C - Installatie M; Bedrading; Aansluiting Van De Videofoon (Monitor, Straatunit En Camera); Aansluiting Van Een Poortautomatisme - THOMSON Smart Bracket II Manual Del Usuario

Videoportero en color
Ocultar thumbs Ver también para Smart Bracket II:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 82
C - INSTALLATIE
Belangrijke adviezen en opmerkingen:
• Om volledig van uw straatunit gebruik te maken,
raden wij u aan om deze vóór definitieve installatie,
in te stellen (volume luidspreker).
Om te controleren of de instellingen correct zijn
uitgevoerd, kan het nodig zijn om uw apparaat
eerst te proberen.
• Als u uw apparaat probeert vóór definitieve
installatie, zorg er dan voor dat u dit niet doet met
de straatunit
en de monitor in dezelfde ruimte. In dat geval zendt
de videofoon een schril geluid uit (Larsen effect).
• Stel de camera niet rechtstreeks in op de zon of
op een reflecterend oppervlak.
• Het wordt aanbevolen om de kabels in een
beschermende koker te laten lopen om ze te
beschermen tegen schokken en weersinvloeden.

1. BEDRADING

Om het risico op interferentie en storing te
voorkomen, moet u de kabel van uw video-
intercom niet in dezelfde kabelkoker leggen als
de stroomkabels (230V - 50Hz). Elke kabel die
de straatunit met de monitor verbindt moet uit
één stuk bestaan. Vermijd verbindingsstukken
(dominostekkers, lasnaden enz.).
Let op: De draden mogen in geen geval worden
verdubbeld om de doorsnede te vergroten.
1.1. Aansluiting van de videofoon (monitor,
straatunit en camera, zie fig. 1 fig. 2)
• De draden goed aansluiten waarbij één van de
bekabelingsschema's in acht wordt genomen
afhankelijk van de configuratie.
• Zich goed baseren op de sticker die zich op
de voorzijde van de "smart" steun en op de
achterkant van de straatunit bevindt.
• Configureer, afhankelijk van de gekozen
configuratie, uw monitor als opdrachtgever
"Master" of als uitvoerder "Slave". U kunt deze
instelling uitvoeren vanuit het menu beheer van
instellingen van uw monitor.

1.2. Aansluiting van een poortautomatisme

• De straatunit levert een "droog" contact (zonder
stroom) om te worden aangesloten op de
drukknop-besturing van het poortautomatisme.
10
NL
m
c o
n .
s o
m
o
h
y t
m
w .
w
w
INTERCOM MET KLEUREN VIDEO
• Deze direct aansluiten op de schootplaten
die aangeduid staan op de beschrijving van
de straatunit (hoofdstuk 4 - Straatunit) op de
achterkant van de unit (geen enkele polariteit
hoeft in acht te worden genomen).
• De openingsfunctie is alleen mogelijk als de
desbetreffende video van de straatunit wordt
weergegeven.
1.3. Aansluiting van een slotplaat of een
elektrisch
slot
Belangrijk: De slotplaat of het elektrische slot
dat u bedient, dient uitgerust te zijn met een
mechanisch geheugen. De stroom van de
slotplaat mag niet meer zijn dan 12V/1.1A.
• Deze direct aansluiten op de schootplaten
die aangeduid staan op de beschrijving van
de straatunit (hoofdstuk 4 - Straatunit) op de
achterkant van de unit (geen enkele polariteit
hoeft in acht te worden genomen).
• De openingsfunctie vanaf de monitor is alleen
mogelijk als de desbetreffende video van de
straatunit wordt weergegeven.
2. INSTELLEN VAN DE STRAATUNIT (ZIE FIG. 1, FIG. 2)
2.1. Instellen van het volume van de
straatunit:
Het instellen van het volume van de beltoon
en van het gesprek is toegankelijk vanaf de
instellingsinterface op het scherm van de
deuropener met intercom. Meer details zijn
beschikbaar in hoofdstuk D - Gebruik.

2.2. Instellen van de RFID-functie:

De RFID-functie is een functie die het mogelijk
maakt de openingen met badges te bedienen
vanaf de straatunit, zelfs als het scherm uit staat.
2.2.1 Programmering (of resetten) van
beheerdersbadges:
Tijdens de eerste aansluiting, is het absoluut
noodzakelijk om de badges in de volgende
volgorde in te stellen:
1. Druk op de resetknop op de achterkant van
de straatunit gedurende 5 seconden, de
straatunit laat 6 korte pieptonen horen.

Hide quick links:

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido