Tabla de contenido
VOORZICHTIG
Vergewis u er, alvorens de motor te starten, van dat de rijhendel in de vrijloop staat, de trilhendel in de stand UIT (OFF) staat, en de
parkeerhendel in de stand AAN (ON) staat.
1.
Open het brandstofkraantje bij de motor.
2.
Zet de gashendel op de bedieningshandgreep in de stand START.
3.
Start de motor - Elektrische startinrichting
3a. Zet de contactsleutel bij de gashendel in de stand ST (Start), en houd de sleutel in die stand
totdat de motor aanslaat.
3b. Zet, wanneer de omgevingstemperatuur laag is, de sleutel in de stand GL (Voorgloeien) en houd
de sleutel circa 10 seconden in die stand. Draai de sleutel vervolgens door naar de stand ST (Start),
en houd die in die stand totdat de motor aanslaat.
3c. Controleer, nadat de motor is gestart, of de sleutel in de stand AAN (ON) staat. (Zou de contactsleutel
in de stand UIT (OFF) staan, dan laadt de dynamo de accu niet bij.)
4.
Start de motor - Met de hand starten
4a. Steek de aanzetslinger in de op de motor aangebrachte startbeugel.
4b. Draai, terwijl u met uw linkerhand aan de decompressiehefboom trekt, de aanzetslinger langzaam rond totdat u het geluid hoort van
brandstof die ingespoten wordt.
4c. Laat de decompressiehefboom los, en draai de aanzetslinger met meer kracht rond om de motor te starten.
5.
Zet de gashendel in de stand LAAG (LOW), en laat de motor enkele minuten stationair lopen om op te warmen.
6.
Nadat de motor is opgewarmd, is de machine gebruiksklaar.
7.
Zet de gashendel snel in de hogesnelheidsstand "H" om te voorkomen dat de koppeling schade oploopt. De "Volgas"-stand van deze
machine is vooraf ingesteld in de fabriek voor optimale prestaties van de machine. Wijzig deze instellingen NIET aangezien er anders
voortijdige slijtage kan optreden, en de garantie op zowel de motor als de machine automatisch ongeldig wordt.
8.
Beweeg de parkeerremhendel naar rechts om de parkeerrem vrij te zetten.
OPMERKING: Zet u de machine niet van de parkeerrem af voordat u die vooruit of achteruit laat rijden,
dan leidt dit tot zware schade aan het parkeerremmechanisme en het aandrijfsysteem.
9.
Bedieningsorganen
9a. Gashendel
Houd de gashendel altijd in de stand Hoog (High) tijdens het karwei. Opmerking: Probeer niet van
rijsnelheid te veranderen door het toerental van de motor te wijzigen.
9b. Rijhendel
Beweeg de rijhendel naar voren om de machine vooruit te laten gaan. Beweeg de hendel naar
achteren om de machine achteruit te laten gaan.
9c. Trilhendel
Door de trilhendel in de stand AAN (ON) te zetten wordt het trilmechanisme in werking gesteld, en
gaat dat trillingen produceren.
10. STOPPEN
11. Zet, voordat u de motor gaat afzetten, eerst de gashendel in de stand LAAG (LOW).
12. Laat de motor 1-3 minuten stationair lopen.
13. Zet de gashendel in de stand STOP om de motor af te zetten. Zet de contactsleutel vervolgens in de
stand UIT ("OFF").
De zoemer gaat wanneer de contactsleutel in de stand AAN (ON) wordt gezet terwijl de motor uit
staat.
14. Draai het brandstofkraantje dicht.
15. Schakel de parkeerrem in door de parkeerremhendel naar links te bewegen.

Aan- en uitzetten

Haal uw handen NIET van de aanzetslinger af tijdens het starten.
50
Voorgloeien
AAN
UIT
Start
ON
CL
ST
OFF
Uitschakelen
Rijhendel
Trilhendel
Vooruit
Vrijstand
Achteruit
Contactsleutal
Gashendel
Inschakelen
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido