Interlogix RF-DD1012-K4 Manual De Instalación página 23

NL: Installatiehandleiding
Afbeeldingen
Afbeelding 1: De detector plaatsen
Afbeelding 2: Montage-instructies
Afbeelding 3: Jumperinstellingen (12m-detectors)
Afbeelding 4: Jumperinstellingen (16m-detectors)
Afbeelding 5: Vloerpatroon DUAL detectie (12m-detectors)
Afbeelding 6: Vloerpatroon DUAL detectie (16m-detectors)
Afbeelding 7: Blinders verwijderen
Afbeelding 8: Het PIR-detectiepatroon configureren
Afbeelding 9: Het PIR-detectiepatroon configureren voor
detectors die geen dieren waarnemen
Afbeelding 10: Batterijen plaatsen
* Opmerkingen
- De levensduur van de batterij is geschat voor normaal gebruik
(50% bij beweging, 50% bij niet-beweging)
- De levensduur van de batterij is afhankelijk van de houdbaarheid
die door de batterijfabrikant is opgegeven
Afbeelding 11: Looptest
Beschrijving
Deze handleiding is van toepassing op de volgende detectors:
•
RF-DD1012-K4
•
RF-DD1012PI-K4
•
RF-DD1016-K4
•
RF4112I4
•
RF4112I4PI
•
RF4116I4
•
TX-2413-03-1
•
TX-2511-03-1
•
TX-2414-03-1
Deze detectors zijn draadloze dubbele bewegingsdetectors die
via een draadloze ontvanger met de inbraakalarmcentrale
communiceren. De apparaten kunnen op opgegeven
frequenties en protocollen met elkaar communiceren. In deze
detectors is de gepatenteerde PIR-technologie met
spiegeloptica gekoppeld met de gepatenteerde Range
Controlled Radar-technologie, voor de beste en meest
uniforme prestaties op het gebied van bewegingsdetectie.
Bovendien wordt hiermee het risico van loze alarmen
voorkomen.
Richtlijnen voor de installatie
De detector is bedoeld voor montage aan muren. Gebruik de
volgende richtlijnen voor het bepalen van de beste locatie voor
installatie van de detector.
•
Monteer de detector zodanig dat de verwachte
bewegingsrichting van een indringer dwars over het
detectiepatroon verloopt (zie afbeelding 5 en 6).
•
Installeer de detector op een stabiele ondergrond
P/N 466-2656 (ML) • REV F • ISS 21AUG19
•
Plaats de detector niet binnen 0,5 m (1 ft. 8 inch) van
metalen voorwerpen of binnen 1,5 m (4 ft. 11 inch) van
TL-verlichting.
•
Plaats geen voorwerpen voor de detector die het zicht
kunnen verhinderen
•
Plaats detectors op ten minste 6 m (19 ft. 8 inch) van
elkaar en gebruik de korte bereik instelling om storing te
voorkomen.
Zie afbeelding 1.
De DUAL-technologie van deze detector voorkomt het risico
van loze alarmen. Vermijd niettemin alle mogelijke oorzaken
van instabiliteit, zoals het volgende.
PIR-gevaren:
•
Rechtstreeks zonlicht op de detector
•
Warmtebronnen binnen het blikveld van de detector
•
Veel tocht op de detector
•
Dieren in het kijkveld (voor niet-PI-versie)
Radar-gevaren:
•
Montageplaats is gevoelig voor trillingen
•
Metalen oppervlakken die de radargolven reflecteren
•
Beweging van water door plastic buizen in het detectieveld
of direct achter de detector
•
Bewegende of trillende voorwerpen, zoals ventilatoren,
verwarmingen of airco's
Om radioverstoringen te voorkomen, raden we u af de sensor
op de volgende locaties te plaatsen:
•
Een gebied met een overmatig metalen oppervlak
•
Verder dan 40 m vanaf de ontvangsteenheid
• Waar de omgevingstemperatuur lager is dan −10°C of
hoger dan +55°C
Wij adviseren om regelmatig een looptest van de detector uit te
voeren en het resultaat op het controlepaneel te verifiëren.
Het apparaat openen
1. Schuif het op maat gemaakte klepje op de bovenkant (zie
afbeelding 2, item 1).
2. Draai de schroef met een schroevendraaier voorzichtig
naar links om de detector te openen (zie afbeelding 2,
item 2).
3. Verwijder de montageplaat van de detector (afbeelding 2,
item 3).
Het apparaat installeren
1. Bevestig de montageplaat aan de muur op de opgegeven
montagehoogte vanaf de vloer (afbeelding 2, item 4). Zie
"Specificaties" op pagina 26.
2. Gebruik in alle posities minimaal twee M4-schroeven van
de standaarden DIN 7505B, DIN 96, DIN 7996 of een
schroef met een platte kop van 8 mm doorsnede (zie
afbeelding 2, item 5):
- Gebruik voor vlakke montage schroeven in posities A.
- Gebruik voor hoekmontage schroeven in positie B of C.
- Gebruik niet positie C voor EN 50131 niveau 2-
installaties.
3. Selecteer de gewenste jumperinstellingen. Zie
"Jumperinstellingen" op pagina 24 voor meer informatie.
23 / 38