1. Zorg ervoor dat de Aan/Uit-schakelaar (6) op UIT staat.
m VOORZICHTIGHEID: indien de slang niet vastgekoppeld
is aan het Quick Connect-systeem, trek dan de koppeling terug
tot het klikt om te voorkomen dat er lucht ontsnapt via de
snelkoppeling.
2. Steek de voedingskabel in het juiste stopcontact. Zie Voltage
en circuitbescherming onder Installatie.
3. Open de afvoerklep (linksom) volledig zodat de lucht kan
ontsnappen en de luchtdruk zich niet kan opstapelen in de
luchttank tijdens de breekperiode.
4. Zet de Aan/Uit-schakelaar op AAN. De compressor begint
te werken.
NL
5. Laat de compressor 20 minuten werken.
6. Sluit na 20 minuten de afvoerklep door deze rechtsom te
draaien. De tank vult zich tot aan het maximale drukniveau
en de motor stopt.
7. De perslucht is beschikbaar tot volledig opgebruikt of
afgevoerd.
BEGINNEN
Controleer of de netspanning overeenstemt met die op het
elektrische gegevensplaatje - het toegestane tolerantieverschil
bedraagt + / -5%. Draai of druk naar de "0"-positie. Steek de
stekker in het stopcontact en start de compressor door de aan/
uit-schakelaar in de stand 'I' te zetten.
De werking van de compressor is volledig automatisch,
gecontroleerd door de drukregelaar die hem stilzet als de
druk in de tank de maximum waarde bereikt en hem terug
doet opstarten als de druk naar de minimum waarde zakt. Het
drukverschil tussen maximum en minimum waardes is meestal
ongeveer 2.4 bar (35psi). Bijvoorbeeld: de compressor stopt als
hij ongeveer 13.8 bar bereikt (200 psi - maximum werkingsdruk)
en start automatisch opnieuw op als de druk binnen de tank
naar 11.4 bar (165 psi) daalt. Laat de compressor, nadat u hem
heeft verbonden met de stroomdraad, tot maximum druk en
controleer precies hoe de machine functioneert.
m WAARSCHUWING: De kop/fles/overbrengingsbuis
groep kan hoge temperaturen bereiken. Let op als u in de
nabijheid van deze onderdelen werkt, en raak ze niet aan om
brandwonden te vermijden.
ONDERHOUDSSCHEMA
Procedure
Controleren veiligheidsklep
Luchttank legen
Controleren op ongewone geluiden/vibraties
Controleren op luchtlekkage*
Reinigen exterieur van de compressor
* Breng een oplossing van water en zeep aan rond de bouten om te controleren op luchtlekkage. Controleer op vorming van luchtbelletjes terwijl de compressor de druk
opvoert en nadat de druk stopt.
38
BELANGRIJK
De elektrocompressoren moeten worden aangesloten
op een stopcontact dat is beschermd door een geschikte
differentiële schakelaar (thermische stroomonderbreker).
De motor is uitgerust met een overbelastingsbeveiliging in
de wikkeling. Hierdoor stopt de compressor wanneer de
temperatuur van de motor te hoog oploopt. Wanneer de
thermische overbelastingsbeveiliging wordt geactiveerd,
plaatst u de schakelaar in de stand 'Uit' (0). Haal de stekker
van de compressor uit het stopcontact totdat deze volledig
is afgekoeld. Wanneer de compressor is afgekoeld, steekt u
de stekker weer in het stopcontact en zet u de schakelaar op
'Aan' (I). De compressor zou nu normaal moeten starten. Is
dat niet het geval, neem dan onmiddellijk contact op met uw
dichtstbijzijnde servicecentrum.
REGELING VAN DE WERKINGSDRUK
Het is niet nodig steeds de maximale werkdruk te gebruiken.
Meestal heeft het pneumatische gereedschap zelfs
minder druk nodig. Bij de compressoren voorzien van een
drukreductiemachine is het nodig de werkingsdruk goed af te
stellen.
Stel de juiste druk in door de hendel met de klok mee te
draaien om de druk te verhogen en tegen de klok in om
de druk te verlagen. Als de optimale druk bereikt is, zet u
de hendel vast door hem naar beneden te drukken. Bij de
drukreductiemachines geleverd zonder manometer is de
ijkingsdruk zichtbaar op de gegradueerde schaal op het lichaam
van de reductiemachine zelf.
OPMERKING: Sommige drukverlagers zijn niet voorzien van
een "push to lock", zodat u alleen aan de knop hoeft te draaien
om de druk af te stellen.
DE COMPRESSOR STOPPEN
1. Zet de schakelaar in de stand '0' (afhankelijk van het soort
schakelaar op de compressor). Schakel de compressor NIET
uit door het stopcontact uit te schakelen of de stekker uit het
stopcontact te halen.
2. Draai de regelknop (4) linksom totdat het volledig gesloten
is. Zorg ervoor dat de gereguleerde manometer 0 bar 0 bar
(0 psi) weergeeft.
3. Verwijder slang en hulpstuk.
Dagelijks
X
X
X
X
Wekelijks
X