De meegeleverde batterijen mogen niet worden opgeladen of met
andere hulpmiddelen gereactiveerd worden; niet uit elkaar gehaald, in vuur
geplaatst of kortgesloten worden. Verwijder de batterijen uit het apparaat
als u de thermometer voor langere tijd niet gaat gebruiken.
Tips voor een nauwkeurige en
betrouwbare temperatuurmeting
·
Verzeker u voor elke meting dat de sensor niet vervuild is. Als dit het geval is,
reinig de sensor overeenkomstig de instructies op pagina 65.
· Bloedvaatvernauwende medicijnen kunnen het meetresultaat beïnvloeden.
· Draagbare en mobiele communicatie-installaties kunnen de thermometer
beïnvloeden.
· Wacht met de meting ten minste 30 minuten na een sportieve activiteit,
na het baden of na het eten.
· Gebruik de thermometer indien mogelijk niet in de buitenlucht, maar alleen
binnenshuis. De externe invloeden zoals wind en buitentemperatuur kunnen
het meetresultaat beïnvloeden.
· Als het apparaat uit een omgeving met externe buitentemperatuur naar binnen
gebracht wordt, houd het minstens een uur op kamertemperatuur voordat u
een meting uitvoert.
· Wanneer de thermometer voor de meting te lang wordt vastgehouden, wordt
het apparaat verwarmd. Dit kan tot onjuiste meetresultaten leiden.
· De thermometer is zo ontwikkeld, dat het de lichaamstemperatuur bij de slaap
of in het oor meet. Als u de temperatuur op een andere lichaamsplek meet,
kunnen onnauwkeurige meetgegevens ontstaan.
Het meten van lichaamstemperatuur
Meting bij de slaap
De meting van de lichaamstemperatuur wordt gedaan boven de wenkbrauwen,
in het gedeelte tussen het voorhoofd en de slaap.
De slapen moeten vrij zijn van vuil en cosmetica. Vermijd de meting op
eventueel bestaande littekens.
62
Meting in het oor
Voor een nauwkeurige temperatuurmeting in het oor moet
de punt van het detectie-element in de gehoorgang op het
trommelvlies worden gericht. Door de kromming van de
gehoorgang in het oor moet het oor voor de meting licht
naar achteren en naar boven worden getrokken, zodat de
punt van de sensor direct op het trommelvlies kan worden
gericht.
Let erop dat het oor vrij moet zijn van vocht en oorsmeer.
Aanwijzing: Bij borelingen, jonger dan zes maanden, is de gehoorgang nog zeer
nauw, zodat de temperatuur van het trommelvlies vaak niet kan worden verk-
regen en er vaak te lage meetwaarden worden waargenomen. Daarom wordt
geadviseerd om bij borelingen die jonger dan zes maanden zijn de meting bij de
slaap uit te voeren.
Let op: De meting mag niet worden uitgevoerd bij een oor met ontstekingen (bi-
jvoorbeeld middenoorontstekingen), na mogelijk oorletsel (bijvoorbeeld schade
aan trommelvliezen) of tijdens de herstelfase na operatieve ingrepen.
Neem in al deze gevallen contact op met uw behandelend arts.
Koortsalarm en signaaltoon
De thermometer heeft een ingebouwd koortsalarm.
Icoon op display
Signaaltoon
Korte signaaltoon aan
het einde van de meting
Lange signaaltoon aan
het einde van de meting
Als het apparaat een verhoogde lichaamstemperatuur aangeeft, moet de
lichaamstemperatuur continu gemeten blijven worden en bij onduidelijke
toestand van de persoon moet een arts geraadpleegd worden.
Het meten van de objecttemperatuur/
kamertemperatuur
Het meten van vloeistoffen moet, indien mogelijk, buiten het vat uitgevoerd worden,
om vochtneerslag op de sensor te voorkomen.
Gemeten lichaamstemperatuur
Normale lichaamstemperatuur
< 38 °C
Verhoogde lichaamstempe-
ratuur ≥ 38 °C
63