6
Storingen
Indien de acculader niet werkt zal hij in de regel zelf aangeven
wat er aan de hand is:
Storing/indicatie
LED 'ON' uit.
LED 'ON' knippert.
LED 'TEMP' knippert, ten gevolge van
een te hoge temperatuur van de accul-
ader.
LED 'FUSE' knippert.
LED 'BATT' knippert.
N.B.:
Type BC120202 is alleen voorzien van een LED 'ON'.
Type BC120403 en BC240303 zijn voorzien van een
LED 'ON', 'BOOST' en 'TEMP'.
Acculader type BC120202, BC120263, BC120403, BC120603, BC120803, BC240303, BC240503, BC240803
Mogelijke oorzaak
Acculader niet aangesloten.
Geen netspanning (walspanning).
Netspanning te laag.
LED printkaart aansluiting verbroken.
Accu's niet of onjuist aangesloten.
Kortsluiting of overbelasting van de
acculader.
Temperatuursensor niet aangesloten of
slechte verbinding tussen acculader en
temperatuursensor. *)
Extreem hoge omgevingstemperatuur.
Ventilatieopeningen geblokkeerd.
Acculader is opgesteld in een slecht
geventileerde plaats.
Acculader is opgesteld in de nabijheid
van een warmtebron.
Defect in de acculader bijvoorbeeld een
defecte ventilator.
Laadstroomzekering defect.
Accuaansluitingen omgepoold.
Onjuiste waarde van de laadstroomzeke-
ring.
Laadstroomzekering maakt slecht con-
tact in de zekeringhouder.
Onjuiste instelling van de acculader.
Accuspanning te hoog.
Temperatuursensor kortgesloten. *)
*) Alleen indien de acculader is voorzien van temperatuursen-
sor.
NEDERLANDS
Oplossing
Sluit acculader aan.
- Netspanning controleren! Indien in
orde, contact opnemen met service!
- Zekering in netaansluiting defect, ver-
vang zekering.
Herstel slechte verbindingen of pas net-
kabel met grotere draaddoorsnede toe.
Herstel verbinding.
Controleer de aansluitingen van de laad-
stroomkabels en de poolklemmen van
de accu.
Hef de kortsluiting of overbelasting op.
Sluit een temperatuursensor aan of her-
stel de slechte verbindingen
Laat de acculader afkoelen.
Maak de ventilatieopeningen vrij.
Wijzig de opstelling.
Wijzig de opstelling.
Laat de acculader repareren.
Vervang de laadstroomzekering.
Sluit de PLUS en de MIN correct aan.
Plaats een zekering met de juiste
waarde.
Herstel de verbinding zekering – houder.
Controleer en wijzig de instellingen.
Belast de accu om de accuspanning te
verlagen.
Sluit de temperatuursensor correct aan.
7
9.0113