4.5
NL
Plaats de kolommen; richt ze verticaal uit en klem ze aan de wand vast met
klemmen. NB! Gebruik vullingen ter bescherming van de kolommen.
4.6
20 Nm
Draai de wandbevestiging definitief vast.
82
4.7
20 Nm
Plaats het lateiprofiel (A) en het kapprofiel (B).
4.8
20 Nm
Bevestig het lateiprofiel en het kapprofiel (indien van toepassing) in
het midden tegen de wand of de onderconstructie. Zorg dat het kap-
profiel goed is bevestigd om doorhangen van de kap te voorkomen.
B
NL
A
83