05-728
Lees de volledige handleiding vóór installatie en ingebruikname.
1. BESCHRIJVING
Intensiteitsregeling ('dimming') van alle regelbare resistieve en inductieve
belastingen, met uitzondering van fluorescentielampen en capacitieve
belastingen (elektronische transformatoren...).
Resistieve belastingen: gloeilampen, 230V-halogeenlampen...
Inductieve belastingen: ferromagnetische (gewikkelde) transformatoren
Resistieve en inductieve lasten mogen gemengd worden.
2. WERkING EN GEBRUIk
De dimmer 05-728 werkt met een triac (fase-AANsnijding). De dimmer
wordt bediend op afstand door middel van één of meerdere N.O.-contacten
(170-0000X). Een korte druk op de toets schakelt het licht aan of uit (werkt
als een schakelaar). Een langere druk op de toets beveelt de dimwerking.
De regeltijd (gemeten bij gloeilampen) van een volledige cyclus bedraagt
± 4s. (min. - max. - stop). Een hernieuwde druk keert de dimrichting
om. De tijd tussen twee bedieningen moet min. 500ms. bedragen (zie
fig.1 en 2). De druktoetsen worden via een interne optocoupler met de
dimmer verbonden om storingen te vermijden. Een lamp die aangesloten
is via dimmers kan niet tot de max. lichtintensiteit gedimd worden. De
lichtopbrengst zal steeds kleiner zijn dan die van een identieke lamp die
rechtstreeks op het net aangesloten is. De dimmer is voorzien van een
systeem dat knipperen vermijdt bij plotse daling van de netfrequentie.
'Frequentiedips' tot 3Hz worden opgevangen door een vermindering
van de lichtintensiteit. De dimmer kan naar max. geregeld worden bij de
eerstvolgende bediening. Na inschakeling van de netspanning kan het
-afhankelijk van de netfrequentie- tot 20s. (40Hz) duren voor de dimmer
bediend kan worden.
2.1. Lokale bediening
De dimmer is voorzien van een lokale bedieningstoets op de voorkant.
Deze toets heeft dezelfde functie als de toetsen die op afstand verbonden
worden en kan gebruikt worden om de dimmer lokaal te testen of om de
geheugenfunctie (zie 2.3.) in te stellen.
2.2. Afstandsbediening
Afstandsbediening door N.O.-contacten (niet verlicht). Kort drukken voor
inschakelen/uitschakelen. Lang drukken voor opdimmen/neerdimmen.
Bij lang drukken wordt na elke onderbreking de richting omgekeerd
(opdimmen -> stop -> neerdimmen -> stop -> opdimmen -> ...). Eens de
maximumintensiteit bereikt is, blijft het niveau onveranderd, ook al wordt
de druktoets nog langer ingedrukt. Het laatste niveau wordt al dan niet in
een geheugen opgeslagen (zie 2.3.). Tot 30 N.O.-contacten (170-0000X)
kunnen in parallel aangesloten worden (max. afstand 50m). Verschillende
configuraties zijn mogelijk (zie schema's).
2.3. Geheugenfunctie
De dimmer kan zowel met als zonder geheugen gebruikt worden. Zonder
geheugenfunctie schakelt de dimmer in op max. lichtsterkte. Met geheu-
genfunctie schakelt de dimmer bij ingebruikneming in op min. lichtstand.
Daarna schakelt de dimmer in op de laatst ingestelde waarde.
De dimmer is standaard ingesteld met geheugenfunctie. Om deze functie
te wijzigen, volstaat het gedurende 10s. op de bedieningstoets te drukken.
Na 10s. daalt de lichtintensiteit van 100% tot 50% om aan te duiden dat de
standaardfunctie uitgeschakeld is. Los de druktoets onmiddellijk na deze
wijziging in lichtintensiteit. Herhaal deze procedure om de geheugenfunctie
weer in te schakelen. Deze functie wordt samen met de laatst ingestelde
lichtstand in een permanent geheugen bewaard. Zij gaan bij een span-
ningsonderbreking niet verloren.
In combinatie met Nikobus: Als de dimmer 05-728 samen met het
Nikobus-domoticasysteem gebruikt wordt, let er dan op dat de dimmer
05-728 ingesteld is zonder geheugenfunctie. Dit om te vermijden dat
de dimmer 05-728 met geheugenfunctie inschakelt als hij na een lange
stroomonderbreking opnieuw onder spanning komt. Dit is absoluut niet
aan te bevelen in combinatie met Nikobus.
2.4. Beveiligingen
Thermische beveiliging: indien de interne temperatuur 120°C overschrijdt,
zal deze beveiliging de dimmer uitschakelen. Zodra de temperatuur daalt,
is de dimmer weer regelbaar.
Softstart: de inschakelstroom wordt elektronisch beperkt.
Indien er ontstekingsproblemen zijn door zeer hoge inducties wordt de
triac uitgeschakeld. De dimmer herstart automatisch zodra de druktoets
bediend wordt.
2.5. Netaansluitingen: bovenaan van links naar rechts
Zie schema's. De twee klemmen aan de rechterzijde zijn intern doorver-
bonden. Draag er tijdens de installatie zorg voor dat de aansluitdraden zich
minimaal 5cm van de koelopeningen bevinden. Op geen enkel ogenblik
mogen de aansluitdraden de koelopeningen afdekken.
Opgelet: voor het inschakelen nazien of alle verbindingen goed aange-
spannen zijn. Bij onderhoud van de installatie moet men de druk op de
klemmen nazien. De dimmer moet in een kast met afscherming geplaatst
worden.
2.6. Sturingsaansluitingen: druktoetsbediening
Er zijn verschillende configuraties mogelijk: zie schema's:
- drukknop naar geregelde fase
- drukknop naar de fase: externe draadbrug toevoegen (niet geleverd)
nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail:
[email protected] — www.niko.be
2.7. koeling
De koeling is essentieel voor een bedrijfszeker en veilig gebruik. De dimmer
produceert ±0,9% warmte t.o.v. het aangesloten verbruik. Bv. 1.000W
verlichting = 9W dissipatie. Zorg voor een aangepaste circulatie van
koele lucht t. o. v. het totaal gedissipeerd vermogen. Indien de natuurlijke
luchtcirculatie beperkt is, moet er een ventilator in de kast of in het lokaal
voorzien worden. Behoud 2cm onderlinge afstand indien meerdere dimmers
naast elkaar geplaatst worden.
Nominale omgevingstemperatuur: 35°C.
2.8. Ontstoring
Storing over de voedingskabels: de ontstoringsgraad beantwoordt aan de
Europese standaard (EN55015).
3. WAARSCHUWINGEN BIJ GEBRUIk
- Deze toestellen zijn niet geschikt voor het regelen van motoren tenzij
de specifieke veiligheidseisen door externe systemen gewaarborgd
worden (automatisch herstarten na netonderbreking is in dit geval niet
toegelaten).
- Opmerking i.v.m. inductieve lasten: als de dimmer aangesloten wordt
op gewikkelde transformatoren mogen enkel transformatoren gebruikt
worden die geschikt zijn voor dimming. De transformatoren moeten min.
75% belast zijn.
- Het verbruik van ferromagnetische transformatoren moet met rende-
mentsverlies vermeerderd worden (bv. rendement 80% = max. belasting
800W). Als het rendement niet gekend is, moet de max. belasting met
20% verminderd worden.
- Het gebruik van ringkerntransformatoren kan gebrom veroorzaken.
- De dimmer wordt door een bediening van de sturing nooit elektrisch van
het net gescheiden. Alle delen, incl. de lampen, blijven onder spanning,
ook al is het licht 'uit'. Signalen die via het net verstuurd worden, kunnen
de werking van de dimmer storen. De storing treedt enkel op als dit
signaal over het net verstuurd wordt. De dimmer is voorzien van een
ingebouwde filter om dit effect te onderdrukken.
4. TECHNISCHE GEGEVENS
Voedingsspanning: 230V~ ±10%, frequentie 40 tot 60Hz
Afmetingen: H 89 x B 70 x D 54,5mm
Gewicht: 0,280kg
Voor de regeling van gloeilampen, halogeenlampen 230V~ en Ohmse
belastingen (max. 1.000W, min. 40W).
Voor halogeenlampen zeer lage spanning 12V~, 24V~ enz. met gewikkelde
transformatoren (E- kern) (max. 1.000VA, min. 50VA)
Ingebouwde drukknop voor bediening
Meerdere regelpunten door middel van drukknoppen N.O. (170-0000X),
max. 30
Thermische overbelastingsbeveiliging met automatische herstelfunctie
Mogelijkheid om de laatste lichtintensiteit te bewaren
Voorzien van een smeltpatroon F5AH (02- 920- 20), met vlugge werking
(volgens DIN 41660 of IEC 127- 2)
2 reservezekeringen ingebouwd
Belangrijk: de max. belasting is hoofdzakelijk afhankelijk van de omge-
vingstemperatuur (zie fig.4).
5. ONdERHOUd
Deze toestellen zijn gemaakt voor gebruik in volgende omstandigheden:
- een omgevingstemperatuur van 35°C
- een niet-condenserende luchtvochtigheidsgraad
- een netspanning van 230V
Regelmatig nazicht, van op zijn minst het volgende, is aangewezen na
volledige uitschakeling van de netvoeding:
- druk van de aansluitklemmen
- ventilatie
druktoetsbediening
Kort <400ms = aan/uit
Lang >400ms = stijgen/dalen
Zonder geheugen:
Bij stijgen: de dimmer stopt op maximale lichtsterkte.
Bij dalen: de dimmer stopt 2s. op min. en dimt daarna opwaarts.
Een hernieuwde (lange) druk keert de dimrichting om.
<300ms
min 500ms
Max.
Min.
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17
Met geheugen:
Kort drukken = aan-/uitschakelen op geheugen
Lang drukken bij 'uit'-toestand = de dimmer dimt opwaarts vanaf 0%.
Bij stijgen: de dimmer stopt op max. lichtsterkte
Bij dalen: de dimmer stopt 2s op min. en dimt daarna opwaarts.
Een hernieuwde (lange) druk keert de dimrichting om.
<300ms
min 500ms
Max.
Min.
1
2
3
4
Omschakeling van functie:
Dim op tot max. lichtsterkte en houd de drukknop ingedrukt.
Na 10s. max. licht daalt de lichtsterkte tot 50%. Los op dit moment de
drukknop (dimmer schakelt uit).
De functie is omgeschakeld.
Indien men de drukknop niet onmiddellijk loslaat, wordt de functie niet
omgeschakeld (dimmer blijft op 50%).
De laatste functie blijft behouden na spanningsonderbreking.
Voorbeeld: omschakelen van 'zonder geheugen' naar geheugenfunctie.
Max.
50%
Min.
1
2
6. WETTELIJkE WAARSCHUWINGEN
- De installatie dient te worden uitgevoerd door een erkend installateur en
met inachtname van de geldende voorschriften.
- Deze handleiding dient aan de gebruiker te worden overhandigd. Zij moet
bij het dossier van de elektrische installatie worden gevoegd en dient
te worden overgedragen aan eventuele nieuwe eigenaars. Bijkomende
exemplaren zijn verkrijgbaar via de Niko-website of -supportdienst.
- Bij de installatie dient rekening gehouden te worden met (lijst is niet
limitatief):
- de geldende wetten, normen en reglementen;
- de stand van de techniek op het ogenblik van de installatie;
- het feit dat een handleiding alleen algemene bepalingen vermeldt en
dient gelezen te worden binnen het kader van elke specifieke instal-
latie;
- de regels van goed vakmanschap.
- Bij twijfel kan u de supportdienst van Niko raadplegen of contact opnemen
met een erkend controleorganisme.
Support België:
tel. + 32 3 778 90 80
website: http://www.niko.be
In geval van defect kan u uw product terugbezorgen aan een erkende
Niko-groothandel samen met een duidelijke omschrijving van uw klacht
(manier van gebruik, vastgestelde afwijking...).
7. GARANTIEBEPALINGEN
- Garantietermijn: twee jaar vanaf leveringsdatum. Als leveringsdatum
geldt de factuurdatum van aankoop van het goed door de consument.
Indien geen factuur voorhanden is, geldt de productiedatum.
- De consument is verplicht Niko schriftelijk over het gebrek aan over-
eenstemming te informeren, uiterlijk binnen de twee maanden na vast-
stelling.
- In geval van een gebrek aan overeenstemming van het goed heeft de
consument recht op een kosteloze herstelling of vervanging, wat door
fig.1
Niko bepaald wordt.
- Niko is niet verantwoordelijk voor een gebrek of schade als gevolg van
een foutieve installatie, oneigenlijk of onachtzaam gebruik of verkeerde
bediening of transformatie van het goed.
- De dwingende bepalingen van de nationale wetgevingen betreffende de
verkoop van consumptiegoederen en de bescherming van de consumenten
van de landen waarin Niko rechtstreeks of via zuster/dochtervennoot-
schappen, filialen, distributeurs, agenten of vaste vertegenwoordigers
verkoopt, hebben voorrang op bovenstaande bepalingen.
18 19 20 21 22 23 24 25
s
18 19 20 21 22 23 24 25
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17
Support Nederland:
tel. + 31 183 64 06 60
website: http://www.niko.nl
PM005-72800R08152
fig.2
s
fig.3
Mem.
18 19
s