KER
De aanvullende elektrische verwarmingselementen KET worden geleverd om de
traditionele verwarming met warm water te integreren (bijvoorbeeld
ventilatorconvectoren die worden gevoed door een warmtepomp), en kunnen
worden gebruikt op de ventilatorconvectoren FC/N in de modellen 1 tot en met10.
De aanvullende elektrische verwarmingselementen zijn in twee varianten leverbaar,
afhankelijk van de uitvoering van de ventilatorconvector waarop ze moeten worden
geïnstalleerd:
KER M.1.020 aanvullende elektrische weerstand voor ventilatorconvectoren in de
uitvoeringen FC/NL en FC/NB
KER M.1.030 aanvullende elektrische weerstand voor ventilatorconvectoren in de
uitvoeringen FC/NIP, FC/NS en FC/NIS
Deze accessoires kan niet worden gebruikt voor de wanduitvoering FC/NA.
De kit, beschreven op afbeelding 1, bestaat hoofdzakelijk uit:
A Elektrisch, gewapend verwarmingselement van aluminium lamellen, bedoeld
voor een aansluitspanning van 230V / 1~ / 50HZ, voorgemonteerd aan de
draagbeugels voor bevestiging aan de ventilatorconvector, en voorzien van
automatisch en handmatig terugstelbare beveiligingen: in de onderstaande
tabel wordt het opgenomen elektrische vermogen vermeld (equivalent aan het
warmterendement) en de bijbehorende stroomsterkte;
Model
Opgenomen vermogen
FC/N 1
FC/N 2
FC/N 3
FC/N 4 - 6
FC/N 8 - 10
B Veiligheidsthermostaat met automatische terugstelling bevestigd aan het
elektrische verwarmingselement, stopt de werking ervan in het geval van
oververhitting;
C Veiligheids-thermozekering, bevestigd aan de draagbeugels, stopt de werking
van het elektrische verwarmingselement in het geval de veiligheidsthermostaat
met automatische terugstelling defect is.
D Draagbeugels elektrisch verwarmingselement.
E Ingebouwd bedieningspaneel voor montage op ventilatorconvectoren FC/NL
en FC/NB. Het bedieningspaneel bestaat uit een snelheidsschakelaar en een
aan-/uitschakelaar van het elektrische verwarmingselement; het is op dit paneel
niet mogelijk de temperatuur in te stellen, dat wel gedaan kan worden met een
omgevingsthermostaat.
F Afstandsbedieningspaneel voor combinatie met ventilatorconvectoren in de
uitvoeringen FC/NIP, FC/NS en FC/NIS. Bestaat uit een snelheidsschakelaar,
een elektromechanische omgevingsthermostaat, een zomer/winter inverter en
NL
een aan-/uitschakelaar van het elektrische verwarmingselement.
G Kast voor de elektrische bedradingen en bedrijfsrelais, alleen geleverd voor de
modellen FC/N 8 en 10 met een elektrisch vermogen boven de 2 kW.
H Set tussenroosters van hittebestendig kunststof materiaal.
INSTALLATIE
Let op! Neem de spanning van de ventilatorconvector alvorens de installatie
te beginnen.
1. Demonteer de omkasting waar nodig en vervang de bestaande tussenroosters
door de verwarmingselementen die geleverd worden bij de accessoire.
2. Demonteer de voorste afvoerleiding in de wanduitvoeringen, de
condensopvangbakken in de plafonduitvoeringen.
3. Installeer het elektrische verwarmingselement compleet met draagbeugels, op
de zijkanten van de thermische wisselbatterij (4 bevestigingsschroeven). De kabels
moeten aan de andere kant van de hydraulische aansluitingen naar buiten komen.
4. Voer de kabels van het elektrische verwarmingselement en van de
veiligheidsvoorzieningen door de daarvoor bestemde opening op de zijkant van
de basiseenheid, en let erop dat de kabelklem die al op de elektriciteitskabels is
aangebracht, wordt doorgevoerd (afbeelding 2).
In het geval van montage op ventilatorconvectoren met hydraulische
aansluitingen aan de rechterkant moet de positie van de
veiligheidsvoorzieningen worden veranderd:
- de veiligheidsthermostaat moet op de voorste lamel beneden worden
gemonteerd, eveneens aan de uitgangszijde van de kabels;
- de thermische zekering moet worden geïnstalleerd op de nieuwe beugel die
bij de kit geleverd wordt, en opnieuw worden geplaatst op het hoge deel van de
draagbeugel aan de uitgangszijde van de kabels.
5. Installeer voor de ventilatorconvectoren in de uitvoering FC/NL het
bedieningspaneel op de zijkant van de basiseenheid aan de zijde tegenover de
hydraulische aansluitingen.
Voor de uitvoeringen FC/NIP, FC/NS en FC/NIS moet het bedieningspaneel aan
de wand worden bevestigd op een gemakkelijk te bereiken plaats om de functies
te kunnen instellen en de omgevingstemperatuur af te lezen (afbeelding 3); monteer
hem dus niet:
- op plaatsen die blootgesteld worden aan directe zonnestralen
- op plaatsen waarop warme of koude luchtstromen worden gevoeld
- zorg dat er geen obstakels zijn die de juiste temperatuurmeting belemmeren
(gordijnen of meubels)
- vermijd voortdurende aanwezigheid van waterdamp
- vermijd het paneel af te dekken of in te bouwen in de muur.
6. Installeer de kast met kabels en bedrijfsrelais op de zijkant van de basiseenheid,
op dezelfde kant als het bedieningspaneel (modellen FC/N 8 - 10).
7. Leg de elektriciteitskabels, zonder dat er spanning op staat, door nauwgezet
de schema's van de afbeeldingen M1.020 en M.1.030 te volgen, waarbij:
M.1.020: schakelschema's voor aansluiting van de kit KER M.1.020 op wand-
ventilatorconvectoren in de uitvoering FC/NL modellen van 1 tot en met 6 en
modellen 8 en 10
81661252 - rev. 01
Opgenomen stroom
k W
A
1,0
4,5
1,5
6,8
1,6
7,3
2,0
9,1
3,0
13,6
M.1.030: schakelschema's voor aansluiting van de kit KER M.1.030 op inbouw-
ventilatorconvectoren in de wand FC/NIP, plafondapparaten FC/NS en
inbouwapparaten in het plafond FC/NIS, modellen van 1 tot 6 en modellen 8 en 10
De aansluitingen die worden weergegeven in stippellijnen moeten tot stand worden
gebracht door de installateur.
Zorg voor een afzonderlijk stopcontact voor elke ventilatorconvector en een
schakelaar (IL) met zekering (F) die voldoende bescherming biedt.
De minimum doorsneden van de voedingskabels worden vermeld in de onderstaande
tabel.
Model
Doorsnede voedingskabels (mm
2
)
In de schakelschema's worden de volgende afkortingen gebruikt:
BK
zwart: motorkabel = hoge snelheid
BN
bruin
BU
blauw: motorkabel = midden snelheid
CC
ingebouwde toerenregelaar
CN
fast on connector
DTEA
afstandsbedieningspaneel
F
beschermingszekering (NIET GELEVERD)
GNYE
geel/groen=aarde
IL
lijnschakelaar (NIET GELEVERD)
M
ventilatormotor
M1
gepolariseerd 4-weg klemmenbord
M2
klemmenbord
M3
fast on connector
RD
rood: motorkabel = lage snelheid
RE
elektrisch verwarmingselement
SC
kabeldoos
TA2
omgevingsthermostaat (ACCESSOIRE)
TSA
veiligheidsthermostaat met automatische terugstelling
TSM
thermische veiligheidszekering
WH
wit: motorkabel = gemeenschappelijke
8. Hermonteer de eerder verwijderde onderdelen.
GEBRUIK (afb. 4)
A Toerenregelaar
0 - Stop
Stop
3 - Max
Hoge snelheid
2 - Med
Midden snelheid
1 - Min
Lage snelheid
B Aan-/uitschakelaar verwarmingselement
ON
elektrisch verwarmingselement ingeschakeld
OFF elektrisch verwarmingselement uitgeschakeld
C Zomer-winter schakelaar
zomer
winter
D Ruimtethermostaat
5
minimaal instelbare temperatuur
30
maximaal instelbare temperatuur
Het starten en stoppen van de ventilatorconvector gebeurt door aan de knop A te
draaien, het elektrische verwarmingselement wordt ingeschakeld door aan de knop
B te draaien.
Automatische instelling van de omgevingstemperatuur (M 1.030).
Breng de wijzer van de knop A ter hoogte van de gewenste snelheid.
Selecteer de werkingswijze met de schakelaar zomer-winter (C) en de schakelaar
van het verwarmingselement (B).
Stel de temperatuur die u wenst te bereiken in op de thermostaat.
Om de gewenste temperatuur in het vertrek snel te bereiken, dient de maximum
bedrijfssnelheid te worden ingesteld en moet de thermostaat op de uiterste stand
zetten (+5°C in de zomer en + 30°C in de winter).
Om een goede werking van de ventilatorconvector met aanvullend elektrisch
verwarmingselement te waarborgen, moeten de onderstaande punten worden
gevolgd:
- leg geen natte of vochtige kleren op het luchtuitgangsrooster van de
ventilatorconvector
- houd het luchtfilter schoon;
- giet geen vloeistoffen in het apparaat;
- steek geen metalen voorwerpen door het luchtuitgangsrooster;
- zorg er beslist voor dat de toevoer of de aanzuiging van de lucht van de
ventilatorconvector niet verstopt raken;
- schakel het apparaat niet uit door de elektrische voeding uit te schakelen: gebruik
hiervoor uitsluitend de keuzeschakelaar start/stop.
BESTELLING
Kies het type accessoire al naar gelang de uitvoering van de ventilatorconvector
waarop hij geïnstalleerd moet worden, en vermeld ook het model van de
ventilatorconvector:
KER M.1.020
voor ventilatorconvectoren in de wanduitvoering FC/NL en de
staande uitvoering FC/NB
KER M.1.030
voor ventilatorconvectoren voor inbouw in de wand uitvoering
FC/NIP, de plafonduitvoering FC/NS en de uitvoering voor inbouw
in het plafond FC/NIS
8
FC/N 1 - 3
FC/N 4 - 10
1,5
2,5