Probleemoplossing
Probleem
Vervormde audio
Geen geluid uit ontvanger
Het draaien aan de MixMode-
knop heeft geen invloed op het
geluid
Lage audio-uitgang bij de
ontvanger
Audio of RF valt uit
IR-synchronisatie mislukt
Optionele accessoires en vervangingsonderdelen
Bodypack-ontvanger
Half-rack-zender
Universele bodypack-ontvanger
Antenne en voedingsverdeelsysteem
Bedraad PSM-bodypack
Dynamische MicroDriver-oortelefoon
Dynamische MicroDriver-oortelefoon
High-definition MicroDriver-oortelefoon met afgestemde baspoort
High-definition oortelefoon met dubbele MicroDrivers
High-definition oortelefoon met driedubbele MicroDrivers
High-definition oortelefoon met vierdubbele MicroDrivers
Carrying/Storage Bag
Antenne, 1/4 golflengte (774-952 MHz)
Antenne, 1/4 golflengte (470-752 MHz)
Oplossing
• Controleer de volumeniveaus bij de P3T-zender en controleer of de meter niet in de buurt komt van de overbelastingsindicator
• Controleer de niveaus die het mengpaneel in- en uitgaan. Als de audio ergens in de signaalketen wordt vervormd, blijft de audio
vervormd ook als het PSM300-systeem niet overbelast is.
• Zorg ervoor dat er nieuwe batterijen in de ontvanger zijn geplaatst
• Controleer of gebalanceerde kabels van ¼ inch worden gebruikt. Er kan ruis optreden als een ongebalanceerde instrumenten- of
luidsprekerkabel wordt gebruikt.
Tip:
Bekijk de connectoren op de kabel om het verschil te bepalen. De metalen connector op een gebalanceerde kabel heeft twee
plastic ringen waarmee de connector in drie stukken wordt verdeeld (punt, ring, mantel). Een ongebalanceerde kabel heeft slechts
één plastic ring waarmee het metalen gedeelte in twee stukken wordt verdeeld (punt, mantel).
• Controleer of alle kabels volledig in het mengpaneel en de P3T-ingangen zijn gestoken. Soms kan het signaal zwak en vervormd zijn
als een kabel niet volledig is ingestoken.
• Zorg ervoor dat u de lijnniveau-uitgangen van het mengpaneel gebruikt. Als u een powered mengpaneel gebruikt, dient u de
hoofdluidsprekeruitgangen niet te gebruiken, omdat deze versterkende signalen leveren en zo de P3T-ingangen overbelast worden.
• Zorg ervoor dat de zender en ontvanger aan dezelfde groep en hetzelfde kanaal zijn gekoppeld
• Controleer of de niveaus bij de zender worden geregistreerd en zorg ervoor dat het volume op de ontvanger omhoog is gezet
• Controleer of de ontvanger is ingeschakeld en zorg ervoor dat de hoofdtelefoon juist op de ontvanger is aangesloten
• De schakelaar Stereo-MX/Mono op het achterpaneel van de P3T kan op mono zijn ingesteld. De MixMode-knop werkt alleen als de
zender is ingesteld op Stereo-MX.
• Controleer of de signalen van het mengpaneel naar de zender niet identiek zijn
• Controleer of het bodypack is ingesteld op MixMode
• Controleer de aansluiting van de hoofdtelefoon en het volumeniveau
• Als er slechts één kanaal naar de P3T-zender wordt verzonden, controleert u of de MixMode-knop niet op een stil kanaal is ingesteld.
Bij gebruik van één kanaal stelt u de P3T-zender in op monomodus.
• Voer een scan uit om te controleren of de ontvanger op een geschikte (beschikbare) frequentie zit
• Zorg ervoor dat er een gezichtslijn tussen de zenderantenne en de bodypack-ontvangers is
• Controleer of andere draadloze apparaten die worden gemonitord, zoals draadloze microfoons, geen RF-uitval hebben
• Bij gebruik van een andere antenne dan degene die met het systeem is meegeleverd, controleert u of de antenne geschikt is voor
gebruik met het juiste frequentiebereik
Controleer of de afstand tussen de ontvanger en zender tussen 6 en 11 cm is
P3R
P3T
P3RA
PA411
P9HW
SE112
SE215
SE315
SE425
SE535
SE846
95A2313
UA400
UA400B
82