GEBRUIK
- Verwijder eerst de zwarte poolklem of het zwarte kabeloog (negatieve polariteit -).
- Verwijder vervolgens de rode poolklem en het rode kabeloog (negatieve polariteit +).
- Breng indien nodig de kabelschoenen weer aan op de batterij.
D. Laden met de poolklemmen of kabelogen
Sluit de batterijlader aan zoals beschreven in het hoofdstuk "aansluiting op batterijlader".
Als de polariteitsindicator
aangaat, wil dit zeggen dat de poolklemmen of kabelogen werden
aangesloten op de verkeerde polariteit: Koppel de lader en de kabels los. Herbegin de aansluiting en
respecteer de polariteit van de kabels.
De vermogensindicator
gaat aan, het apparaat gaat over op stand-by ( groene indicator ) en is
gebruiksklaar.
Kies met behulp van de knop MODE
de gewenste laadmodus:
MODE
- Om een auto op te laden moet u de automodus selecteren
.De indicator van deze modus gaat aan.
- Om een rijwiel met hulpmotor op te laden ( bijvoorbeeld een motorfiets ), de motorfietsmodus
selecteren
. De indicator van deze modus gaat aan.
Wacht enkele seconden, het opladen begint als de laadindicator aan gaat
.
Als het laden voltooid is, gaat de indicator «batterij opgeladen» aan
. Het apparaat gaat automatisch
over op onderhoudsladen (floating mode). Dit wil zeggen dat de lader de uitgevoerde oplading bewaart
zodanig dat de batterij niet ontladen geraakt. Zolang de batterijlader aangesloten blijft op de voeding
en de batterij opgeladen blijft, zal de "floating"-modus ook blijven werken.
Nota: als het opladen niet werkt, ga dan na of de aansluitingen en de afstelling van de modus
correct werden uitgevoerd. Ga na of het apparaat niet beschadigd is of geen problemen heeft
ondervonden. Als het probleem niet van de lader afkomstig is, controleer dan de toestand van
uw batterij. Als uw batterij problemen geeft, raadpleeg dan haar handleiding om dit probleem te
verhelpen, of doe een beroep opm een bekwame technicus om uw batterij te inspecteren.
Op het einde van het opladen de lader steeds loskoppelen op de volgende wijze om een ongeval te
voorkomen:
- Koppel de lader los van de batterij.
- Verwijder eerst de zwarte poolklem of het zwarte kabeloog (negatieve polariteit -).
- Verwijder vervolgens de rode poolklem of het rode kabeloog (negatieve polariteit +).
- Breng indien nodig de kabelschoenen weer aan op de batterij.
E. Opladen van de batterij via de sigarenaanstekerbus
OPGELET : Sluit de lader nooit aan op een stopcontact met positieve aardingspolariteit met de
sigarenaanstekerbus. Sluit de kabel van de sigarenaansteker aan op de batterijlader.
Sluit vervolgens de sigarenaanstekerbus aan op het voertuig.
Sluit de lader aan op de elektrische voeding.
De vermogensindicator
gaat aan, het apparaat gaat over op stand-by en is gebruiksklaar.
OPGELET: Sommige voertuigen vereisen dat de contactsleutel in stand ACC ( accessoires)
wordt gezet om het stopcontact D.C te activeren (raadpleeg de instructies van uw voertuig). Als
de contactsleutel van uw voertuig naar de stand ACC moet worden verdraaid, ga dan eerst na of
alle accessoires van het voertuig (verwarming, ventilator, radio, TV, verlichting enz.) zijn uitgezet.
Als de accessoires niet zijn uitgeschakeld is het mogelijk dat de lader niet kan aansluiten op de
batterij.
19