2.
Boor en prepareer volgens alle plaatselijke
voorschriften de bevestigingsgaten.
3.
Maak de bevestiging stevig vast aan het
montageoppervlak met het juiste
bevestigingsmateriaal.
4.
Dicht indien nodig alle bevestigingsgaten goed
af zodat er geen vocht in het
montageoppervlak kan doordringen.
5.
Schroef de camera op de montagebeugel.
Controleer of de camera stevig vastzit aan de
beugel.
6.
Sluit een 75 ohm coaxiale videokabel aan op
de videokabel van de camera en sluit een 12 V
gelijkstroomvoeding aan op de voedingskabel.
7.
Pas de camerapositie en de beeldhoek aan
naar wens.
Specificaties
Voedingseenheid
Spanning
12 V
60 mA (IR UIT)
260 mA (IR AAN)
23 NL