Onderhoud - HIKOKI CS 33EB Instrucciones De Manejo

Ocultar thumbs Ver también para CS 33EB:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 60
Nederlands
ALS DE MOTOR KETTINGZAAG VASTLOOPT
Stop de motor. Til de stam op of verander de positie van de stam
met bijvoorbeeld een dikke tak of koevoet als hefboom. Probeer
de motor kettingzaag niet los te trekken. Als u dat toch doet, kunt
u de handgreep beschadigen of gewond raken door de zaagketting
wanneer de motor kettingzaag ineens losschiet.

ONDERHOUD

Afstellen van de carburateur (Afb. 32)
In de carburateur wordt de brandstof gemengd met lucht. De
carburateur wordt bij het testen van de motor in de fabriek
afgesteld. Afhankelijk van het klimaat en de hoogte kunnen er
verdere aanpassingen nodig zijn. De carburateur heeft één
afstelmogelijkheid:
T = stelschroef stationair toerental.
Afstelling stationair toerental (T)
Controleer of het luchtfi lter schoon is. Wanneer het stationaire
toerental correct is afgesteld, zal de zaagketting niet bewegen.
Als de afstelling aangepast moet worden, kunt u de T-schroef
dichtdraaien (met de klok mee) terwijl de motor loopt, totdat de
zaagketting begint te bewegen. Draai de schroef vervolgens open
(tegen de klok in) tot de ketting stopt. U heeft het juiste stationaire
toerental ingesteld wanneer de motor in alle standen soepel blijft
lopen bij een toerental dat ruim onder het toerental ligt waarbij de
zaagketting begint te bewegen.
Als het snijgereedschap blijft draaien nadat u het stationair toerental
heeft afgesteld, dient u contact op te nemen met een offi cieel HiKOKI
servicecentrum.
WAARSCHUWING
De ketting mag in geen geval draaien wanneer de motor
stationair draait.
OPMERKING
Raak de instelling voor hoge snelheid (H) en lage snelheid (L)
niet aan.
Deze
zijn
alleen
bedoeld
servicecentrum.
Als u ze verdraait, kan dit ernstige schade aan de machine
veroorzaken.
Luchtfi lter (Afb. 33)
Het luchtfi lter (39) moet regelmatig vrijgemaakt worden van stof en
vuil om te voorkomen dat:
○ de carburateur storingen gaat vertonen.
○ de motor slecht start.
○ de motor minder vermogen levert.
○ de onderdelen van de motor onnodig slijten.
○ het brandstofverbruik abnormaal hoog wordt.
Maak het luchtfi lter elke dag of nog vaker schoon als u in een stoffi ge
omgeving werkt.
Verwijder het deksel van het luchtfi lter (40) en het luchtfi lter zelf (39).
Was alles in warm sop. Controleer of het fi lter goed droog is voor
u het terugzet. Een luchtfi lter dat geruime tijd gebruikt is kan niet
meestal meer helemaal schoongemaakt worden. Het luchtfi lter
moet daarom regelmatig vervangen worden door een nieuw. Een
beschadigd of kapot fi lter moet onmiddellijk vervangen worden.
Bougie (Afb. 34)
De toestand van de bougie ondervindt negatieve invloed van:
○ een verkeerde instelling van de carburateur.
○ een verkeerde mengsmering (teveel olie in de benzine).
○ een vuil luchtfi lter.
○ zware werkomstandigheden (bijv. kou).
Deze factoren veroorzaken afzettingen op de elektroden van de
bougie, wat kan leiden tot storingen en startproblemen. Als de
motor vermogen tekort komt, moeilijk start of slecht stationair loopt,
controleer dan eerst de bougie. Als de bougie vuil is, maak hem dan
schoon en controleer de afstand tussen de elektroden. Corrigeer
de afstand indien nodig. De juiste afstand is 0,6 mm. De bougie
moet elke 100 bedrijfsuren vervangen worden, of eerder, als de
elektroden weggevreten zijn.
58
voor
een
offi cieel
HiKOKI
OPMERKING
In sommige gebieden is een bougie met weerstand vereist om de
machine te ontstoren. Als deze machine oorspronkelijk voorzien
was van een bougie met ingebouwde ontstoringsweerstand,
dient u ter vervanging gebruik te maken van hetzelfde type
bougie.
Smeerpunt (Afb. 35)
Maak het smeerpunt voor de kettingsmering (41) zo vaak mogelijk
schoon.
Zwaard (Afb. 36)
Maak de groef en het smeerpunt (42) in het zwaard schoon voordat
u de machine gebruikt.
Zijkant behuizing (Afb. 37)
Houd de zijkant van de behuizing en de aandrijving vrij van zaagsel
en vuil. Breng regelmatig olie of vet aan om corrosie te voorkomen,
aangezien sommige bomen een relatief hoge zuurgraad hebben.
OPMERKING
Trek de voorste handbeschermer omhoog naar u toe en zet de
rem vrij om de zijkant van de behuizing te verwijderen of aan te
brengen.
Brandstoffi lter (Afb. 38)
Verwijder het brandstoffi lter van de brandstoftank en was het
zorgvuldig in een oplosmiddel of schone benzine. Druk het fi lter
daarna weer volledig terug in de tank.
OPMERKING
Vervang het brandstoffi lter (43) als het na verloop van tijd hard
geworden is door stof en vuil.
Kettingsmeringfi lter (Afb. 38)
Verwijder het fi lter en was het zorgvuldig in een oplosmiddel of
schone benzine. Druk het fi lter daarna weer volledig terug in de tank.
OPMERKING
Vervang het oliefi lter (44) als het na verloop van tijd hard
geworden is door stof en vuil.
IJsafzetting-preventiesysteem (Afb. 39)
Dit systeem voorkomt ijsafzetting op de carburateur wanneer de
machine in de winter wordt gebruikt.
1.
Om het ijsafzetting-preventiesysteem te gebruiken, verwijdertu
de luchtfi lterafdekking (40). Trek de afsluiter (45) uit de
luchtfi lterafdekking en monteer de afsluiter in de winterstand
door deze om te draaien en aan te brengen. (Afb. 39-b)
Hierdoor stroomt verwarmde lucht vanaf de cilinderzijde via de
opening (46) naar de carburateurruimte.
OPMERKING
Wanneer het lente wordt en er geen ijsafzetting meer optreedt,
moet u niet vergeten om de afsluiter weer in de normale stand
terug te zetten. (Afb. 39-a)
Voor langdurige opslag
Tap alle brandstof uit de tank af. Start de motor en laat deze lopen
tot hij vanzelf stopt. Repareer eventuele beschadigingen. Maak de
machine schoon met een schone doek, of met perslucht. Doe een
paar druppels tweetaktolie in de cilinder via het bougiegat en laat de
zuiger een paar keer op en neer gaan om de olie goed te verdelen.
Dek de machine af en bewaar hem op een droge plek.
SLIJPEN VAN DE ZAAGKETTING
Onderdelen van een zaagschakel (Afb. 40, 41)
WAARSCHUWING
○ Gebruik handschoenen bij het slijpen van de ketting.
○ Rond de voorste rand af om het risico op terugslag of breken van
de kettinggeleiders te verkleinen.
47. Bovenste plaat
48. Snijhoek
49. Zijplaat
50. Geul
51. Hiel
52. Chassis
53. Gat klinknagel
54. Teen
55. Dieptestellernok
56. Correcte hoek op bovenste plaat (hoek afhankelijk van type
ketting)
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido