21147-6NL-05
PNOZ X3.2
Normas de seguridad
• El dispositivo debe ser instalado y puesto en
funcionamiento solo por personas, que tengan
experiencia con estas Instrucciones de uso y
con las normativas vigentes de seguridad del
trabajo y prevención de accidentes. Tenga en
cuenta las normativas VDE, como también las
normativas locales, especialmente en lo
concerniente a medidas de protección.
• Respetar las exigencias de la norma
EN 60068-2-6 referente al transporte,
almacenaje y utilización del dispositivo (v.
datos técnicos).
• La apertura de la carcasa o manipulación
indebida en el dispositivo anulan cualquier tipo
de garantía.
• Monte el dispositivo en un armario de
distribución; de lo contrario el polvo y la
humedad pueden conducir a un mal fun-
cionamiento del dispositivo.
• Todos los contactos de salida sometidos
a cargas capacitivas e inductivas deben estar
convenientemente protegidos.
• Observación relativa a la categoría de
sobretensión III:
Si en el quipo existen tensiones superiores a
la baja tensión (>50 V AC o >120 V DC), los
elementos de manejo y los sensores
conectados deben presentar una tensión de
aislamiento de dimensionado al menos de
250 V.
Campo de aplicación
El dispositivo sirve para la interrupción
orientada a la seguridad de un circuito de
corriente de seguridad. El dispositivo de
seguridad cumple los requisitos de las normas
EN 60947-5-1, EN 60204-1 y VDE 0113-1 y
puede utilizarse en aplicaciones con
• pulsadores de parada de emergencia
• puertas protectoras
Descripción del dispositivo
El dispositivo de seguridad PNOZ X3.2 está
alojado en una carcasa P-97. Hay un
modelo para funcionamiento con tensión de
corriente continua de 230 V AC o 24 V DC.
Características:
• Salidas por relé: 3 contactos de seguridad
(N.A) y un contacto auxiliar (N.C), con guía
forzosa
• Opción de conexión para pulsadores de
parada de emergencia, final de carrera de
puerta protectora y pulsador de rearme
• Indicadores de estado
• Posibilidad de supervisión de contactores
externos
• La salida por semiconductor comunica
disposición de funcionamiento
El dispositivo cumple los siguientes requisi-
tos de seguridad:
• Concepción redundante con autocontrol.
• El dispositivo de seguridad permanece
activo aún cuando falle un componente.
• Test cíclico (apertura/cierre de los relés
internos de seguridad) en cada ciclo de
Marcha/Paro de la máquina.
Norme di sicurezza
• L'apparecchio deve essere installato e
messo in funzione solo da persone a
conoscenza delle presenti istruzioni per
l'uso e delle norme antinfortunistiche e di
sicurezza del lavoro vigenti. Si devono
inoltre rispettare le norme VDE, nonché
altre norme locali soprattutto per quanto
riguarda gli interventi di protezione.
• Per il trasporto, l'immagazzinamento ed
il funzionamento, rispettare le norme
EN 60068-2-6 (vedere i dati tecnici).
• In caso di apertura della custodia o di
modifiche non autorizzate, non sarà rico-
nosciuta alcuna garanzia.
• Montare l'apparecchio in un armadio elet-
trico, perché la polvere e l'umidità potreb-
bero comprometterne il funzionamento.
• In caso di carichi capacitivi ed induttivi,
assicurare un'adeguata protezione per
tutti i contatti di uscita.
• Indicazioni per categoria di sovratensione III:
se al dispositivo si fornisce una tensione
maggiore rispetto alla bassa tensione
(>50 V AC o >120 V DC), è necessario
che gli elementi operativi e i sensori
dispongano di una tensione di isolamento
della misura di min. 250 V.
Uso previsto
Il modulo di sicurezza consente l'interruzione
sicura di un circuito di sicurezza. Il modulo di
sicurezza risponde ai requisiti secondo
EN 60947-5-1, EN 60204-1 e VDE 0113-1 e
può essere utilizzato in applicazioni con
• pulsanti di arresto d'emergenza
• ripari mobili
Descrizione dell'apparecchio
Il modulo di sicurezza PNOZ X3.2 è inserito in
una custodia P-97. E' disponibile una versione
per il funzionamento con tensioni continue di
230 V AC o 24 V DC.
Caratteristiche:
• Uscite relè: 3 contatti di sicurezza (contatti
di chiusura) ed un contatto ausiliario (con-
tatto di riposo), a conduzione forzata
• Possibilità di collegamento per pulsanti di
arresto di emergenza, fine corsa porta di
sicurezza e pulsante start
• LED di stato
• Possibilità di controllo dei relè esterni
• L'uscita semiconduttore segnala l'attiva-
zione del modulo
L'apparecchio elettrico è conforme ai se-
guenti requisiti di sicurezza:
• Concezione ridondante con autocontrollo.
• Il dispositivo mantiene la sua funzione di
sicurezza anche in caso di avaria di un
componente.
• Ad ogni ciclo di inserimento-disinserimen-to
della macchina, viene controllato auto-
maticamente se i relè del dispositivo di si-
curezza aprono e chiudono correttamente.
- 11 -
Veiligheidsvoorschriften
• Het apparaat mag uitsluitend worden
geïnstalleerd en in bedrijf genomen door
personen die vertrouwd zijn met deze
gebruiksaanwijzing en met de geldende
voorschriften op het gebied van arbeids-
veiligheid en ongevallenpreventie. Neemt u
de van toepassing zijnde Europese richt-
lijnen en de plaatselijke voorschriften in
acht, in het bijzonder m.b.t. veiligheids-
maatregelen.
• Bij transport, opslag en in bedrijf zijn de
richtlijnen volgens EN 60068-2-6 in acht te
nemen (zie technische gegevens).
• Het openen van de behuizing of het eigen-
machtig veranderen van de schakeling
heeft verlies van de garantie tot gevolg.
• Monteert u het apparaat in een schakel-
kast. Stof en vochtigheid kunnen anders de
werking nadelig beïnvloeden.
• Zorgt u bij capacitieve of inductieve belas-
ting van de uitgangscontacten voor
adequate contactbeschermings-
maatregelen.
• Opmerking mbt overspanningscategorie III:
Wanneer aan een apparaat hogere
spanningen dan laagspanning (>50 V AC
danwel >120V DC) aangesloten zijn,
moeten aangesloten bedienelementen en
sensoren een nominale isolatiespanning
van tenminste 250V hebben.
Toegelaten applicaties
Het veiligheidsrelais dient om een
veiligheidscircuit veilig te onderbreken. Het
veiligheidsrelais voldoet aan de eisen van
EN 60947-5-1, EN 60204-1 en VDE 0113-1
en mag worden gebruikt in toepassingen met
• noodstopknoppen
• Hekken
Apparaatbeschrijving
Het noodstoprelais is in een P-97-behuizing
ondergebracht en werkt alleen met 230 V AC
of 24 V DC.
Kenmerken:
• Relaisuitgangen: drie veiligheidscontacten
(maakcontacten) en een hulpcontact (ver-
breekcontact), mechanisch gedwongen
• Aansluitmogelijkheid voor
noodstopknoppen, deurcontacten en een
startknop
• Status-LED's
• Bewaking van externe magneetschake-
laars mogelijk
• Halfgeleideruitgang geeft melding indien
bedrijfsklaar
Het relais voldoet aan de volgende veilig-
heidseisen:
• De schakeling is redundant met
zelfcontrole opgebouwd.
• Ook bij uitvallen van een component blijft
de veiligheidsschakeling werken.
• Bij elke aan/uit-cyclus van de machine
wordt automatisch getest of de contacten
van het veiligheidsrelais correct openen
en sluiten.