NEDERLANDS
1- INTRODUCTIE
Gefeliciteerd, U heeft nu het beste
D.C. koelsysteem, ontworpen special
voor jachten en
voertuigen. Hier zijn een paar tips :
• om te begrijpen hoe de unit werkt
• om de unit zo zuinig mogelijk te
laten werken
• voor periodiek onderhoud
• om eventuele kleine problemen op
te lossen
BELANGRIJK
Als U de handleiding leest, zorg er
voor, dat U alleen die informatie leest
die betrekking heeft
op het type unit dat in Uw bezit is.
INHOUDSOPGAVE
Page 3 - Componenten van de
Frigomatic koelunit
Page 18 - Freondruk lopende com-
pressor
Page 19 - Electrische schema's
2 - GEBRUIK
Uw koel- of diepvriessysteem
wordt gevoed d.m.v. een accu,
direct van de accu of via een
schakelaar op het hoofdschakelbo-
ord.
Schakel het systeem aan en stel de
thermostaat in tussen minimum en
maximum.
Binnen 1 minuut zal de compres-
sor starten.
3 - WAT TE DOEN
3.1.- Als U Uw accu wilt sparen, sluit
dan de deur van de koelruimte goed
af.
3.2.- De inhoud van een gekoelde
ruimte is erg droog. Verpak daarvoor
levensmiddelen
luchtdicht, zodat deze niet uitdrogen.
3.3.- Ontdooi de koelruimte als het ijs
op de verdamper 10 mm. dik is.
Hierna kunt U de
koelruimte
reinigen
agressieve reinigingsmiddelen. Maak
de ruimte goed droog na
10
het reinigen.
3.4.- Bij problemen neem contact op
met Uw Frigoboat Service dealer.
3.5.- lndien de koelunit uit staat, laat
de deur van de koelruimte open. In
geval van een
koelkast, doet U er verstandig aan om
de deur te blokkeren zodat deze niet
dicht kan gaan.
4 - WAT NIET TE DOEN
4.1.- Geen warme goederen in de
koelkast doen.
4.2.- Schrap het ijs op de verdamper
niet weg met een scherp voorwerp
zoals een mes.
4.3.- Leg geen goederen tegen de
verdamper, omdat deze bevriezen
4.4.- Reinig de koelruimte niet met
agressieve middelen.
5 - OPSLAAN VAN LEVENSMIDDE-
LEN
5.1.- KOELRUIMTE
5.1.1.-
pakkingsmateriaal.
5.1.2.- Verpak de goederen lucht
dicht
5.1.3.- Laat tussen de goederen
ruimte, zodat de lucht in de ruimte
kan circuleren.
5.1.4.- Boven in de kast is het warmer
als onder in de kast. Hou hier reken-
ing mee bij het
plaatsen van de goederen.
5.2.-DIEPVRIESRUIMTE
5.2.1.- Reeds gevroren goederen
plaatst U het beste in het midden van
de ruimte.
5.2.2.- In te vriezen goederen plaatst
U het beste onder in de ruimte.
Verpak de goederen
luchtdicht en in kleine porties. Plaats
de goederen niet in contact met elka-
ar. Onder in de
vriezer dient een rooster te liggen,
zodat de goederen niet in contact met
de bodem komen
(mits dit een deel van de verdamper
met
niet
uitmaakt).
6 - IJSBLOKJES
Verwijder
onnodig
6.1.- Gebruik de praktische verticale
ijsbokjeshouder (A080800) bedoelt
voor verdamper en
holding plate in combinatie met een
ijsblokjeszakje (A080801).
7
-
INSTELLING
MOSTAAT
7.1.- U kunt de thermostaat instellen
van 1 Vm 7.
In positie 0 schakelt U de unit uit.
Positie 1 is het warmst en positie 7 is
het koudst.
7.2.- De koelthermostaat (kleur wit)
adviseren wij U de eerste keer in te
stellen tussen 3 en 4.
Door de knop te draaien, kunt U de
temperatuur van de ruimte corrigeren.
Deze dient tussen
de 2 en 6 graden Celsius te zijn. Zorg
er voor dat de ruimte nooit onder 0
graden Celsius
komt.
7.3.- De vriesthermostaat (kleur
blauw) adviseren wij U de eerste keer
ver-
in te stellen op 4.
Door de knop te draaien, kunt U de
temperatuur van de ruimte corrigeren.
Deze dient tussen de -6 en -18
graden Celsius te zijn. Zorg er voor
dat de ruimte nooit boven
de 0 graden Celsius komt.
Standaard waarden voor bevroren
goederen zijn :
1 week - 6 °C (1 ster - symbool)
4 weken -12 °C (2 sterren - symbool)
6 weken -18 °C (3 sterren - symbool)
7.4.- DUBBELE THERMOSTAAT
De dubbele thermostaat (kleur grijs)
bevat een koelthermostaat en een vri-
esthermostaat met
een keuzeschakelaar in het midden.
LINKS = KOEL (keuze koelther-
mostaat)
RECHTS=VRIES (keuze vriesther-
mostaat)
Instelling van thermostaat a kies
koelthermostaat en zie 7.2.
b kies vriesthermostaat en zie 7.3.
VAN
THER-