Gebruik Van Het Gereedschap - GreenWorks Tools 22157T Manual De Usuario

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 31

Gebruik van het gereedschap

Waarschuwing! Laat het gereedschap in zijn eigen
tempo werken. Niet overbelasten.
De accu opladen (fig. A)
De accu moet vóór het eerste gebruik worden opgeladen en
ook zodra deze niet meer voldoende vermogen levert voor
taken die eerst gemakkelijk konden worden uitgevoerd.
Tijdens het opladen kan de accu warm worden. Dit is normaal
en duidt niet op een probleem.
Waarschuwing! Laad de accu niet op bij
omgevingstemperaturen onder 10°C of boven 40°C.
Aanbevolen laadtemperatuur: ongeveer 24°C.
Opmerking: De lader functioneert niet als de temperatuur
van de accu lager is dan ongeveer 10°C of hoger dan
40°C. Laat de accu in dat geval in de lader zitten. De lader
wordt automatisch ingeschakeld wanneer de accu de
juiste temperatuur heeft.
• Als u de accu (7) wilt opladen, verwijdert u deze uit het
gereedschap en schuift u de accu in de lader (8). De accu
past maar op één manier in de lader. Forceer de accu
niet tijdens het aansluiten. Zorg ervoor dat de accu goed
in de lader is geplaatst.
• Steek de stekker van de lader in een stopcontact.
• Het oplaadindicatorlampje (9) zal oplichten. Het opladen is
voltooid wanneer het oplaadindicatorlampje (9) voortdurend
groen oplicht. De oplader en batterij mogen onbeperkt
verbonden blijven terwijl het LED oplicht. Het LED zal rood
(opladen) oplichten als de oplader de batterij regelmatig
oplaadt. Het oplaadindicatorlampje (9) zal zolang de batterij
met de oplader is verbonden, oplichten.
• Lege accu's moet u binnen een week opladen. Als u
accu's leeg bewaart, wordt de levensduur van de accu's
aanzienlijk verminderd.
Het verlaten van de batterij in de lader
U kunt de accu gewoon in de lader laten zitten wanneer het
oplaadlampje brandt. De lader houdt de accu volledig geladen.
Problemen met de accu
Als er wordt geconstateerd dat de accu bijna leeg is of
beschadigd is, gaat het oplaadlampje (9) snel rood knipperen.
Ga in dat geval als volgt te werk:
• Verwijder de accu (7) en plaats deze opnieuw.
• Als het oplaadlampje snel rood blijft knipperen, gebruik
dan een andere accu om te controleren of de lader wel
goed werkt.
• Als de andere accu goed wordt opgeladen, is de
oorspronkelijke accu defect. Breng de accu naar een
servicecentrum voor recycling.
• Als het lampje ook bij de andere accu snel knippert, moet
u de lader laten testen bij een erkend servicecentrum.
(Vertaling van de originele instructies)
Opmerking: Het kan soms een uur duren om na te gaan
of de accu goed functioneert.
Aan- en uitschakelen (fig. E)
Voor uw veiligheid is deze machine uitgevoerd met een
dubbel schakelsysteem. Dit systeem voorkomt onverwachts
inschakelen van de machine.
Inschakelen
• Druk op de voorste aan-/uitknop (16).
• Duw de ontgrendelingsknop (2) naar achteren met uw duim
en knijp op hetzelfde moment de aan/uit-schakelaar (1) in.
• Laat de ontgrendelingsknop (2) los.
Uitschakelen
• Laat de aan/uit-schakelaar (1) los.
Waarschuwing! Probeer nooit om de schakelaar in de
ingeschakelde stand te vergrendelen.
Tips voor optimaal gebruik
• Begin met het knippen van de bovenkant van de heg.
Houd de machine een beetje schuin (tot 15° ten opzichte
van de kniplijn) zodat de bladpunten lichtjes naar de heg
wijzen fig. F1). Hierdoor zullen de messen beter snijden.
Houd de machine in de gewenste hoek en beweeg
gelijkmatig langs de kniplijn. Dankzij het dubbelzijdige
mes kunt u in beide richtingen knippen.
• Span om mooi recht te knippen een stuk draad op de
gewenste hoogte over de gehele lengte van de heg.
Gebruik de draad als een richtlijn en knip er iets boven.
• Knip om vlakke zijkanten te krijgen naar boven met de
groeirichting mee. Jongere stammen bewegen naar
buiten toe indien u met het mes naar beneden knipt. Dit
leidt tot oneffenheden in de heg (fig. F2).
• Vermijd contact met vreemde voorwerpen. In het
bijzonder harde voorwerpen zoals staaldraad en
traliewerk, aangezien deze de messen kunnen
beschadigen.
• Olie regelmatig de bladen.
Wanneer te snoeien
• De meeste heggen en struiken die hun bladeren verliezen
kunnen in juni en oktober worden gesnoeid.
• Heggen en struiken die altijd groen blijven, kunnen in april
en augustus worden gesnoeid.
• Coniferen en andere snelgroeiende struiken kunnen
vanaf mei ongeveer om de 6 weken worden gesnoeid.
NEDERLANDS
9
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido