Nederlands; Voorzorgen Voor Installeren; Español; Precauciones Para La Instalación - Clarion NAX943DV Manual De Instalación Y De Conexión De Cables

Ocultar thumbs Ver también para NAX943DV:
Tabla de contenido
5.
5.

Nederlands

Español
Nederlands
WAARSCHUWING
GEBRUIK GEEN MOEREN OF BOUTEN VAN HET REMSYSTEEM VOOR DE
INSTALLATIE OF DE AARDING.
Gebruik nooit onderdelen van de auto die te maken hebben met uw veiligheid, zoals
bouten of moeren van het stuur- of remsysteem, of tanks wanneer u de bedrading instal-
leert of een aarding moet maken. Gebruik van dergelijke onderdelen kan de besturing van
het voertuig onmogelijk maken en leiden tot brand enz.
LAAT DE BEDRADING EN INSTALLATIE OVER AAN DE VAKMAN.
De bedrading en de installatie van dit toestel vereisen speciale technische vaardigheden
en ervaring. Om de veiligheid te waarborgen dient u altijd contact op te nemen met de
dealer waar u dit toestel gekocht heeft wanneer eraan gewerkt moet worden.
1.
Zorg dat u alle benodigdheden voor het installeren van het navigatietoestel gereed heeft.
2.
Tijdens de installatie
Dit toestel is uitgerust met een zeer snelle microcomputer en het is mogelijk dat de
behuizing heet wordt. Bevestig het toestel daarom met een schroef in het installatiegat
zoals aangegeven op afb. 3 en houd het hoofdtoestel los van de vloer. Raak het toes-
tel niet aan terwijl het in bedrijf is of direct nadat u het heeft uitgeschakeld.
Navigatietoestel
1
WAARSCHUWING
BESCHADIG GEEN LEIDINGEN OF BEDRADING WANNEER U GATEN BOORT.
Wanner u gaten in het chassis boort ten behoeve van de installatie, dient u ervoor te zor-
gen dat u geen leidingen, tanks of elektrische bedrading raakt, beschadigt of in de weg zit.
Niet nemen van dergelijke voorzorgen kan leiden tot brand.
GEBRUIK DE AANGEGEVEN ONDERDELEN EN BEVESTIG DEZE OP DE JUISTE MANIER.
U mag alleen de aangegeven onderdelen gebruiken. Gebruik van andere onderdelen dan die
specifiek worden aangegeven kan leiden tot interne schade aan het toestel of tot het los rak-
en van het toestel zelf en de bewuste onderdelen, hetgeen kan leiden tot gevaarlijke situaties.
Dicht de gaten die u ten behoeve van de installatie maakt af met siliconenkit of iets
dergelijks.
3.
Installatiehoek en installatiepositie
Hierdoor zal de interne gyro-sensor in staat zijn positie van het voertuig preciezer vast te stellen.
Plaats het toestel binnen een hoek van 5˚. (Afb. 4)
Installeer het toestel zo ver mogelijk weg van magnetische producten.
Max. 5˚
4.
Gebruik de bijgeleverde schroeven voor het installeren. Andere schroeven kunnen het
toestel beschadigen. (Afb. 5)
Chassis
Max. 8 mm
WAARSCHUWING
NIET INSTALLEREN OP PLEKKEN WAAR DIT HET BESTUREN VAN HET
VOERTUIG KAN HINDEREN.
Installeer het toestel niet op een plek waar het gevaar kan opleveren voor de inzittenden
of in de weg kan zitten bij het besturen van het voertuig (bijv. bij het stuur of de versnel-
lingspook) of het uitzicht van de bestuurder of zijn of haar bewegingen kan belemmeren.
INSTALLEER HET TOESTEL NIET BIJ DE AIRBAG VOOR DE PASSAGIERSSTOEL.
Als het toestel niet correct geïnstalleerd is, is het mogelijk dat de airbag niet naar beho-
ren kan functioneren of dat de airbag, wanneer deze afgaat, het toestel naar boven werpt
hetgeen ongelukken en letsel kan veroorzaken.
NIET INSTALLEREN OP ZEER VOCHTIGE OF STOFFIGE PLEKKEN.
Installeer het toestel niet op zeer vochtige of zeer stoffige plekken Vocht of stof kan het
toestel binnendringen en rook of brand veroorzaken.
NIET INSTALLEREN OP PLEKKEN WAAR HET TOESTEL AAN REGEN BLOOT-
GESTELD KAN WORDEN.
Installeer niet op plekken waar het toestel en de aansluitingen aan regen blootgesteld
kunnen worden. Regen kan het toestel binnendringen en rook of brand veroorzaken.
NIET INSTALLEREN OP PLEKKEN WAAR HET TOESTEL AAN DE LUCHTSTROOM
VAN DE AIRCONDITIONING BLOOTGESTELD KAN WORDEN.
Indien de airconditioning leidingen onder de passagiersstoel geplaatst zijn moet het toestel
op een andere plek geïnstalleerd worden. De warme of koude lucht uit de airconditioning
leiding die rechtstreeks op het toestel wordt geblazen kan een defect aan het toestel
veroorzaken.
NIET INSTALLEREN OP ONSTABIELE PLEKKEN OF PLEKKEN MET ZWARE
TRILLINGEN.
Installeer het toesten niet op plekken die onstabiel zijn of trillen. Als het toestel los gaat
zitten en het rijden belemmerd kan dit in ongelukken of letsel resulteren.
NIET INSTALLEREN OP PLEKKEN WAAR HET RISICO BESTAAT DAT MEN OP HET
TOESTEL KAN STAPPEN OF DAT ER ZWARE ARTIKELEN OP HET TOESTEL
KOMEN TE LIGGEN.
Installeer het toestel niet op plekken waar het risico bestaat dat men op het toestel kan
stappen of onder zware spullen kan komen te liggen. Het toestel kan defect raken wan-
neer men op het toestel stapt of wanneer het toestel onder andere zware spullen ligt.
5.
In de kofferruimte installeren
Installeer dit toestel op een plek waar het niet in de weg zit wanneer u spullen uit de
kofferruimte wilt halen (zoals een reserveband).

VOORZORGEN VOOR INSTALLEREN

PRECAUCIONES PARA LA INSTALACIÓN
LET OP:
Installatiegaten
Afb. 3
LET OP:
Afb. 4
Chassis
Beschadiging
Afb. 5
LET OP:
Español
ADVERTENCIA
NO UTILICE TUERCAS O TORNILLOS EN EL SISTEMA DE FRENADO MIENTRAS
REALIZA LA INSTALACIÓN O LAS CONEXIONES A TIERRA.
No utilice nunca piezas relacionadas con la seguridad, como tuercas o tornillos, en los
sistemas de dirección o frenado o en los tanques para llevar a cabo las instalaciones de
cables o las conexiones a tierra. El uso de estas piezas podría inhabilitar el control del
vehículo y provocar fuego, etc.
PRECAUTION
ENCARGUE LAS TAREAS DE CONEXIÓN E INSTALACIÓN A EXPERTOS.
La conexión e instalación de esta unidad requiere una cualificación y experiencia técnicas
especiales. Para garantizar la seguridad, póngase en contacto con el proveedor al que
compró esta unidad para que se encargue de realizar el trabajo.
1.
Antes de comenzar, prepare todos los artículos necesarios para instalar la unidad de
navegación.
2.
Durante la instalación
Esta unidad tiene un micro-ordenador de alta velocidad y la caja se calienta. Fíjela
siempre con un tornillo en el orificio de instalación que se muestra en la Figura 3 y
realice la instalación con la unidad de navegación separada del suelo. Asimismo, no
toque la unidad durante el funcionamiento ni inmediatamente después de desconectar
la corriente.
Unidad de navegación
1
ADVERTENCIA
DO NOT DAMAGE PIPE OR WIRING WHEN DRILLING HOLES.
Cuando realice los orificios en el chasis para la instalación, debe tomar las precauciones
necesarias para no tocar, dañar u obstruir ningún tubo, tanque o cable eléctrico. Si no se
toman estas precauciones, se puede provocar un fuego.
PRECAUTION
UTILICE LOS ACCESORIOS ESPECIFICADOS E INSTÁLELOS DE FORMA SEGURA.
Asegúrese de usar únicamente los accesorios especificados. El uso de otras piezas que
no sean las designadas puede dañar esta unidad de forma interna o puede que la unidad
no se instale de forma segura en su sitio, ya que las piezas que queden sueltas pueden
ocasionar riesgos.
Selle los huecos que rodean los orificios abiertos para la instalación con silicona
adhesiva o un producto similar.
3.
Ángulo de instalación y posición de instalación
Esto permite al sensor de giro interno medir la posición del vehículo de forma más
precisa.
Instale la unidad dentro de 5˚ del plano horizontal. (Figura 4)
Instalar lejos de productos magnéticos.
5˚ como máx.
4.
Para la instalación utilice los tornillos incluídos. Al user otros tornillos, se puede causar
daño.(Figura 5)
Chasis
8 mm como máx.
ADVERTENCIA
NO INSTALAR EN LUGARES QUE DIFICULTEN EL FUNCIONAMIENTO DEL VEHÍCULO.
No instale la unidad en lugares que puedan crear riesgos para los ocupantes del vehículo
o dificultar el funcionamiento del vehículo (como el volante o la palanca de cambios) al
obstruir la visión delantera o dificultar el movimiento, etc.
NO INSTALAR LA UNIDAD CERCA DEL AIRBAG DEL ASIENTO DEL PASAJERO.
Si la unidad no está instalada correctamente, puede que el airbag no funcione adecua-
damente y que, cuando se active, haga que la unidad salte hacia arriba y provoque un
accidente o lesiones.
PRECAUTION
NO INSTALAR EN LUGARES CON MUCHA HUMEDAD O POLVO.
Evite instalar la unidad en lugares con alta incidencia de humedad o polvo. La humedad
o el polvo que penetra en esta unidad puede causar humo o fuego.
NO INSTALAR EN LUGARES EN LOS QUE LA UNIDAD QUEDE EXPUESTA A LA
LLUVIA.
No instale la unidad en lugares en los que ésta y las conexiones queden expuestas a la
lluvia. La lluvia que penetra en esta unidad puede causar humo o fuego.
NO INSTALAR EN LUGARES EN LOS QUE LA UNIDAD QUEDE EXPUESTA A LA
CORRIENTE DE AIRE DEL AIRE ACONDICIONADO.
En caso de que haya conductos de aire acondicionado debajo del asiento del pasajero,
instale la unidad en otro lugar. Si el aire caliente o frío del conducto de aire acondicionado
va directamente hacia la unidad, ésta puede funcionar de forma incorrecta o estropearse.
NO INSTALAR EN LUGARES INESTABLES O EN LUGARES CON MUCHA VIBRACIÓN.
No instale la unidad en lugares que sean inestables o tengan mucha vibración. Si la unidad
queda suelta y se convierte en un obstáculo para la conducción, puede provocar acci-
dentes o lesiones.
NO INSTALAR EN LUGARES EN LOS QUE LA UNIDAD SE PUEDA PISAR O QUEDE
DEBAJO DE LA CARGA.
No instale la unidad en lugares en los que se pueda pisar o quede debajo de carga pe-
sada. Si se pisa o se coloca carga pesada sobre ella, la unidad puede funcionar de for-
ma incorrecta.
5.
Instalación en el maletero
Instale esta unidad en una posición que no interfiera al retirar la carga (por ejemplo, la
rueda de repuesto).
7
Orificios de instalación
Figura 3
Figura 4
Chasis
Daño
Figura 5
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido