NEDERLANDS
UW RIJGEDRAG AANPASSEN:
- Bij elk gebruik moet u voor het vertrek en onderweg regelmatig de goede aanspanning van het
geheel controleren (schroeven, wieltjes, riemen...).
De bevestiging van de fiets en fietsdrager moet nadat ze werd uitgevoerd en onderweg regelmatig
gecontroleerd worden. Indien nodig opnieuw aanspannen.
OPGELET: uw voertuig wordt langer en breder, houd daar rekening mee bij het uitvoeren van uw
manoeuvres.
- Rijd voorzichtig: alle ladingen die achter een voertuig getransporteerd worden beïnvloeden het
gedrag van het voertuig (bochten, zijwind, wegdek, achteruit rijden, scherpe bochten, enz.).
- Matig uw snelheid, vooral in bochten en als u over obstakels rijdt en houd rekening met een toename
van de remafstand.
- Gebruik de fietsdrager niet op terreinwegen of onregelmatig terrein: de zware schokken kunnen ertoe
leiden dat uw fietsdrager of voertuig beschadigd wordt.
ALLEEN U BENT AANSPRAKELIJK IN GEVAL VAN EEN VERKEERD GEBRUIK OF NIET-
NALEVING VAN DE AANBEVELINGEN.
- Open de koffer van het voertuig niet als de fietsdrager geplaatst is.
- Het wordt aanbevolen de fietsdrager na gebruik te verwijderen zodat u geen voetgangers of
verstrooide automobilisten in het gedrang brengt.
- Laat de fietsdrager nooit op het voertuig staan tijdens automatische wasbeurten, zeker niet als er
rollen gebruikt worden.
- Onderhoud de fietsdrager in goede staat, berg hem op een correcte manier op en rol de riemen op.
15 - Zichtbaarheid:
- De nummerplaat en lichten moeten zichtbaar blijven, ingeval deze laatste gedeeltelijk bedekt
worden, moet u een volledige signalisatieplaat met lichten plaatsen.
- Uw nummerplaat moet voldoen aan de vereisten van de wegcode.