nl
Gebruik alleen een verlengingskabel die ge-
schikt is voor gebruik buitenshuis en met een
minimale doorsnede van 1,5 mm
een kabeltrommel altijd helemaal af.
Beschadigde of sterk verslechterde verlen-
gingskabels mogen niet gebruikt worden.
Controleer vooraf aan de ingebruikname
de conditie van uw verlengingskabels.
MONTAGE
LET OP!
Het apparaat zal niet goed functioneren
wanneer het waterafnamepunt zich 15
meter hoger bevindt dan het apparaat.
Apparaat opstellen
1. Zorg voor een vlakke en stevige installatiep-
lek.
2. Plaats het apparaat waterpas en zodanig dat
deze beveiligd is tegen overstroming.
Zorg dat het apparaat beschermd is te-
gen regen en eventuele rechtstreekse
waterstralen.
Voor dagelijks gebruik (automatisch be-
drijf) moet door passende maatregelen
worden verhinderd dat het apparaat bij
storingen gevolgschade kan ondervin-
den door overstroming van de installatie-
ruimte.
Aansluiten van aanzuigleiding
1. Kies een zodanige lengte voor de aanzuiglei-
ding (Afb. B -14) dat de huiswaterpomp niet
kan drooglopen. De aanzuigleiding moet zich
steeds minstens 30 cm onder het waterop-
pervlak bevinden.
2. Sluit de aanzuigleiding aan. Zorg daarbij voor
een goed afgedichte aansluiting, zonder de
schroefdraad te beschadigen.
Wij raden aan om flexibele leidingen te
monteren bij de pompingang (Afb. A -7).
U voorkomt zo dat er mechanische druk
of trekkracht op de huiswaterpomp wordt
uitgeoefend.
3. De aanzuigleiding moet altijd omhoog lopend
worden gemonteerd.
26
. Wikkel
2
Monteren van drukleiding
1. Schroef de verbindingsnippel (Afb. B -12) sa-
men met de ronde afdichtring (Afb. B -13) in
de pompingang (Afb. A -4).
2. Schroef het elleboogstuk (Afb. B -10) samen
met de afdichting (Afb. B -11) op de verbin-
dingsnippel (Afb. B -12) en draai het elleboog-
stuk in de gewenste richting.
3. Bevestig een drukleiding (Afb. B -8) aan het
elleboogstuk (Afb. B -10).
INBEDRIJFSTELLING
Het apparaat vullen
1. Open de vulplug (Afb. A -3) met de filtersleu-
tel.
2. Vul via de vulopening met water tot aan de
markering op het pomphuis.
3. Draai de vulplug er weer in.
Eerste inbedrijfname van het apparaat
1. Open de in de drukleiding aanwezige afslui-
ters (klep, sproeier, waterkraan).
2. Steek de stekker van de aansluitkabel in het
stopcontact.
Als de aanzuighoogte meer is dan 4 m,
moet een aanzuigslang met een diame-
ter van meer dan 2,5 cm (1 inch) worden
gemonteerd. Wij raden het gebruik aan
van een AL-KO aanzuigset met aanzu-
igslang, aanzuigkorf en terugstroomafs-
luiter. Informeer bij uw vakhandel.
Bij de eerste inbedrijfname verschijnt op
het display (Afb. E -24) alle informatie in
het Engels. U kunt de gewenste taal met
de MODE-toets (-25) selecteren en met
de SET-toets (-26) bevestigen.
LET OP!
Bij drooglopen raakt de pomp bescha-
digd! De tuinpomp moet vooraf aan elke
ingebruikname steeds worden gevuld
met water tot hij overloopt, zodat hij di-
rect kan gaan aanzuigen.
Om de aanzuigtijd te verkorten moet de
aanzuigslang met water worden gevuld
voordat u deze aankoppelt.
De pomp begint met het verpompen van
water.
HWA 4000 /4500 / 6000-5
Montage