Elektrische aansluiting
Volg de volgende richtlijnen tijdens de elektrische aansluiing, om er van zeker te zijn dat
het apparaat veilig en zonder smet geactiveerd wordt:
Voordat u het apparaat op het elektrische netwerk aansluit, controleer dat de
spanning van het apparaat overeenkomstig is met de spanning in uw huis. Om er
van zeker te zijn dat er geen schade aan het apparaat onstaat, moeten de
gegevens identiek zijn. Als u twijfelt, raadpleeg uw leverancier.
De stekker moet altijd door een veiligheidsschakelaar, zekering 10 A worden
beschermd.
Als het apparaat o peen verlengsnoer aangesloten moet worden, moet de
kabeldoorsnede, minimaal 1,5mm
Zorg ervoor dat het aansluitkabeln niet beschadigd is of op hete/scherpe
oppervlakken rust.
Het is verboden om het kabel te breen, buigen of in contact met het hete apparaat
of hete oppervlakken daarvan to brengen.
Plaats het verlengkabel zodat niemand erover kan struikelen.
De elektrische veiligheid van het toestel is alleen gewaarborgd als dit volgens de
instructies o peen PE-geleider werd geinstalleerd en aangesloten. Het gebruik van
een stopcontact zonder randaarde is verboden. Als u twijfelt, laat een elektricien de
residentiële installatie controleren.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade veroorzakt door het gebrek of niet-
aansluiting van een dirigent.
2
zijn.