Bediening
AC wisselspanning → DC gelijkspanning → AC wisselstroom, weerstand / doorgang
Wisselstroommeting
Open de vergrendeling van de meetlus, leid de flexibele meetlus rond de te meten gelei-
der en sluit de meetlus weer (z. afbeelding). Let er hierbij vooral op, dat de meetlus juist
wordt vergrendeld. De markering op de vergrendeling wijst dan naar het „" symbool.
De automatische herkenning schakelt het instru-
ment in het betreffende meetbereik voor wissel-
stroom.
De meetwaarde wordt voorgesteld in de hoofdin-
dicatie, de frequentie in de hulpindicatie.
In het geval van een gelijktijdige meting van spanning (via de meetleidingen) en stroom
(via de meetlus) wordt in de hoofdindicatie de spanning en in de hulpindicatie de stroom
in plaats van de frequentie weergegeven.
Positiefout
De nauwkeurigheid van de stroommeting is sterk afhankelijk van de positie van de gelei-
der in de meetlus.
Houd er ook rekening mee dat elektrische en magnetische velden het meetresultaat
beïnvloeden, en dat het meetpunt zich zo ver mogelijk uit de buurt van zulke interferen-
ties moet bevinden.
70
Optimale meetradius
A
35 mm
B
50 mm
C
60 mm
D
>60 mm
Positiefout
± 0,5 %
± 1,5 %
± 2,0 %
± 5,0 %
®
Testboy
TV 225