Installatie-instructies voor gasdetector
Bepaal eerst of het te detecteren gas zwaarder of lichter is dan lucht.
»
Voorbeeld van gas zwaarder dan lucht: LPG. Gassen lichter dan lucht:
aardgas.
Bepaal de installatiehoogte van de detector op basis van het gewicht van het
gedetecteerde gas:
•
Als het gas zwaarder is dan lucht, installeer de gasdetector dan op 0,3 - 1,0
m hoogte van de vloer en tot 1,5 m verwijderd van de gasbron.
•
Als het gas lichter is dan lucht, installeert u de gasdetector op 0,3 - 1,0 m
van het plafond en tot 1,5 m van de gasbron.
Sluit de gasdetector aan op een 230V-bron. U hoort onmiddellijk een
»
korte pieptoon.
Gedurende de volgende 180 seconden (aanzuigperiode van de sensor)
»
zullen de 3 LED's (rood, geel en groen) afwisselend oplichten.
Na deze aanzuigtijd blijft de groene LED branden. De detector is nu in
»
normale bedrijfstoestand.
Bij een alarm knippert de rode LED vaak vergezeld van een continu geluid.
»
Als de detector is aangesloten op een magneetventiel, stuurt deze er een
elektrische puls naar. De magneetklep zal de gasstroom afsluiten. Om
het alarm te onderbreken, koppelt u de detector los of wacht u tot de
concentratie van het gas dat het alarm heeft geactiveerd, is afgenomen
(zie Veiligheidswaarschuwingen, pagina 59).
Bij een fout blijft de gele LED constant branden. Verwijder de detector
»
en plaats deze opnieuw in het stopcontact. Neem contact op met een
gespecialiseerd servicecentrum als de fout zich blijft voordoen.
Instructies voor het installeren en aansluiten van de
magneetklep
•
De magneetklep mag alleen worden geïnstalleerd door gekwalificeerd
personeel.
•
De magneetklep moet achter de interne hoofdgasklep worden gemonteerd.
•
De magneetklep moet in de richting van de gasstroom worden gemonteerd,
aangegeven op de magneetklep. De spoel mag niet ondersteboven worden
gemonteerd. Het magneetventiel kan horizontaal of verticaal worden
57
Gebruikershandleiding