Elektrische
gegevens
Hydraulische
gegevens
Toepassings-
gebieden
Gewicht
Als de pomp geen ondersteuning heeft kan hij het gewicht van de leidingen niet dragen; dit gewicht
moet derhalve op een andere manier worden ondersteund.
4. BEHEER
4.1
Opslag
Alle pompen moeten worden opgeslagen in een overdekte, droge ruimte met een zo mogelijk constante luchtvochtigheid,
zonder trillingen en stof. Ze worden geleverd in hun oorspronkelijke verpakking, waarin ze tot aan het moment van
installatie moeten blijven.
4.2
Transport
Voorkom dat er onnodig tegen de producten wordt gestoten en gebotst.
4.3
Gewicht en afmetingen
De sticker aangebracht op de verpakking vermeldt het totaalgewicht en de afmetingen van de elektropomp.
5. WAARSCHUWINGEN
De pompen mogen niet worden verplaatst, worden opgeheven of werken terwijl ze opgehangen zijn
aan de voedingskabel. Gebruik hiervoor enkel het specifiek handvat.
De pomp mag nooit droog draaien.
De pomp moet zodanig geplaatst zijn dat de openingen van de aanzuigvoet niet geheel of gedeeltelijke door vuil
verstopt raken.
De afdichting bevat een niet-giftig smeermiddel, dat echter de eigenschappen van het water kan aantasten (als het
gaat om zuiver water) in het geval dat de pomp zou lekken.
De pomp is voorzien van een thermische motorbeveiliging. In geval van een eventuele oververhitting van de motor,
stopt de thermische motorbeveiliging de pomp automatisch. Na een afkoeltijd van ongeveer 15-20 minuten gaat de
pomp automatisch weer aan. Na inwerkingtreding van de thermische motorbeveiliging, moet in ieder geval de
oorzaak daarvan opgespoord en verholpen worden. Raadpleeg Het Opsporen van Storingen.
6. INSTALLATIE
Draai de elleboogbuis met slangaansluiting, aanwezig in de verpakking, vast. De versie voor vuil water beschikt enkel
over een aansluiting voor buizen met afmeting 1''1/2. Indien men een buis wenst te gebruiken met grotere diameter, dan
moet de elleboogbuis worden vervangen. Gebruik tevens een klemring om de buis te bevestigen aan de aansluiting.
Het gebruik van buizen met een interne diameter van minstens 38 mm wordt aanbevolen, om de vermindering van
de pompprestaties en het ontstaan van verstoppingen te vermijden.
Indien de putbodem waarop de pomp steunt erg vuil is, is het nuttig een verhoogde steun te plaatsen om te
vermijden dat het rooster aan de aanzuigzijde verstopt wordt (Fig.1).
Model
P1 Nominaal opgenomen vermogen [W]
Netspanning [V]
Netfrequentie [Hz]
Stroom [A]
Condensator [µF]
Condensator [Vc]
Max. debiet [l/min]
Max. opvoerhoogte [m]
Max. opvoerhoogte [bar]
Max. dompeldiepte [m]
Min. hoogte start AUT [mm]
Hoogte resterend water [mm]
Lengte voedingskabel [m]
Soort kabel
Beschermingsgraad motor
Isolatieklasse
Temperatuurrange vloeistof [°C]
volgens EN 60335-2-41 voor huishoudelijk gebruik
Max. afmetingen deeltjes [mm]
Max. omgevingstemperatuur [°C]
DNM GAS
Netto/brutogewicht [kg]
NEDERLANDS
Tabel 3
63
Drainage Afvalwater
1000
1000
1 ~ 230 AC
50
4.2
12.5
450
260
12
1.2
7
50
50
10
H05 RNF
IP X8
F
0 °C / +35 °C
Ø 38
+40 °C
1'' 1/2 F
8.2 / 10.1