Inbedrijfstelling
 Bevestig het menupunt door drukken van
bedienknop 52.
 Kies en bevestig met bedienknop 52 het
punt „Uit".
Afb. 19:
Intervallassen deactiveren
 Druk op toets 46, 50 of 51 om het menu te
verlaten en naar de standaard weergave
terug te keren.
13.6 Kenlijnen
Kenlijn kiezen
 Druk op de toets menu 48.
 Kies het menupunt „Kenlijnen" door draai-
en van de bedienknop 52.
 Bevestig het menupunt „Kenlijnen" door
het indrukken van bedienknop 52.
 Kies de gewenste kenlijn door draaien
van bedienknop 52 uit.
 Bevestig de kenlijn door indrukken van
bedienknop 52.
Afb. 20:
Kenlijnen
 Druk op toets 46, 50 of 51 om het menu te
verlaten en naar de standaard weergave
terug te keren.
10.13
9 Verschijnt bij materiaaldikte in de grafische
display de aanduiding „noP" (geen pro-
gramma), dan is de gekozen schakelstand
voor de gekozen kenlijn ongeschikt.
„noP" (geen programma)
Afb. 21:
 Kies met draaiknop 45 een geschikte
schakelstand uit.
13.7 Modus manueel
In de manuele modus kan onafhankelijk van
een kenlijn worden gelast.
 Druk op de toets menu 48.
 Kies het menupunt „Kenlijnen" door draai-
en van de bedienknop 52.
 Kies het menupunt „Manueel" door draai-
en van de bedienknop 52.
 Bevestig het menupunt „Manueel" door
indrukken van bedienknop 52.
 Druk op toets 46, 50 of 51 om het menu te
verlaten en naar de standaard weergave
terug te keren.
Afb. 22:
Modus manueel
- 113 -