10. Gebruik een accu niet meer nadat deze is geval-
len of gestoten.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
Tips voor een maximale levensduur van de accu
1.
Laad de accu op voordat hij volledig ontladen is.
Stop het gebruik van het gereedschap en laad de
accu op telkens wanneer u vaststelt dat het ver-
mogen van het gereedschap is afgenomen.
2.
Laad een volledig opgeladen accu nooit opnieuw
op. Als u de accu te veel oplaadt, zal hij minder
lang meegaan.
3.
Laad de accu op bij een kamertemperatuur tus-
sen 10°C en 40°C. Laat een warme accu afkoelen
alvorens hem op te laden.
4.
Laad de nikkel-metaalhydride accu op telkens
wanneer u hem langer dan zes maanden niet
hebt gebruikt.
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
accu ervan is verwijderd alvorens de functies op het
gereedschap af te stellen of te controleren.
Installeren of verwijderen van de accu (Fig. 1)
• Schakel het gereedschap altijd uit alvorens de accu te
installeren of te verwijderen.
• Om de accu te verwijderen, haalt u hem uit het gereed-
schap terwijl u de knoppen op beide zijden van de accu
indrukt.
• Om de accu erin te steken, past u de tong op de accu
in de groef in het gereedschapshuis, en vervolgens
schuift u de accu erin. Schuif de accu altijd zo ver
mogelijk erin totdat hij op zijn plaats vastklikt. Als u dit
niet goed doet, kan de accu per ongeluk uit het gereed-
schap vallen zodat u of anderen in de omgeving ver-
wondingen oplopen.
• Probeer nooit om de accu met geweld erin te duwen.
Als de accu er niet gemakkelijk ingaat, betekent dit dat
u hem niet op de juiste wijze erin steekt.
Werking van de trekschakelaar (Fig. 2)
LET OP:
• Alvorens de accu in het gereedschap te plaatsen, moet
u altijd controleren of de trekschakelaar goed werkt en
bij het loslaten naar de "OFF" positie terugkeert.
Om het gereedschap te starten, drukt u gewoon de trek-
schakelaar in. Hoe harder u de schakelaar indrukt, hoe
sneller het gereedschap draait. Laat de schakelaar los
om het gereedschap te stoppen.
Werking van de omkeerschakelaar (Fig. 3)
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Druk de omkeerschake-
laar in vanaf zijde A voor rechtse draairichting, of vanaf
zijde B voor linkse draairichting.
Wanneer deze schakelaar in de neutrale stand staat, kan
de trekschakelaar niet worden ingedrukt.
LET OP:
• Controleer altijd de draairichting alvorens het gereed-
schap te starten.
• Verander de stand van de omkeerschakelaar alleen
nadat het gereedschap volledig tot stilstand is gekomen.
Als u de draairichting verandert terwijl het gereedschap
nog draait, kan het gereedschap beschadigd raken.
20
• Zet de omkeerschakelaar altijd in de neutrale stand
wanneer u het gereedschap niet gebruikt.
INEENZETTEN
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu ervan is verwijderd alvorens enig werk aan
het gereedschap uit te voeren.
Aanbrengen of verwijderen van de schroefbit of
schroefdop (Fig. 4, 5 en 6)
Gebruik uitsluitend de schroefbit of schroefdop die hier-
onder is afgebeeld. Gebruik geen andere schroefbits of
schroefdoppen.
Voor gereedschappen met een ondiepe bitinsteek-
opening
Gebruik alleen dit type bits. Volg proce-
A = 12 mm
dure (1).
B = 9 mm
(Opmerking) Een inzetstuk is niet nodig.
Voor gereedschappen met een diepe bitinsteekope-
ning
A = 17 mm
Volg procedure (1) om dit type bits aan
B = 14 mm
te brengen.
Volg procedure (2) om dit type bits aan
A = 12 mm
te brengen.
B = 9 mm
(Opmerking) Voor het aanbrengen van
de bit is een inzetstuk nodig.
1.
Om de bit aan te brengen, trekt u de bus in de rich-
ting van de pijl en dan steekt u de bit zo ver mogelijk
in de bus. Laat daarna de bus los om de bit vast te
zetten.
2.
Om de bit aan te brengen, trekt u de bus in de rich-
ting van de pijl en dan steekt u het inzetstuk en de
bit zo ver mogelijk in de bus. Het inzetstuk dient met
zijn gepunte uiteinde naar binnen gekeerd in de bus
te worden gestoken. Laat daarna de bus los om de
bit vast te zetten.
Om de bit te verwijderen, trekt u de bus in de richting van
de pijl en dan trekt u de bit krachtig eruit.
OPMERKING:
• Als de bit niet diep genoeg in de bus wordt gestoken,
zal de bus niet naar haar oorspronkelijke positie terug-
keren en zal de bit niet goed vastzitten. In dat geval
dient u de bit opnieuw erin te steken volgens de boven-
staande procedure.
BEDIENING
Het juiste aandraaimoment kan verschillen afhankelijk
van het soort en de maat van de schroef/bout, het mate-
riaal van het te bevestigen werkstuk, enz. De verhouding
tussen het aandraaimoment en de aandraaitijd is aange-
geven in de figuren. (Fig. 7 en 8)
Houd het gereedschap stevig vast en plaats de punt van
de schroefbit in de schroefkop. Oefen zoveel kracht op
het gereedschap uit als nodig is om de schroefbit op zijn
plaats te houden. Schakel vervolgens het gereedschap
in om de bediening te starten.