Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 13

NEDERLANDS

VEILIGHEIDSINFORMATIE
1.
Lees de informatie op de verpakking van de chemicaliën
waarin u instructies en waarschuwingen vindt over het
hanteren en gebruik.
2.
Draag een veiligheidsbril en handschoenen wanneer u
gazon- of tuinchemicaliën hanteert of strooit.
3.
U mag nooit kinderen de tractor of strooiwagen laten
bedienen.
MONTAGE
Dit is de betekenis van de gebruikte symbolen in de illustraties:
Nog niet vastdraaien.
Nu stevig vastdraaien.
BEDIENING
Niet geschikt voor chemicaliën in poedervorm. Bij gebruik van
poeder is het verspreidingspatroon gebrekkig of onregelmatig.
1.
Schat het aantal vierkante meter van het terrein dat wilt
bestrooien en bereken hoeveel materiaal daarvoor nodig is.
2.
Stel de vleugelmoer af op de stand die in het onderstaande
diagram met aanbevolen hoeveelheden is vermeld. Kijk
ook naar de instructies op de chemicaliënverpakking voor
de hoeveelheid te strooien materiaal.
3.
Controleer of de toevoerhendel in stand OFF staat.
4.
Vul de trechter en knijp de kluiten in de kunstmest fijn.
5.
Begin met de strooiwagen te rijden en duw dan pas de
toevoerhendel naar voren tegen de vleugelmoer aan op
stand ON.
6.
U moet de toevoerhendel altijd in stand OFF zetten voordat
u keert of stopt.
7.
Om voor een gelijkmatige dekking te zorgen, maakt u
elke ronde zo dat het verspreidingspatroon iets overlapt
met de vorige ronde. De verspreidingsbreedte is bij
benadering opgegeven voor de diverse materialen in de
toepassingsgrafiek op deze pagina.
8.
Op rechthoekige gazons rijdt u tweemaal langs de korte
kanten om er de draaien te maken. Voor alle andere
vormen rijdt u tweemaal rondom de hele buitenrand.
9.
Zorg er bij het strooien van kunstmest met
HOEVEELHEDENDIAGRAM
TYPE MATERIAAL
STROOISTAND
KUNSTMEST
Korrels
Balletjes
GRASZAAD
Fine
Coarse
DOOIMIDDEL
BREEDTE
3 - 5
2,4 m - 3 m
3 - 5
3 m - 3,6 m
3 - 4
1,8 m - 2,1 m
4 - 5
2,4 m - 2,7 m
6 - 8
3 m - 3,6 m
onkruidverdelgers voor dat het verspreidingspatroon geen
groenblijvende bomen, planten of struiken raakt.
STALLEN
1.
Maak de strooiwagen na gebruik altijd leeg en giet het
overgebleven materiaal in de originele zak terug.
2.
De binnenkant van de trechter en de buitenkant van de
strooier afspoelen en goed laten drogen alvorens u de
strooiwagen stalt.
3.
Op een schone, droge plaats stallen.
ONDERHOUD EN AFSTELLEN
1.
Zorg er bij vervanging van de tandwielen voor de as,
tandwielen en vulringen weer op hun oorspronkelijke plaats
te zetten. Vet de tandwielen in.
ONDERHOUD
1.
Alvorens de strooiwagen te gebruiken kijkt u of er bouten
en moeren op de strooiwagen los zijn geraakt. Draai alle
losgekomen bouten en moeren weer goed vast.
2.
Controleer of de bandenspanning goed is. Pomp de
banden nooit harder op dan de maximumspanning die op
de band is gedrukt.
DOORSMEREN (zie onderstaande figuur)
1.
Verwijder de drie klemmen van de tandwielkast. Haal de
helften van de tandwielkast van elkaar.
2.
Veeg vuil of vet van de tandwielen.
3.
Zo nodig de tandwielen invetten met een dun laagje
smeervet.
4.
Olie de bovenkant van de tandwielkast en de verticale
strooischacht licht in.
5.
Zet de tandwielkast weer in elkaar en zet hem vast met de
klemmen.
6.
Olie het tussenwiel en de loopbus van de as ten minste
eens per jaar en zo nodig vaker.
KLEMMEN
12
OLIE
OLIE
SMEERVET
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido