkomen. Bij normaal gebruik
is het niet nodig om het vriessysteem
regelmatig te ontdooien.
Om te helpen bij onderhoud of reiniging
heeft het apparaat een geforceerde
ontdooimodus die kan worden
geactiveerd door de knoppen A en C in
Fig. 3 ongeveer 3 seconden ingedrukt te
houden. De temperatuurregelknop van
de koelkast (A) knippert om aan te geven
dat de geforceerde ontdooifunctie actief
is. Deze functie wordt automatisch
uitgeschakeld zodra de temperatuur in
de vriezer tussen 10 en 12 °C komt.
Let op: Als u regelmatig een grote
hoeveelheid ijs of water in het vriesvak
aantreft, dan sluit de deur waarschijnlijk
niet goed af. Dit kan te wijten aan een
defecte deurafdichting of een verkeerd
Fig.4
gemonteerde of te zware sierdeur. Voor
meer informatie zie het hoofdstuk over
het oplossen van problemen met ijs.
Problemen oplossen
Raadpleeg in geval van problemen met
uw toestel de probleemoplossing
voordat u de Klantenservice belt.
Als het apparaat niet werkt, controleer
dan de volgende zaken:
• De stroomvoorziening voor het
apparaat is actief.
• De ingebouwde zekeringen zijn intact
en de zekering in de stekker is niet
doorgebrand.
• De koelkast is niet uitgeschakeld.
• Het stopcontact werkt prima.
Controleer dit door een ander elektrisch
apparaat aan te sluiten om te zien of het
stopcontact defect is.
Als het apparaat werkt, maar niet erg
goed, controleer dan de volgende zaken:
• Het apparaat is niet overbelast.
• De thermostaat is ingesteld op een
geschikte temperatuur
• De deuren sluiten goed.
• Het koelsysteem aan de achterzijde van
het apparaat is schoon en vrij van stof,
en is niet in contact met de achterwand.
• Er is voldoende ventilatie aan de
zijkanten en aan de achterwand.
Als het apparaat luidruchtig is,
controleer dan het volgende:
• Het apparaat is waterpas en stabiel.
• De zijkanten en de achterwand zijn vrij
en er steunt niets op het apparaat.
73