Werking van het systeem
De VPULSE bestaat uit een vat, slangenset en
een reeks manchetten voor gebruik door één
patiënt. De manchetten worden op het lichaam
aangebracht voor drie verschillende, belangrijke
therapeutische behandelingen. Er zijn twee soorten
manchetten voor drie verschillende therapieën:
• De patiënt kan (1) of (2) manchetten voor
sequentiële compressie aanbrengen op de
onderbenen voor preventieve behandeling van
veneuze trombo-embolie.
en/of
• De patiënt kan (1) manchet voor thermische
compressie aanbrengen op een specifiek
lichaamsdeel zoals de knie of schouder
voor koudetherapie en/of dynamische
compressietherapie voor de behandeling van
pijn en zwellingen voor herstel na operaties.
Het vat bevat:
• Een luchtpomp en reservoir voor het opblazen
van delen van elke manchet;
• Een waterpomp en door de patiënt -gevuld
ijswaterreservoir voor het circuleren van water
naar de manchet voor thermische compressie;
en bedieningselementen voor het inschakelen
en bewaken van de therapieën.
Wanneer de VPULSE is aangesloten op stroom,
is deze ingeschakeld. De patiënt kan vervolgens
de te gebruiken therapie selecteren en de
behandelsessie starten.
Perslucht en/of gekoeld water wordt gecirculeerd
door de slangenset van de container naar de
manchetten. De luchtdruk wordt herhaaldelijk
opgevoerd, tot de therapiesessie wordt gestopt
door de patiënt.
De temperatuur van de therapie is niet aanpasbaar
en is ontworpen om niet lager te zijn dan 5,5
o
(42
F). De compressie is niet aanpasbaar.
8 van 22
o
C