2. ONDERDELEN VAN DE KIT
Opmerking: De lusmodus werkt alleen op spanningsloze circuits. Deze wordt automatisch
uitgeschakeld wanneer de zender wordt aangesloten op een spanningvoerende lijn met
testsnoeren.
Werken met de zender:
wanneer de zender aan is en is aangesloten op het circuit met testsnoeren, controleer deze op
spanning. Een rode waarschuwingsindicator voor spanning licht op als de zender een gevaarlijke
spanningsniveaus van meer dan 30 V AC/DC detecteert.
BELANGRIJK!
De waarschuwingsindicator voor spanning knippert wanneer overspanning (>650 V AC/DC) is
gedetecteerd. Koppel de zender in geval van overspanning onmiddellijk los van het circuit!
Deze waarschuwingsindicator voor spanning is niet ontworpen om te controleren op het
ontbreken van spanning. Gebruik in plaats daarvan een spanningstester.
De zender start met het genereren van een zoeksignaal zodra deze wordt ingeschakeld.
De zender schakelt, afhankelijk van de gedetecteerde spanning, automatisch naar:
• Spanningvoerende modus(30 tot 600 V AC/DC) die 6 kHZ frequentie genereert
• Spanningsloze modus (0 tot 30 V AC/DC) die 33 kHZ frequentie genereert
De spanningvoerende modus gebruikt een lagere transmissiefrequentie (6 kHz) dan de
spanningsloze modus (33 kHz) om de signaalkoppeling tussen de draden te verminderen. De
spanningsloze modus vereist een hogere frequentie om een betrouwbaar signaal te genereren.
Afbeelding 2.2b: Een signaal genereren in de Lusmodus
7