5.2.2
Inbedrijfstelling
INFORMATIE
Als de boilertemperauur onder bepaalde minimum waar-
den daalt, voorkomen de veiligheidsinstellingen van de
Daikin Altherma EHS(X/H) de werking van de warmtepomp
bij lage buitentemperaturen
- Buitentemperatuur < -2 °C, minimale boilertemperatuur
= 30 °C
- Buitentemperatuur < 12 °C, minimale boilertemperatuur
= 23 °C
Zonder Backup-Heater:
Het boilerwater moet door een externe bijverwarmer tot de
noodzakelijke minimum boilertemperatuur worden ver-
warmd.
Met Backup-Heater (EKBUxx):
Bij een buitetemperatuur < 12 °C en een boilertemperatuur
< 35 °C wordt automatisch de Backup-Heater (EKBUxx) in-
geschakeld om het boilerwater tot ten minste 35 °C te ver-
warmen.
▪ Om de verwarmingsprocedure met Backup-Heater te
versnellen, tijdelijk parameter [Config. externe warmte-
bron] = "1" en parameter [Ext. prestatie warm water] op
de maximum waarde van de Backup-Heater zetten
[→ hoofdmenu → instellingen → ext. bron].
▪ In het menu „Gebruiker" parameter [1x warmwater] se-
lecteren en inschakelen. Na het opwarmen de parame-
ter weer uitschakelen [→ hoofdmenu → gebruiker
→ 1x laden].
1
Koudwateraansluiting controleren en warmtewisselaar voor
drinkwater vullen.
2
Voeding van de Daikin Altherma EHS(X/H) inschakelen.
3
Startfase afwachten.
4
Na afloop van de startfase bij verwarmingswerking het verwar-
mingssysteem ontluchten, installatiedruk controleren en indien
nodig instellen (max. 3 bar, zie
5
Visuele inspectie op lekkage bij alle verbindingsdelen in het huis
uitvoeren. Maak eventuele lekken vakkundig dicht.
6
Regeling op de gewenste bedrijfsmodus zetten.
7
Bij een aangesloten zonnesysteem die conform de meegelever-
de handleiding in bedrijf stellen. Na uitschakelen van het zonne-
systeem nog een keer het vulpeil in het bufferreservoir controle-
ren.
Daikin Altherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1444099_00 – 07/2018 – NL
Hfst.
7.2.2).
5
Inbedrijfstelling
Installatie- en onderhoudshandleiding
33