Algemene Beschrijving Van De Werking; Gemeten Waarden En Instelparameters - De Dietrich Diemasol Ci Manual Tecnico

Tabla de contenido
Idiomas disponibles

Idiomas disponibles

2 Algemene beschrijving van de werking

In de automatische modus werkt de Diemasol Ci regeling volgens de
volgende regelingprincipes:
De zonnestraling verwarmt de warmteoverdrachtvloeistof van de collector.
Om de regeling te starten, moet de temperatuur bij de collector ten minste
30 °C zijn met een temperatuurverschil van 10 K ten opzichte van de boiler.
In de zelfkalibratiefase die erop volgt (instelparameter tu, fabrieksinstelling 3
minuten) draait de zonnepomp (relais 1) op volle snelheid (100 %).
Vervolgens wordt de snelheid dynamisch geregeld (pomp primaire/
secondaire kring), afhankelijk van een referentietemperatuurverschil
(instelparameter SX, fabrieksinstelling 60 °C). De secondaire pomp schakelt
in met een vertraging van 2 minuten.

3 Gemeten waarden en instelparameters

Temperatuur van de panelen
Temperatuur van de boiler
Temperatuur wisselaar
Snelheid pomp primaire kring
Snelheid pomp secondaire kring
Hoeveelheid warmte
Duur van de zelfkalibratie
Verschil referentietemperatuur
Temperatuur zone-inversie (boiler)
Maximum temperatuur van de boiler
Maximum temperatuur van de collector
Zelfkalibratiefase
Minimum snelheid van de pomp 1
Minimum snelheid van de pomp 2
Functie buisvormige zonnecollector
Maximum debiet - Positie *1
handmatige modus
Hardware versie
Software versie
De regeling heeft een veiligheidssysteem dat de boiler uitschakelt
boven een temperatuur van 80 °C.
30
Kanaal
Vanaf dit moment worden de temperatuurmeting en de besturing van het
programma niet langer verricht door de voeler FK geïnstalleerd in de
zonnevoeler maar door de voeler TE gemonteerd op de uitgang van de
warmtewisselaar. Vermits de voeler TE de temperatuur van het warme water
geproduceerd achter de warmtwisselaar meet, zijn de berekening en de
metingen nauwkeuriger.
Als de temperatuur van de zone-inversie voor de boiler is bereikt
(instelparameter SZ, fabrieksinstelling 55 °C), schakelt relais 3 de
inversieschuifkraan op de bovenste zone van de boiler zodat de gebruiker
kan beschikken over sanitair warm water met een aangename temperatuur.
De boiler laadt zich op afhankelijk van de beschikbare warmte en wordt
onderbroken als de maximum opslagtemperatuur is bereikt (instelparameter
SX, fabrieksinstelling 60 °C).
Als de collector zijn maximum temperatuur bereikt (instelparameter CX,
fabrieksinstelling 120 °C), schakelt de zonnepomp in die het systeem moet
koelen tot de temperatuur 5 K lager is dan de parameter CX of tot de
maximum opslagtemperatuur (80 °C) is overschreden. Als de temperatuur
van de collector lager is dan de temperatuur van de boiler, wordt het
energieoverschot afgegeven door de buizen en de collector tot de boiler
opnieuw onder zijn maximum temperatuur is.
De hoeveelheid onder normale omstandigheden van de collector naar de
boiler overgedragen warmte is te zien aan de parameter AH. de waarde
wordt permanent geactualiseerd.
Afkorting
Bereik
TC
[-50.0 ... 250.0] °C
TS
[-50.0 ... 250.0] °C
TE
[-50.0 ... 250.0] °C
P1
[0 ... 100] %
P2
[0 ... 100] %
AH
[0 ... 9999] kWh
tc
[0 ... 5] minuten
DT
[10.0 ... 20.0] K
SZ
[20.0 ... 80.0 ] °C
SX
[20.0 ... 80.0 ] °C
CX
[100.0 ... 125] °C
tu
[1 ... 5] minuten
N1
[50 ... 100] %
N2
[30 ... 100] %
FT
[0 ... 1]
FX
[0.0 ... 20.0 ] l/min
MM
[0 ... 8]
PG
-
VN
-
Diemasol Ci
Fabrieksinstell
Instelbaar per
ing
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
0.1
20.0
0.1
55.0
0.1
60.0
0.1
120.0
1
3
5
50
5
30
1
0
0.1
9.5
1
8
-
64.21
-
1.00
24/08/05 - 300000962-001-D
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido