NL
5. INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK EN ONDERHOUD
ALVORENS HET APPARAAT IN GEBRUIK TE NEMEN WORDT U VERZOCHT
HET APPARAAT IS UITSLUITEND BESTEMD VOOR PROFESSIONEEL
GEBRUIK EN MAG ALLEEN WORDEN GEBRUIKT DOOR GEKWALIFICEERD
PERSONEEL.
5.1 Bediening
Hieronder worden de stappen beschreven die nodig zijn om de werking van uw machine te
optimaliseren, samen met alle beschikbare opties.
5.1.1
Symbolen van het bedieningspaneel
Het bedieningspaneel heeft een aan/uit-schakelaar en een thermostaat. In afbeelding 12 kunt u ze in
detail bekijken.
5.1.2
De machine inschakelen
Nadat de machine is gereinigd, sluit u die aan op de energievoorziening en zet u de
schakelaar op ON of op I. Het lampje van de schakelaar gaat AAN.
De thermostaat geeft de temperatuur in de vitrine weer.
Drie minuten na het inschakelen van de machine zal de led van de compressor permanent
gaan branden, totdat de instelwaarde is bereikt. (Afb. 12)
In vriesvitrines is de machine ingesteld om na twee uur na opstart te beginnen te ontdooien
In het begin zal de weergegeven temperatuur die van de omgeving zijn. Als de deuren
gesloten zijn, daalt de temperatuur na enige tijd tot de ingestelde temperatuur.
In de vriesvitrines wordt de machine ingesteld om twee uur na de opstart te beginnen te
ontdooien.
Aanbevolen wordt om de vitrine pas te laden, nadat de ingestelde temperatuur is bereikt.
5.1.3
Prestaties van de machine
Deze machine is ontworpen voor het optimaal bewaren van drank en voedsel. U dient daarvoor de
volgende adviezen te volgen:
1) Om te zorgen voor een goede werking moet u er geen warme producten in opslaan en geen
dranken waarvan de houder niet goed is gesloten.
2) Vermijd de opslag van chemische producten, bijtende stoffen of medicijnen.
3) Bescherm voedsel en geuren door een hermetische verpakking. Zorg dat product wordt
opgeslagen met een optimale luchtcirculatie.
4) Bewaar geen onbeschermd/onverpakt voedsel om roest in het apparaat te voorkomen.
5) Vermijd, voor zover mogelijk, vaak openen van de deuren en laat ze vooral niet open staan.
6) Vul het apparaat niet boven het gemarkeerde niveau.
7) Kortstondige stroomonderbreking. Als de onderbreking niet langer duurt dan 20 minuten, hoeft
u geen voorzorgsmaatregelen te nemen, beperk het openen van de deuren tot een minimum
om temperatuurverlies te voorkomen. Als de onderbreking meer dan 20 minuten duurt, moet u
controleren of het voedsel niet de kritieke waarden overschrijdt, het geen wijzigingen heeft
ondergaan en voorkomen dat de deuren worden geopend.
Maximale temperaturen zodat de kwaliteit van de voedingsmiddelen niet achteruit gaat, zijn als
volgt
Type installatie
Koeler
Vriezer
8) Het dooiwater wordt via een pijp teruggebracht naar het verdampingsreservoir achter de
condensor, waar het water wordt verdampt door de warmte van de condensor.
DEZE HANDLEIDING AANDACHTIG DOOR TE LEZEN.
Maximale
temperatuur
apparaat
+10 °C
-15 °C
van
het
65