6. Draai de moeren en bouten aan om de zekering te beveiligen en breng vervolgens
de deksel van de zekeringhouder weer aan.
7. Het apparaat is nu klaar voor gebruik.
9. ONDERHOUDSINSTRUCTIES
9.1.
De schoonmaak en het gebruikersonderhoud mogen niet gebeuren door kinderen zonder
toezicht.
9.2. Trek de stekker van de lader van de booster uit voordat u met het onderhoud of de reiniging
begint.
9.3. Gebruik een droge doek om alle corrosie van de batterij en ander vuil of olie van de
batterijklemmen, kabels en de boosterbehuizing te verwijderen. Gebruik geen reinigingsvloeistoffen.
9.4. Controleer of alle boostercomponenten zich op hun plaats bevinden en goed werken.
9.5. Alle andere servicewerken moeten door gekwalificeerd servicepersoneel worden uitgevoerd.
9.6. Als de stroomkabel beschadigd is, moet deze door de fabrikant, zijn servicemonteur of
gelijksoortig gekwalificeerde personen worden vervangen om gevaar te vermijden.
10. INSTRUCTIES VOOR HET TRANSPORT EN DE OPSLAG
10.1. Bewaar de booster rechtopstaand, binnen, op een koele droge plaats.
10.2. Zorg er altijd voor dat de booster volledig geladen is voordat u deze opbergt. Als hij niet in gebruik
is, is het sterk aanbevolen om de booster doorlopend te laten laden.
Gebruik en/of bewaar de booster niet in een ruimte of gebied of op een oppervlakte
BELANGRIJK
waar schade kan ontstaan als de interne batterij onverwachts zuur zou lekken.
11. PROBLEEMOPLOSSING
PROBLEEM
De booster wil mijn
voertuig niet
opstarten.
De booster wil mijn
12V-apparaat niet
opladen.
MOGELIJKE OORZAAK
De klemmen maken geen goed
contact met de batterij.
De boosterbatterij is niet
geladen.
De batterij van het voertuig is
defect.
De zekering is gesprongen.
Het 12V-apparaat staat niet aan.
De boosterbatterij is niet
geladen.
Controleer of de batterij en het frame goed
verbonden
aansluitpunten zuiver zijn. Beweeg de
klemmen heen en weer voor een betere
aansluiting.
Controleer de status van de batterijlading
door de knop op de voorkant van de booster
in te drukken. Zie het hoofdstuk LED-
indicatoren in deze handleiding.
Laat de batterij controleren.
Vervang de stroomzekering (zie hoofdstuk 8).
Zet het 12V-apparaat aan.
Controleer de status van de batterijlading
door de knop op de voorkant van de booster
in te drukken. Zie het hoofdstuk LED-
indicatoren in deze handleiding.
74
REDEN/OPLOSSING
zijn.
Controleer
of
de